Hoofdstuk 9

91 21 14
                                    

"Bedankt pap." Ik geef mijn vader een knuffel en loop samen met Harry naar de voordeur.

"Alles voor mijn lieve dochter," hij antwoordt met een glimlach en trekt mij nog dichter naar zich toe. "Zie je snel weer." De zin komt er eigenlijk meer uit als een vraag dan een normale zin en ik knik.

*-*

Ik doe het gasfornuis aan en haal de spaghetti uit de verpakking.

"Heeft Bert eigenlijk de fotoalbums van Linda gebracht?"

Ik schud met mijn hoofd. Nee, hij heeft ze niet gegeven, maar ik wil hem niet dwingen om de foto's aan mij te geven. Hoe graag ik het ook wil. Ik moet eerst zelf nog uitvogelen wat die foto's in de envelop betekenen. De foto's vergaan niet. Daarom maakte mama ze ook altijd, om de mooiste herinneringen vast te leggen en later op te plakken in een boek.

"Ik haal ze nog wel een keer op, hij heeft het ook moeilijk." Ik gooi de spaghetti in de pan en laat het koken totdat ze zacht worden, ondertussen ga ik verder met het maken van de saus.

In mijn rechterooghoek zie ik dat Harry zijn wenkbrauw ophaalt en zijn armen over elkaar legt.

"Sinds wanneer maakt het jou uit wat goed is voor Bert? Nou je moeder is overleden mag hij alles doen wat hij wil?"

"Nee, Harry. Hij heeft het net zo moeilijk als ieder ander." Ik haal mijn schouders op. "Hij had alleen mijn moeder en nou heeft hij al helemaal niemand meer, en we hebben het goed gemaakt."

Ik hoor Harry grinniken en hij slaat zijn armen om mijn middel heen. Hij legt zijn hoofd op mijn schouder en geeft mij zachte kusjes in mijn nek.

Eigenlijk wil ik heel graag met Bert praten, hij geeft mij een veilig en fijn gevoel. Hij weet hoe mijn moeder altijd met mij omging, en ik heb het gevoel dat hij dat naar mij probeert over te brengen. Ik heb het gevoel dat ik uren tegen hem kan praten en hij altijd met een wijs antwoordt komt. Maar dat gevoel wordt weggedrukt door het schuldgevoel tegenover Harry.

"Ruikt lekker," fluistert Harry in mijn oor en hij wijst naar de pan met spaghettisaus. Ik geef hem een kus op zijn neus en haal de spaghetti uit de pan.

"Denk je dat Bert het heeft gedaan?" Ik leg de spaghetti op het bord en behendig pak ik een lepel vol met saus en laat die over de spaghetti heen glijden.

"Wat?"

"Linda vermoorden." Een zucht verlaat mijn mond.

"Wat?"

"Linda verm-"

"Ik hoorde je de eerste keer ook al," mompelt Harry en hij loopt de keuken uit. Met twee volle borden spaghetti loop ik naar de eettafel die Harry zojuist gedekt heeft en leg de borden aan twee kanten tegenover elkaar neer.

"Je gaat mij toch niet serieus vertellen dat je nog steeds dat idiote idee hebt dat iemand je moeder heeft vermoord?" Harry wrijft met zijn hand over zijn gezicht heen en hij gaat aan tafel zitten. Hij legt zijn hoofd in zijn handen.

Ik trek een stoel naar achteren en ga zitten.

"Zo'n heel gek idee is het helemaal niet," stamel ik. "Bert zei dat ze ruzie hadden vlak voor mama's dood."

"Nee, April. Je moeder is niet vermoord, het was gewoon een ongeluk. Besef dat nou eens." Zijn stem komt koeltjes over maar ik weet zeker dat hij zijn boosheid probeert te onderdrukken.

Ik besluit om verder niks te zeggen en zwijgend geniet ik van mijn net zelf gemaakte spaghetti. Ik haat het wanneer Harry mij niet gelooft. Het voelt dan meteen alsof er niemand aan mijn kant staat. Harry staat altijd achter mij, met alles wat ik denk of doe. Waarom nu dan niet... Omdat je Jordy gezoend hebt idioot.

All BLACKWhere stories live. Discover now