11

148 18 0
                                    

Ik staarde uit het autoraam. Ik voelde gewoon dat Luke, die naast me zat, me zat aan te staren. Ik besloot om er niets van te zeggen. Buiten het geluid van de radio, die zachtjes op stond, was het muisstil. Niemand had iets te zeggen en het irriteerde me enorm. Ik draaide me om naar Luke en zag dat hij zijn blik meteen afwendde. Fijn, dacht ik. Begint hij nou weer zo afstandelijk te doen? Best, als hij het zo wil, kan ik dat ook.
"Zijn we er al bijna?", vroeg ik alsof ik nog wat beters te doen had. Luke reageerde niet, Michael ook niet. Ashton die aan het rijden was keek via de achteruitkijkspiegel naar Calum, naar Luke en naar mij op de achterbank. Uiteindelijk antwoordde Calum.
"Weet ik niet." Ashton zuchtte en rolde met zijn ogen.
"Nog vijf minuten", zei hij droog. Calum zuchtte hoorbaar en Michael grinnikte. Luke reageerde er niet op, alweer. Ik knikte.
"Oké", mompelde ik. Was er iemand dood ofzo? Ik bedoel, waarom doet iedereen ineens zo... Triest, zo afstotend, zo... Hoe zeg je dat? Alsof ze van elkaar weg willen, maar het niet durven of willen zeggen. Zoiets?
"Wat is er aan de hand?", vroeg ik voor ik het wist. Ik kreeg meteen vragende blikken in mijn richting geworpen.
"Hoe bedoel je?", vroeg Ashton rustig. Ik keek naar zijn ogen via de achteruitkijkspiegel.
"Nou gewoon, iedereen doet alsof er iemand dood is..." Ashton zuchtte. Luke bleef nog steeds voor zich uit staren, Michael keek even achterom en Calum keek me strak aan.
"Nou?", vroeg ik, wachtend op een antwoord.
"Ik weet het niet", zei Calum uiteindelijk.
"Weet je, jij weet ook niet veel heb ik zo de indruk", zei ik geïrriteerd.
"Kom op, word nou niet boos", probeerde Michael me rustig te houden.
"Nou ja zeg! Deze sfeer maakt jullie toch ook gek? Dus vertel me toch gewoon de echte rede dat het hier zo is!"
"Ly, er is gewoon echt niets. Elkaar zo op de kiezen zitten, maakt het er echt niet beter op... We spreken uit ervaring, laat het los", mengde Ashton zich. Luke had de hele rit nog steeds geen woord gezegd. Ik keek hem om hulp zoeken aan, maar alles wat hij deed, was gewoon zijn schouders ophalen en zijn blik afwenden. Ik draaide me boos van hem weg en draaide mijn armen om elkaar. Boos staarde ik uit het raam. Ik zag dat Michael naar me keek via een achteruitkijkspiegel. Ik probeerde het gewoon te negeren.

Uiteindelijk reed Ashton een parking op. Kwaad sprong ik uit de auto en knalde ik de deur terug dicht. Ik snelde het hotel in en vluchtte de trappen op. Eens ik aan de juiste deur gekomen was, wou ik hem openen. In de plaats van opengaan en erdoor te lopen, bleef de deur dicht en knalde ik ertegen. Geweldig, hij was op slot. Snel probeerde ik de kamer van Luke en Calum. Thank God, open! Ik ging naar binnen en verstopte me op een van de slaapkamers. Huilend liet ik me op het bed vallen. Ergens hoopte ik dat ik niet in Calums kamer was, maar langs de andere kant had ik ook geen zin in een confrontatie met Luke. Afwachten dan maar. Terwijl ik op mijn buik lag, met mijn handen het kussen omklemde en ik mijn gezicht erin verstopte, liepen de tranen op het kussen. Ik voelde me gewoon zo alleen en zo uitgestoten. Samira was er niet meer, de jongens doen zo vreemd tegen me en voor de rest heb ik niemand. Mijn ouders, maar die zie ik liever nooit meer. Ze hadden mijn broer buitengegooid omdat hij een meisje had zwanger gemaakt. Het meisje was inmiddels zijn vrouw en ze waren ondertussen al drie jaar getrouwd. Ook hadden ze twee schatten van kinderen, maar spijtig genoeg heb ik hem na zijn eerste kindje nooit meer gezien. Ons contact verslechterde en uiteindelijk waren we beide te druk dat er niet meer van kwam. Misschien was ik iets te druk met mijn tijd verdoen bij Sam, maar ik kon gewoon niet anders. Ik denk dat elke persoon, diens beste vriend of vriendin in het ziekenhuis lag weg te rotten, er elke moment van de dag bij zou willen zijn.

Mijn gedachtes werden onderbroken door het geluid van voetstappen die de kamer vulde. Ik kneep nog harder in het kussen, als dat dan al mogelijk was.
"Ly? Gaat het een beetje?", vroeg zijn warme stem. Ik voelde de aanwezigheid van twee personen, maar ik wist van maar één iemand dat hij hier was, Calum. Mijn snikken werden luider en nu ook hoorbaar.
"Ly, niet huilen." Ik voelde iemand naast me op het bed zakken. Iemand trok me tegen zich. In een waas zag ik Calums zwarte haren. Hij trok me tegen zich en ik maakte van de situatie gebruik, door hem stevig vast te nemen. Hij wreef rustgevend met zijn hand over mijn rug terwijl zijn andere hand op mijn onderrug rustte. De tweede persoon had inmiddels de kamer al verlaten. Dat wist ik gewoon. Ookal kon ik niet opkijken, omdat ik wist dat ik niets door mijn tranen zou zien.

Terwijl de laatste verloren traan over mijn wang rolde, wreef Calum hem met zijn duim weg.
"Waarom huil je?" Ik keek naar de grond terwijl ik op zijn schoot zat en mijn mouwen over mijn handen getrokken had. Ik zei niets en trok gewoon mijn schouders op.
"Was het omdat we niet wisten wat er was?", probeerde hij voorzichtig. Een paar nieuwe tranen kwamen in mijn ogen.
"Ly, lieverd", mompelde Calum. Ik drukte mijn hoofd terug tegen zijn borst en hij nam me in een omhelzing.
"Ik voel me zo alleen", kwam er uiteindelijk toch uit mijn mond. Verbaasd dacht ik na over wat ik als antwoord zou kunnen krijgen. In ieder geval had ik alles voor mogelijk gehouden , maar wat hij zei, sloeg echt alles.
"Je kan altijd naar me toe komen als er iets is, ik ben er voor je", zei hij. Ik trok me van hem los en keek hem aan. Een kleine glimlach sierde zijn lippen en ik gaf hem een schampere lach terug, terwijl de tranen stilaan uit mijn ogen droogde.
"Wil je misschien hier blijven vannacht?", vroeg hij voorzichtig. Ik keek hem verward aan.
"Gewoon om na te denken, ik slaap wel bij Luke of op de bank ofzo", voegde hij er nog snel aan toe. Ik schudde mijn hoofd.
"Ik denk dat ik gewoon bij Ashton ga liggen vannacht", fluisterde ik zacht. Het verbaasde me dat mijn stem plots terug zo schor was. 'Het is beter als je vandaag nog niet te veel praat', had de dokter gezegd. Ik had daarstraks zitten schreeuwen. Geniaal, echt een heel geniale zet, Ly. Leren nadenken. Kan je dat leren? Achja...
"Oke", antwoordde Calum.
"Is het goed als ik nog even met je mee ga?" Ik knikte.
"Tuurlijk", zei ik schor. Ik stond recht en Calum nam mijn hand vast. In stilte liepen we naar de hotelkamer waar ik verbleef, samen met Michael en Ashton. Toen we binnenliepen, kwam Ashton meteen naar me toe en nam me in een knuffel.
"Wil je gaan slapen?", vroeg hij lief. Ik keek hem recht in de ogen en knikte uiteindelijk. Ik gaf Calum nog een knuffel en zag hoe hij naast Michael op de bank ging zitten. Toen ging ik samen met Ashton de badkamer binnen, waar we onze tanden samen poetsten. Daarna verliet Ashton de badkamer en kleedde ik me om. Toen ik in de slaapkamer kwam, lag Ashton al in bed. Boven de dekens dan wel. Hij had een grijze jogging aan.
"Wil je misschien liever dat ik ook een shirt aan trek?", vroeg hij toen hij me zag kijken. Misschien een beetje bang of twijfelend. In ieder geval niet starend naar zijn six pack, daar had ik even geen behoefte aan, het was voor mij een lange en zware dag geweest. Plots dacht ik aan die pilletjes... Ik begin er morgen mee, een keertje kan geen kwaad toch?
Ik knikte en Ashton stond recht om een shirt te pakken. Snel plofte ik neer aan mijn kant van het bed en wachtte totdat Ashton terug naast me lag. Ik nestelde me tegen hem en wachtte tot de slaap me omving. Het duurde langer dan dat ik dacht.
"Asht, slaap je al?", vroeg ik voorzichtig. Geen reactie.
"Ash?", vroeg ik nog een keer, maar ietsje luider deze keer. Opnieuw geen reactie. Ik zuchtte diep en bedacht dat hij vast al sliep. In de donker voor me uit starend wachtte ik tot ik in slaap viel. Uiteindelijk lukte het, al heb ik geen idee hoe lang ik heb gewacht tot mijn ogen uiteindelijk dan toch dicht vielen.

The stupid bucketlist of my BFF (Ashton Irwin - 5SOS fanfic)Where stories live. Discover now