15

138 18 7
                                    

"Ze had toen pas besloten dat ze met me mee naar Amerika zou komen. Op de luchthaven zakte ze door haar benen. Toen ze in het ziekenhuis bijkwam, beweerde ze dat er niets aan de hand was, ze had het allemaal mis. Ze wist zo goed wat ze wou, ze wist alleen niet hoe. De beslissing die ik nam, veranderde niet alleen mijn, maar ook haar leven. Samen zijn we dan hierheen verhuisd. Op drie maanden tijd leek Sams toestand erop achteruit te gaan. Na lang zeuren kon ik haar overtuigen een dokter te raadplegen. De dokter nam haar niet serieus, dus deed hij gewoon de standaard dingen. Alleen wist ik zeker dat er meer was. Dit was niet de Sam die kende en ik was er zeker van dat ze me het vertelt zou hebben, als er iets was." Ik pauzeerde even om op adem te komen en na te denken over hoe ik verder zou gaan.
"Omdat ik per se de raad van een andere dokter wou horen, probeerden we nog een andere. Deze deed ook de standaard dingen, maar zou niet opgeven. Na anderhalve maand onderzoek, werd er geconcludeerd dat ze kanker had. Ik had een tijdje nodig om het tot me door te laten dringen. Sam had meteen haar studie stop gezet. Een tussenjaar, noemde ze het. Ik kon haar alleen maar de hoop geven dat ze gelijk had, maar ik wist wel beter. Ik wist hoe slecht ze er echt aan toe was. De dokters hadden me gezegd dat de kans heel klein was dat ze erdoor zou komen. Daarom vroegen ze mij om haar aan te zetten een bucketlist te maken. Een fucking bucketlist. Het enige dat ze heeft gedaan waren het zien van de stranden in Miami. Fucking Miami, Calum. Twee weken gingen voorbij en..." Ik kneep mijn ogen dicht en trok mijn handen diep in mijn bloes. Ik vestopte ze zo kort mogenlijk tegen me aan. Voorzichtig plaatste Calum zijn hand op mijn bovenbeen.
"Op die twee weken tijd, was ik haar kwijt", bracht ik uiteindelijk uit. Ik probeerde alle tranen binnen te houden, maar ze wouden niet stoppen met lopen. Alsof ik niet eens meer naar mezelf kon luisteren. Snikkend maakte ik van mezelf een bolletje.
"Ik ben er voor je, beloof me dat je altijd met me praat, Ly?" Hij keek me aan terwijl hij zijn armen om me heen nestelde. Ik probeerde op te kijken in zijn lieve bruine ogen. Omdat ik niets kon zeggen door de brok in mijn keel, knikte ik maar gewoon.
We zater al een tijdje in stilte. Praktisch zat ik tegen Calum aangeplakt. Ik had zijn shirt al een hele tijd in een stevige greep terwijl ik me concentreerde op de stilte. De stilte die naar mijn zinnen té stil was. Terwijl ik nadacht over hoe stil het was, had ik niet door dat er op de deur van Calums kamer geklopt werd. De deur ging voorzichtig open en twijfelend kwam Harry's hoofd tevoorschijn. Toen hij ons zag zitten toverde hij een lach op zijn gezicht.
"Ik ga maar eens", zei hij met een hese stem. Ik weet niet of het kwam door het roepen tijdens het gamen of door mij. Calum mompelde nog iets dat ik niet kon verstaan.
Harry deed de deur terug dicht en Calum liet zich met een zucht terug op het bed vallen. Ik keek hem over mijn schouder aan.
"Wat?", vroeg hij lachend. Ik schudde mijn hoofd om te zeggen dat het niet belangrijk was.
"Vertel nou maar", grinnikte hij met mij mee. Ik schudde opnieuw mijn hoofd terwijl kleine grinniken mijn mond verlieten.
"Oké, dan niet." Ik keek omhoog naar het witte plafond. Calum lag naast me en deed hetzelfde. Alsof we dezelfde gedachtes deelde en er niet over moesten spreken. Het was niet nodig. De stilte was ons gesprek. Een zachte klop was op de deur te horen. Twijfelend ging de deur open. Ik ging recht zitten. Calum keek even op, maar bedacht zich en bleef plat liggen. Ik rolde met mijn ogen en fixeerde mijn blik daarna weer op de deur. Ashtons krullen kwamen tevoorschijn. Een verdrietige en pijnlijke, kleine lach sierde zijn lippen. Ik gaf hem een kleine lach terug. Geluidloos kwam hij de kamer binnen.
"Hey", fluisterde hij. Ik gaf hem nog steeds de kleine lach die ik hem net ook al gaf. Bij het horen van Ashons stem keek Calum op.
"Ik laat jullie even alleen", mompelde hij, waarna hij zich met veel moeite uit het bed trok en de kamer uitslofte.
"Hey", lispelde ik terug, Calum negerend. Ashtond kwam twijfelend naast me op het bed zitten nam mijn hand vast.
"Ik wil de tour 'on hold' zetten." Ik keek hem verward aan.
"Waarom?", vroeg ik verbaasd. Hij keek me recht in de ogen.
"Ik wil je helpen Ly, ik zie toch dat het niet goed met je gaat. Ik wil je helpen."
"Ik dacht dat je niet van iemand kon houden die zo egoïschtisch was... Omdat hij of zij aan zelfmoord dacht, geprobeerd heefd en zelfs daar niet in slaagde." Er kwamen geen tranen naar boven deze keer. Ik had van mijn hart een steen gemaakt. Hetgeen dat Ashton tegen me gezegd had, deed me pijn. Zoveel.
"Het spijt me, Ly. Ik weet niet wat me bezielde. Ik was boos omdat je het geprobeerd had, omdat je er nooit met me over gepraat had. Ik was teleurgesteld omdat je me niet vertrouwde. Ik was verdrietig omdat ik me niet kon inbeelden dat je er door mij niet meer was. Ik kon me niet bedenken waarom je me nooit om hulp gevraagd heb. Ik was kwaad omdat je me nooit om hulp vroeg." Ik had met gebogen hoofd zitten luisteren.
"Het spijt me zo", mompelde ik. Ik durfde hem even niet aan te kijken. Angtig voor welke taal zijn ogen spraken. Zijn ogen spraken zo vaak voor hem. En hij had er geen flauw benul van.
"Zullen we erover praten en een ijsje gaan eten?" Ik knikte en lachte er een beetje mee, niet goed wetend wat precies te zeggen. Eigenlijk wou ik liever niet over mijn gevoelens praten, ook al was het leuk om te weten dat er iemand was die oprecht naar me wilde luisteren en het niet gewoon deed om te weten wat er was. Maar misschien was dat nu net mijn probleem. Ik liet nooit zien wat er was. Ik verstopte me voor de realiteit en school in elk stukje fictie dat ik maar als uitweg kon gebruiken. Hand in hand liep ik met Ashton over straat. Hij was al een paar keer aangesproken geweest en gevraagd om op de foto te gaan. Twee tienermeisjes hadden gevraagd of ik ook op een foto wou. Ik had maar ja gezegd omdat ik niet vervelend over wou komen. Ik had geprobeerd om een zo realistisch mogelijke lach op te zetten. Naar mijn gevoel was dat totaal mislukt, maar de meisjes waren tevreden. We waren al een aantal winkeltjes voorbij en hier en daar lag er een tijdschrift mijn hoofd op. Ashton vertelde me dat ik me er niets van aan moest trekken. Ik besloot het te proberen en liep samen met hem verder naar de ijssalon.

"Wat wil jij?", vroeg hij aan me toen we bijna aan de beurt waren.
"Ik vind het echt niet leuk dat jullie altijd voor me betalen."
"Ly, lieverd, doe nu even niet moeilijk en vertel me wat je wil. Daarbij, je hebt geen baan, geen geld en ik betaal graag voor je. Ik heb geld zat. Ik wil bewijzen dat ik voor je kan zorgen, dat ik om je geef." Een lieve lach scheen op mijn lippen. Toen waren we aan de beurt. De jongen die het ijs schepte, zette een vriendelijke lach op.
"Hallo! Wat mag het zijn, alsjeblieft?" Ashton keek me aan.
"Veras me", glimlachte ik. Het was het eerste beste dat ik kon bedenken. Twee jaar lang had ik geen ijs meer gegeten, dus ik kon me niet meer herinneren welke smaak ik nu het liefste had. Ashton trok zijn schouders op en noemde een, voor mij, vreemde ijssmaak. De jonge lachte vriendelijk en schepte het ijs in twee bakjes. Nadat Ashton betaald had, maakten we onze wandeling naar het park. Bij elke stap die ik zette, leek het alsof mijn handen en benen meer en meer zouden trillen. Ik probeerde er maar niet aan te denken. In het park was het rustig. Aston gebaarde naar een bankje en samen liepen we er heen. Mijn ijsje was inmiddels bijna op. Aston was al even geleden klaar geweest. Ik zuchtte en plofte gelijk met Ashton op het houten bankje dat aan de zijkant van het park stond. Na de laatste paar happen, die ik volledig in stilte had doorgeslikt, vroeg Ashton ofdat ik wel wou dat hij me zou helpen. Al een tijdje had ik erover nagedacht nu, maar ik was er zeker van dat Ashton aan mijn kant zou staan. Dus ik begon met vertellen en hij luisterde aandachtig. Geen enkele keer onderbrak hij me ruw. Pas als ik een adempauze nam, vroeg hij wat hij te vragen had en ik antwoorde eerlijk op elke vraag.
"Waarom wist Calum dit dan?", vroeg hij op het einde. Dat begreep hij dus niet. De denklijn op zijn voorhoofd was zichtbaar en best wel schattig.
"Het lot bepaalde dat hij degene was die toevallig in mijn buurt was al die tijd. Het spijt me zo, Ashton. Ik weet dat ik het had moeten zeggen en zo maar..."
"Ik weet het, het is oké. Ik begrijp het."
"Nee, zeg dat niet."
"Wat niet?" Hij keek me verward aan.
"Dat je het begrijpt. Je begrijpt het niet echt. Jij hebt dit nooit meegemaakt. Je kan het wel proberen te begrijpen, maar je zal het nooit echt begrijpen, Ashton." Ashton keek me schuin aan.
"Ly, ik begrijp je, echt. Beter dan je denkt. Maar ik vind dit niet de juiste plaats of het geschikte moment om daarover te praten." Ik knikte brgijpelijk. Het was duidelijk dat hij het er moeilijk mee had. Hij werd er duidelijk niet graag aan herinnerd. Maar hij zal het me wel vertellen als dat nodig is, ik vertrouw er op.

The stupid bucketlist of my BFF (Ashton Irwin - 5SOS fanfic)Where stories live. Discover now