~5~

87 5 5
                                    

Milou

Het bleek dat Randy was gebeten in zijn onderarm en dat hij veel bloed had verloren. Hij was al snel weer bijgekomen en is nu aan het bijkomen in het ziekenhuis, met een zak bloed naast zijn bed.

Gelukkig kunnen wij wolven onszelf genezen, dus de wond was al snel dicht toen Randy weer voldoende op kracht was gekomen. Het is nu alleen even wachten tot er genoeg bloed in zijn aderen stroomt en dan mag hij weer gewoon naar school.

Ik daarentegen zit weer in de les. Denkend aan wat die vampier gisteravond vertelde.

Mijn ogen waren rood? Hoe kan dat? Ze zijn blauw/groen.

Mevrouw van Dijckhuis, mijn mentor en wiskunde docente, noemt mijn naam en kijkt me bezorgd aan. Ik kijk haar vragend aan.

'Sorry, wat vroeg u, mevrouw van Dijckhuis?' vraag ik zo beleefd mogelijk.

'Ik vroeg of het wel met je gaat. Je bent zo afwezig. Meneer Skedor vertelde me gisteren ook al dat je zat te dromen. Is er iets?' Ze kijkt me doordringend aan en ik slik.

'Nee, er is niets', lieg ik snel. 'Niets om u zorgen over te maken.' Mevrouw van Dijckhuis knikt langzaam, niet zeker of ze me moet geloven.

'Wil je na de les naar me toe komen?' Ik knik en mevrouw van Dijckhuis gaat verder met haar uitleg over wiskunde.

'Soepel.' Ik zucht.

'Reva, nu niet. Ik moet wat bedenken om te zeggen straks.'

Reva is stil en de rest van de les hoor ik haar niet meer.

De les gaat snel voorbij en voor ik het weet is de bel gegaan. Ik sta op en wil weglopen, maar mevrouw van Dijckhuis's stem houdt me tegen.

'Milou, je zou bij me komen. Weet je nog?' Ik zucht en draai me om.

'Oh ja, ik was het bijna vergeten.' Ik glimlach naar haar en loop naar haar toe.

'Waarom ben je zo afwezig? Is er iets aan de hand?' Ik schud mijn hoofd. 'Milou, je kunt me alles vertellen.' Ik zucht kort.

'Goed dan. Een vriend van me is verongelukt', lieg ik snel. 'Hij... is met zijn fiets omgevallen en een auto was te laat met remmen', vertel ik verder.

'Och, meisje! Wat erg voor je! Hoe heet hij?'

'Oh, hij is niet van hier. Hij woont in Amsterdam voor zijn studie', lieg ik weer. 'Hij heeft een gebroken been en gekneusde pols. En zijn rug en nek doen pijn.'

'Oh. Sterkte dan.'

'Dank u', glimlach ik zwak. 'Mag ik nu gaan? Ik ga straks bij hem langs.' Mevrouw van Dijckhuis knikt.

'Ga maar. Ik zie je morgen bij mentorles.' Ik knik en neem afscheid.

BloodbiteWhere stories live. Discover now