~11~

74 5 1
                                    

Milou

'Heey', Randy geeft me een knuffel en we beginnen te lopen naar school. 'Heb je goed geslapen?'

Ik knik kort. 'Jij?' Randy haalt zijn schouders op en haalt een hand door zijn haren.

'Ik kon niet slapen en heb in onze bibliotheek gezocht naar boeken over de uitverkorene. Wist je dat de kleur van je ogen wordt bepaald door je gevoelens?' Ik schud mijn hoofd en kijk hem geïnteresseerd aan. 'Je ogen werden rood toen je vocht tegen de vampiers. Rood staat voor woede. En je ogen werden helder blauw toen je dat krachtendrankje innam. Helder blauw staat voor angst.'

'Dat voelde ik toen inderdaad.' Ik denk diep na. 'Zijn dat dan vooral de basisgevoelens, of?'

Randy haalt zijn schouders op. 'Dat heb ik niet zien staan. Woede en angst zijn wel basisemoties.' Hij trekt een bedenkelijk gezicht. 'Maar ik heb ook iets gelezen over liefde. Dan zouden je ogen roze moeten kleuren. En bij haat zouden ze pikzwart worden.'

'Maar hoe kan dat dan? Ik haat de vampiers, maar ik heb geen zwarte ogen bij hun.' Verward haal ik een hand door mijn haren en trek mijn staart weer wat aan.

'Misschien werd je kwaad om wat hun deden bij mij en kleurden ze daarom rood.' Het is even stil. 'Zullen we anders vanmiddag samen naar de bibliotheek? Om meer te weten te komen over de uitverkorene?'

Ik schud mijn hoofd. 'Ethan wilde dat ik vanmiddag weer zou trainen, na school.' Ik zucht diep en rek mijn pijnlijke spieren uit. 'Hij heeft me gisteren flink laten zweten. Volgens mij weet hij niet wat "langzaam opbouwen" inhoud.'

Randy grinnikt. 'Ik zal wel met hem overleggen of ik samen met je mag trainen. Hij heeft ook zo zijn verantwoordelijkheden. Hij moet ons gebied beschermen tegen vampiers.' Ik knik instemmend.

'Dat is waar. En ik denk dat ik beter opbouw met sporten bij jou dan bij hem.' Randy knikt nu ook instemmend. 'Hoop ik dan.'

Randy kijkt op zijn horloge. 'We moeten opschieten, de bus vertrekt bijna!' Snel trekken we een sprintje door het bos en komen we aan bij de halt aan de bosrand. De bus staat er pas net en snel stappen we in en laten we onze buspas zien.

'Gehaald', zucht ik wanneer ik neerplof op een van de bankjes. 'Dus... Vanmiddag naar de bibliotheek? Hoelaat spreken we af?'

'Half 3?' Ik steek mijn duim op.

'Is goed. Dan moet ik daarna trainen en naar Oliver om hem te helpen met het maken van de drankjes.' Ik grinnik. 'De drankjes moeten niet allemaal zo werken als diegene die ik op had.'

'Ik ga wel mee trainen met je. Weer door het bos?' Ik knik en voel dat de bus begint te rijden.

Woorden: 456.

Ja ik weet dat er geen liedje of foto bij het hoofdstuk staan. De foto lukt nog wel, maar die plaats ik later. Maar ik heb geen flauw idee welk liedje ik erbij moet zetten.

Iemand een voorkeur?

BloodbiteWhere stories live. Discover now