Hoofdstuk 4

59 5 0
                                    

6 maart 1943

Een paar maanden geleden waren de anderen van het verzet naar de verschillende landen vertrokken. Ik heb Anne uitgezwaaid en ik heb haar erg gemist. Tamar heeft mij vele brieven laten schrijven en liet mij beloven dat ik haar groetjes erop zou zetten. Ik heb ze verstuurd maar ik heb heel lang geen antwoord gekregen. Soms hoor ik Tamar huilen boven maar ik zeg altijd dat het goed met Anne gaat. "Ze heeft het heel druk in Engeland en heeft niet veel tijd om zelfs te slapen." Maar ik weet wel beter. Ze doet levensgevaarlijk werk en is misschien nu al wel dood. Ik probeer er alleen niet aan te denken. Laatst dacht ik weer aan hoe ik haar heb ontmoet. Het was nog in de kleuterklas. Ik zat op de schommel en Anne zat op de schommel naast me. Opeens begon ze tegen me te praten. Over hoe ze een kat heeft die altijd op het dak zit en over haar broertje die zich nooit wilt aankleden. We spraken vaker af bij de schommels en werden de beste vrienden. Na een paar jaar werden de schommels weggehaald en nieuwe neergezet. Dat hadden ze ook wel nodig want de oude waren verroest en onveilig. Maar toch... Het was wel alsof ze iets kostbaars van ons afnamen en we het nooit meer terug zouden krijgen.

Op een dag kreeg ik eindelijk een brief terug, ze schreef dat ze het veel te  druk had om te schrijven maar dat ze nu in haar hoofd is geschoten door een hele jonge Mof en nu in het ziekenhuis ligt. Ze heeft het gelukkig overleefd maar ze heeft geen idee hoe die Mof daar is gekomen. Ik zal maar zeggen dat ik zo mijn vermoedens heb...

Ik sloop weer door het donkere steegje met mijn pistool in de hand, denkend aan de eerste keer toen ik Tamar redde uit de handen van Herr Maaslander. Nu was het mijn opdracht om een hele hoge officier te doden: Herr van den Duisteren. Ik rilde al bij de naam. Ik had van de Veldmans een nieuw pistool gekregen voor mijn verjaardag op 3 maart 1942. Ik moest glimlachen bij het idee. Erik die mij een zoen op haar wang had gegeven. Tamar die mij knuffelde en niet los liet en meester Veldman had haar een schouder klopje gegeven. Ik hoorde voetstappen en dook weer in de bosjes. Ja dat was hem! Herr van den Duisteren. Hoe kan het dat al die NSB-ers hier altijd zijn? Vroeg ik mij af. Toen raakte het me. Hier moest vast een geheime ontmoetingsplek van de NSB zijn! Dat moest het verzet weten! Dat was de druppel die de emmer liet overlopen! Ik sloop achter hem aan en schoot in zijn been. Hij draaide zich in een ruk om. Ah chips... Hij had een geweer. Snel schoot ik in zijn hart! Mis! Ik had geen kogels meer omdat ik dacht dat twee wel genoeg zouden zijn... En ze zijn tegenwoordig ook heel duur. Ik rende weg naar mijn huis. Snel klopte ik op de deur: kort, kort, kort, lang. Erik deed open. Ik duwde hem op zij en zei dat hij de deur moest sluiten. Ik stuurde Tamar naar boven door te zeggen "Ik moet iets belangrijks bespreken met Erik en meester Veldman.". Tamar gehoorzaamde. " Het is me niet gelukt om Herr van Den Duisteren te vermoorden maar ik heb hem wel gewond gemaakt aan zijn been." Er klonk een zucht. "Het is goed... We hebben al veel moorden gepleegd op hem maar het is zelfs niemand gelukt om daar levend uit te komen laat staan hem te verwonden!" zei Erik. "Op het spui is een ontmoetingsplek van de NSB-ers, we moeten er heen gaan." Vertelde ik snel om mijn blozen te verstoppen. Meester Veldman zei "Ik pas op Tamar, gaan jullie maar!" 

Erik en ik liepen allebei gewapend met een pistool door het donkere steegje. "Hier is het." fluisterde ik. Met zijn tweeën liepen we erop af. "staan blijven!" werd er geroepen. Erik schoot. Er werd terug geschoten op mij maar gelukkig kon ik het schot ontwijken. Weer een schot en dit keer op Erik, hij ontweek het ook. BOEM! Ik voelde de grond trillen. "Een bom" zei Erik fluisterend. Ik kon niet ontdekken waar die was afgegaan. Weer een schot en deze keer werd ik door de afleiding geraakt in mijn arm. Ik merkte het niet meteen, maar toen voelde ik een raar gevoel in mijn arm. Warm en nat. Ik keek en zag dat ik was geschoten in mijn arm. Toen pas drong het tot me door. Ik was geschoten in mijn  arm! Nu begon het te irriteren en uiteindelijk ook pijn te doen. Erik legde zijn pistool op mijn buik en tilde me op. Ik voelde alleen maar pijn. Ik voelde beweging en we renden weg . Erik ontweek nog meer schoten maar bleef rennen. Ik zag dat Erik mij recht aan keek met een rare glans in zijn ogen...

Ik hield mij sterkNơi câu chuyện tồn tại. Hãy khám phá bây giờ