hoofdstuk 12

42 5 0
                                    

26 augustus 1943

Het was vroeg in de ochtend. Ik hoorde beneden voetstappen, ik liep naar beneden en keek voorzichtig om het hoekje van de keukendeur. Stel je voor, er zou weer een NSB'er in de keuken staan en die moest ik dan weer neer schieten. Ik dacht aan Anne, ze praatte al meer dan een week niet meer tegen mij. Het was Erik, hij zat voorover gebogen zijn koffer in te pakken, ik liep naar hem toe en vroeg: "Hoe laat gaat je boot?". Erik keek geschrokken om. Zijn gezicht klaarde op toen hij mij zag. "Om vijf uur". Ik liep naar de tafel om te helpen in pakken. Ik wilde zijn broek pakken maar ik voelde opeens Eriks hand op de mijne. Ik keek verlegen weg. Hij pakte allebei mijn handen en zo bleven we een tijdje staan. Ik keek naar onze handen, Erik keek naar zijn koffer. Opeens trok een sterke hand mij tegen hem aan. Ik keek Erik in zijn ogen, en hij keek naar mij. Ik had nog nooit opgemerkt dat hij gouden spikkels in zijn ogen had. Ik voelde Eriks armen om mijn rug heen en ik sloeg de mijne om zijn nek. "Ik wil niet dat je gaat." "Toch ga ik." "En het verzet dan? Wie is nu de leider?" "Vertrouw mij maar, het verzet ligt in goede handen. Luister Charlotte." Zei Erik. "Mijn vader vond jou nooit helemaal geweldig maar hij moest je wel toelaten tot het verzet. Met één meer sta je altijd sterker." Ik legde mijn hoofd op zijn schouder en Erik legde zijn hand op mijn hoofd. Het voelde beschermend. "Het komt goed, ik kom snel weer terug. Je hebt mijn hulp niet eens nodig." "Maar dat heb ik wel. Iedereen gaat weg, nu is alleen Anne er nog. En voor je het weet moet zij opeens naar een kamp." "Tuurlijk niet." Fluisterde Erik in mijn oor. "Ik kom zo snel mogelijk terug." "Maar wat als het niet snel genoeg is?" Erik trok mij nog dichter tegen hem aan en rustte zijn wang tegen de mijne. "Het zal nooit niet snel genoeg zijn." Ik liet een diepe zucht en sloeg mijn ogen neer. Erik kwam dichterbij en kuste me. Het was een gevoel, een gevoel dat ik nog nooit eerder heb gehad. Pin me er niet op vast wat ik nou precies voelde. Het was een gevoel van verlangen. Een gevoel dat mij naar meer liet smaken. Ik wilde dat het moment voor eeuwig zou blijven duren. Ik heb zo lang voor de anderen gezorgd, dat ik haast was vergeten hoe het is om voor je gezorgd te worden. "Charlotte?" Blies Erik zachtjes in mijn oor. "Ja?" "Wil jij me straks uitzwaaien?" "Natuurlijk wil-" Opeens deed Anne de deur open. Erik en ik lieten elkaar snel los. We deden alsof we even hadden staan praten maar Anne had door wat er was gebeurd. "Snap je nu hoe ik over Ben voelde? Snap je nu dat als je beste vriendin nota bene, degene vermoord van wie je houdt, je je gebroken voelt?" Ze draaide zich om en marcheerde de deur uit. Ik begon te snikken. Anne had gelijk. Nu snapte ik pas echt hoe het was. Erik pakte me beet. Mijn tranen liepen in zijn shirt. "Jij kan er toch niets aan doen? Hij was van de NSB. Het was je instinkt." Toen hij mij eindelijk los liet, pakte hij mijn hand en deed hem open. Erik stopte de penning van het verzet erin en sloot mijn hand. Ik keek Erik aan, kuste hem nog één keer op zijn wang, en liep de kamer uit. Ik gloeide van binnen, en niemand kon dat vuur nog doven. Vandaag niet in ieder geval.

Om kwart voor vijf waren we op de kade. Mijn penning zat veilig aan de binnenkant van mijn zomerjas. Niemand zou ooit zijn handen erop kunnen leggen behalve ik. "Ik ga je missen." "Ik jou helemaal niet." antwoordde ik met een glimlach. "Ik ben verliefd." "Niet zeggen!" Ik gaf hem een stomp. "Goed, ik ben niet verliefd." Hij trok een heel debiel gezicht. Lachend viel ik in zijn armen. Over Eriks schouder zag ik Anne glimlachend toekijken. Maar toen ik me los maakte en naar haar toe liep, keek ze strak voor zich uit. Dat was al een paar dagen haar nieuwe tactiek. Doen alsof ik onzichtbaar was tenzij ze ruzie kon maken. Ik nam het haar niet kwalijk. Ik wist nu immers ook hoe het is om verliefd te zijn. Ik liep weer naar Erik en hij sloeg zijn arm om me heen. Ik had mijn medaillon dat ik uit mijn moeders kistje had gekregen, om mijn nek hangen. Ik weet het, het was een stom idee maar ik gaf het aan Erik. Ik wou dat hij iets had dat van mij was geweest. Hij deed het om en deed het medaillon onder zijn shirt. Hij wist hoe erg ik eraan gehecht was.. Ik besefte nu pas hoe veel ik hem zou missen. Het zou zo anders zijn. Opeens overspoelde me de angst weer dat Anne opgepakt zou worden. Als ik weer thuis was, zou ik meteen naar Tamar moeten schrijven. Van een lange, harde toeter schrok ik op. De boot legde aan en een paar mensen stapten al op. Ik zag een familie Joden opstappen. Gelukkig werden die nu naar een veilige plek gebracht. Ik keek Erik aan. Hij had tranen in zijn ogen. Ik gaf hem nog één laatste knuffel, en Erik en Joris stapten op de boot. Eventjes, héél eventjes, dacht ik eraan om achter Erik aan te rennen. In zijn armen vliegen en nooit, nooit meer loslaten. Meegaan naar Engeland... Maar het verzet zou niet zonder mij kunnen. Nee, ik moest blijven. Voor het verzet. Voor Tamar.

Op de terugweg was ik erg stil. Ik wist niet wanneer en of Erik terug zou komen. Anne negeerde me gewoon weer. Dat vond ik nu niet erg. Ik had tijd nodig om na te denken. Thuis lag er een brief op de mat. Hij was van Tamar. Ik zette Erik even uit mijn gedachten en pakte de brief op. Toen ik rondkeek om hem aan Anne te laten zien, was ze als een zombie de trap opgelopen, op weg naar haar kamer. Ik ging zitten en streelde de envelop. Mijn naam stond erop in krulletters. Dat had Maria vast gedaan.

Lieve allemaal,

Ik mis jullie. Wanneer zie ik jullie weer? Ik moest me al eens verstoppen maar ze hebben me niet gevonden. Ik ben ook heel goed in verstoppertje spelen. Maria en Bob zijn heel lief voor mij. Vaak eten we broodjes maar straks eten we pudding heeft Maria gezegd. Ik moet ze oom en tante noemen. Ik heet nu ook Edith en ik kom uit Nijmegen. Ik ben hier omdat ik mijn papa en mama kwijt ben. Als iemand iets vraagt moet ik dat zeggen. Ik teken veel met jouw potloden Charlotte. Mijn hele kamer hangt vol. Deze heb ik voor jou gemaakt. Vind je hem mooi?

Dáág,

Tamar

Hoi Charlotte,

Ik ben heel bezorgd dat deze brief onderschept wordt. Als je hem krijgt, stuur dan meteen een brief terug. Als ik voor 1 september nog geen brief terug heb gekregen, zal ik je komen opzoeken.

Groetjes

Maria

Er zat een tekening van een lief hondje bij. Ik drukte het tegen mij aan. Ik zou later terug schrijven. Toen ik naar boven liep, dacht ik aan Anne. Ik schoof de brief onder haar deur door, en liep naar mijn kamer. Ik hoorde Anne naar beneden lopen. Ik legde de tekening op mijn bureau. Toen pas zag ik dat er nog een brief lag. Ik herinnerde me de brief van een paar maanden geleden.

Beste meneer Veldman,

Reeds ben ik tot de ontdekking gekomen dat u de leider van het verzet bent. Ik heb u wat te melden. Zoals u weet, is Freya nog in Engeland. Zij is helaas vermist geraakt en we vrezen het ergste. Bij enige aanwijzing dat zij nog in leven is, zal ik u melden.

Hare Koninklijke Hoogheid

Wilhelmina van Oranje-Nassau

Ik kon het niet geloven. De koningin had naar mij geschreven. Maar nu dacht ze vast dat ik heel asociaal was omdat ze al maanden niets terug had gehoord. Ik pakte pen en papier.

Geachte Hoogheid,

Er zijn een paar dingetjes

Hier stopte ik even. Hoe zou ik dit het beste kunnen schrijven? Er zijn een paar dingetjes verkeerd gegaan? Er zijn een paar dingetjes minder handig? Een paar dingetjes... gebeurd waarover ik verder niet kan informeren wegens kans op onderschepping. Ja dat zou hem worden. Ik maakte de brief af en legde uit dat ik nu de leider was. Ik las nog even over het eindresultaat.

Geachte Hoogheid,

Er zijn een paar dingetjes gebeurd waarover ik verder niet kan informeren wegens kans op onderschepping. Vandaar dat het een tijd geduurd heeft om terug te schrijven. Wat ik wel kan vertellen; ik ben de leider nu sinds het voor de vorige leider(s) niet meer veilig was. Ik ga niet in details. Het handigste zou zijn om even met u te kunnen vergaderen in het geheim. Ik wacht op uw brief.

Met vriendelijke groeten

C.N.

Ja dat leek goed en anoniem genoeg. Er zijn heel veel naamcombinaties mogelijk met C.N.. En het hoefde ook niet per se het verzet te zijn waar ik over praatte. Niemand zou er ooit achter komen dat ik het was. 

Ik hield mij sterkWhere stories live. Discover now