Hoofdstuk 8

39 5 0
                                    

Nog steeds 28 juli 1942

Ik liep naar benden en vertelde de andere wat Tamar mij net had verteld. Zij hadden net zo aandachtig zitten luisteren als ik. Om elf uur zei ik dat ik ging slapen maar meester Veldman hield mij tegen. " Over Tamar, als Anne terug was zou ze vertrekken." zei meester Veldman. Ergens in zijn stem hoorde ik verdriet. 
's nachts ging ik naar Erik toe en maakte hem wakker. Erik keek verward op maar toen hij mij zag klaarde zijn gezicht op. "wat kom je doen?" vroeg hij zachtjes. "kom even mee naar de huiskamer" we liepen zo zacht mogelijk de trap af en ik maakte Anne ook wakker. Toen zaten we met z'n drieën beneden en ik vertelde waarom ik ze wakker gemaakt had. "We moeten Tamar helpen" zei ik. " wat is er aan de hand dan?" vroeg Anne niet begrijpelijk. "Als jij terug was moet Tamar weg" zei ik met verdriet in mijn stem.

30 juli 1942 
We waren alle drie inslaap gevallen Erik in de stoel van opa, Anne op mijn schouder en ik op de bank. Alles verraadde onze nachtelijke bijeenkomst, drie koppen thee op het bijzettafeltje en de inslaap gevallen mensen op de bank en in de stoel. We werden wakker van geklop: kort, kort, kort, lang. Erik liep naar de deur en daar stond Joris. Erik liet hem binnen en Anne had ondertussen koffie gezet terwijl ik Tamar wakker maakte en haar zelf liet aankleden. Ik had met haar afgesproken dat ze naar beneden zou komen als ze aangekleed was. "En, wat brengt jou hier?" vroeg ik aan Joris. " Jij zat toch in Engeland?" vroeg Anne verbaasd. "Heb jij nou een Engels soldatenpak aan?" Hoorden we een stem vragen achter ons. "Ja, meester Veldman" antwoordde Joris. Joris ging zitten en vertelde het verhaal: ik was op weg naar de koningin toen ik werd aangehouden door een soldaat. Een Engelsman, ik was opgelucht. Hij vroeg mij te salueren. Ik deed maar wat mij gevraagd werd. Ik salueerde en hij vroeg of ik een Engelse soldaat wilde worden. Ik antwoorde: " Sir, that offer I cannot deny. I do, however, need to go to my appointment with the Dutch queen first. At 14:15 in the Kensington Park?" Hij keurde mijn aanbod goed. Vol goede moed ging ik naar de koningin. Ik kreeg een kopje thee en veel respect. We praatten even over wat we nu verder met haar gingen doen en hoe ze zo het verzet kon helpen. Om 14:15 was ik in het Kensington Park. Opeens werd er geklopt. "Niet opendoen." zei meester Veldman. Maar Anne stond lachend op en liep naar de deur. Blijkbaar verwachte ze iemand want even later kwam ze terug met een jongen. Hij was ietsje groter dan haar maar waarschijnlijk wel haar leeftijd. "Dit is Ben." zei Anne toen ze de vragende gezichten zag. "Ik heb hem ontmoet in Engeland. Zelf komt hij ook uit Nederland maar hij is in 1935 verhuisd naar Canada." "En nu ben ik weer hier." zei Ben met een grote grijns. "Hoe weet hij dat je hier bent?" vroeg ik verbaasd, "ik bedoel je kan ook ergens anders zijn". "Ik heb hem verteld waar ik woon." zei Anne licht geïrriteerd. Ben grijnsde en gaf Anne een kus. "HELP!" Tamar schreeuwde, "HELP! Er staat een vreemde man voor de deur!" Snel liep Erik naar de deur en keek door het kijkgaatje. "Shit" vloekte hij. "Tamar, verstop je onder het bed van de zolder en trek er dozen omheen." Tamar deed wat haar gevraagd werd. Zenuwachtig liep ik naar Erik toe en keek zelf ook door het kijkgaatje. Ik kon mijn ogen niet geloven, daar stond Herr van den
Duisteren. Er klonk een woest geklop. "Aufmachen! Schnell!" Werd er geroepen. Erik deed open en zei zo rustig mogelijk: " Gütentag, Herr van den Duisteren. Was Führt Sie hierher?" Ik moest lachen om dat gebroken Duits van Erik. "Ich komme zu Ihnen nach Hause zu Juden suchen" snauwde Herr van den Duisteren. "Wir haben keine Juden versteckt!" riep Erik uit. Meester Veldman was inmiddels aan komen lopen. En mengde zich in het gesprek." Laat die man het huis doorzoeken, hij vraagt het tenminste, hij ramt de deur niet in en duwt je niet opzij om er langs te kunnen." Meester Veldman zat er blijkbaar niet zo mee als Tamar gevonden zou worden. Verdrietig keek ik hem aan. Hij keek mij aan alsof hij een plannetje had en wees zo ongezien mogelijk op zijn buik. Had hij daar nou een pistool? Zag ik dat nou goed? Vragend keek ik hem aan. Hij gaf me een klein knikje. Hij had dus een pistool. Ik zat vol met spanning. "Kommen Sie, Herr van den Duisteren" zei ik op mijn beste Duits Erik keek mij verbaasd aan. Herr van den Duisteren stapte binnen en smeet de deur dicht. Ik kon nog net mijn hand wegtrekken anders had hij er tussen gezeten. Herr van den Duisteren begon te schreeuwen:"Jeder auf und die Hände nach oben!" Iedereen ging staan en deed zijn handen omhoog. Snel fouilleerde hij alle mensen op pistolen en andere dingen. Ik zag dat meester Veldman in de stress raakte, hij tikte Erik op zijn schouder, gaf hem zijn verzetsleiderspenning en wachtte rustig op Herr van den Duisteren. Erik gooide de penning snel naar mij toe toen ik was gefouilleerd. Nadat Erik klaar was liep Herr van den Duisteren op meneer Veldman af. Hij stond er heel rustig bij. Zodra Herr van den Duisteren bij meneer Veldman aankwam, begon hij te schreeuwen. "Sie haben eine Waffe? Würde mich umbringen? Dies ist nicht nur, weil sie zu stehen verwendet zu haben." " Ich wollte absolut nicht töten, aber ich selbst zu verteidigen." antwoorde meester Veldman. "Ich bin verpflichtet, Sie zu verhaften. Der Führer wird entscheiden, was passieren wird." snauwde Herr van den Duisteren. Ik zag dat Erik tranen in zijn ogen had. Maar hij wilde niet dat iemand het zag. "Mitkommen" snauwde Herr van den Duisteren. Hij pakte meester Veldman stevig beet en trok hem de deur uit.

Ik hield mij sterkWhere stories live. Discover now