Hoofdstuk 20

33 5 0
                                    


17 januari 1944

Ik duwde voorzichtig de deur van het thuisfront open, keek om me heen en liep naar binnen. Benjamin was me komen halen om te zeggen dat er bericht was van Erik. Ik was met hem meegegaan en hebben allebei een andere weg genomen. Nu was ik hier en ik was opgewonden. "Ik heb het opgeschreven voor je, Charlotte" zei Bert. Ik pakte zijn papiertje aan en begon te lezen.

Lief, Lief, Scheetje,

Wat ben ik blij dat je nog verkering met me wilt. Toen Alfred kwam met je bericht wist ik dat er een zendmast aanwezig moest zijn, en weet je waar hij was? Gewoon boven mijn hoofd. Ik ben zo blij! Ik blijf 17 januari de hele dag hier, bij de zendmasten, om te communiceren. Albert heeft mij uitgelegd hoe je moet zenden. Kun jij dat ook aan Bert vragen? Dan communiceert het makkelijker. Veel kusjes en liefs Beertje.

"Bert, leg me uit hoe ik moet zenden dan neem ik het over van je voor een dag." Bert legde me het uit, ook wat alles betekende en dat ik zijn code moest gebruiken. Ik begon.

C: Lief, lief Beertje,

Ik ben ook de hele dag aanwezig. XXX Scheetje

Een paar minuten daarna kreeg ik een reactie;

E: Het spijt me, het was zo dom van me.

C: Het is al goed.

E: Nee het is niet goed. Ik had beter op moeten letten. Ik had beter moeten zijn.

C: Luister, ik wil niet dat jij zo over jezelf denkt.

E: Nee, als ik beter had opgelet, als ik beter was geweest dan was dit niet gebeurd. Ik vertelde mijzelf dat ik stom was, dat niemand dit ooit zou kunnen vergeven.

C: Hou je kop, het kan mij niets schelen. Ik wil alleen jou en ik zou je zelfs een moord kunnen vergeven. Jij blijft voor altijd mijn Erik. Mijn Beertje.

E: Ik weet het niet meer Char...

C: Als je hier was, zou ik je zoenen, zo waar iedereen bij is. Beertje, Ik vergeef het je. Waar jij gaat, ga ik.

Ik hoorde gestommel voor de deur, iedereen was er, ik schreef snel het laatste berichtje naar Erik;

BETRAPT! XXX

Ik gooide het doek over de zendmast en dook onder de tafel, terwijl ik riep: "Zoek dekking!"

Iedereen verstopte zich op de afgesproken plek. Er kwam één man binnen, één maar dacht ik, toen hij in het licht stapte zag ik wie het was. Ik kroop onder de tafel vandaan, en vloog in de armen van Meester Veldman. Hij knuffelde mij en keek mij recht aan. "Wat doet u nou hier?" vroeg ik terwijl ik de anderen wenkte. "Ik ga je het vertellen."

"Na dat ik werd opgepakt op 30 juli 1943. Werd ik naar de verhoorkamer van de Moffen gebracht. Daar hebben ze mij kort en klein geslagen." Hij liet zijn littekens zien, eentje vlak onder zijn wenkbrauw net als ik, vijf op zijn arm, zeven op zijn benen en twee blauwe ogen.

"Veel verwondingen zoals jullie zien. Nu hadden ze Erik een brief geschreven en ik moest vertellen waar hij woonde en hoe hij heette. Dan zouden ze mij laten gaan. Ik vertelde de woonplaats van de buren. Toen ze Erik erop zagen staan hebben ze hem in de bus bij Erik gedaan hoop ik?" Hij keek rond, zijn blik bleef hangen bij mij en Anne. "Waar is Erik?" "Hij is opgeroepen voor het Duitse leger, maar hij is niet gegaan. Hij zit bij U weet wel wie ik bedoel " antwoorde ik. "Oh, waarschijnlijk ging die brief daar over. Joris heeft er ook een neem ik aan?" Ik knikte langzaam. "Goed, ik ga verder vertellen" "Ik moest meekomen en ik dacht dat ze me vrij gingen laten dat hadden ze tenslotte beloofd, maar ik had hun verkeerd begrepen. Ze gaven me vrijheid, ik mocht rondlopen en koffie drinken. Verder mocht ik niet meer dan anderen. Ik zat maar in mijn cel, las een boek dat ik niet eens interessant vond. Het was een boek geschreven door Hitler." Bij Hitler deed hij alsof hij moest overgeven. Ik zag hem nadenken waarschijnlijk over hoe het boek heette. "U hoeft niet te vertellen hoe het boek heet, we gaan hem toch niet lezen." "Het heette Mein Kampf. Ik smeet het door mijn kamer en pakte de foto van het verzet en mijn gezin, uit mijn broekzak. Ik wreef over de wang van mijn vrouw en dochter, Erik gaf ik een schouderklopje. Er rolde een traan over mijn wang. Ik kon het niet geloven, ik zat in die verdomde gevangenis, en mijn vrienden, jullie en andere leraren, en mijn gezin was vrij. Elke dag als de Duitsers mijn eten kwamen brengen, smeekte ik om me vrij te laten. Elke dag kwam er een klap op mijn oog. Vandaag, liepen ze met mij naar huis, ik mag een koffer pakken. Ik glipte snel de kelder in en liep onder de grond hier heen, hier ligt mijn koffer namelijk." Hij wees naar een koffer in de hoek van onze thuisbasis. 'VOOR NOODGEVALLEN' stond er boven. Hij liep er naartoe, pakte het koffer en liep weer weg net zo snel als hij gekomen was. Iedereen was bedroefd. Ik zei dat iedereen naar huis kon behalve Anne. Ik schreef een berichtje naar Erik:

Je vader was hier, hij mag één koffer pakken. Dat koffer dat bij onze TB staat. Hij geeft je iedere dag een schouderklopje, via de foto van zijn gezin. XXX Scheetje.

Ik sloot de Thuisbasis af en samen met Anne liep ik naar huis. Allebei via een andere weg.  

Ik hield mij sterkWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu