IV. Visiting

323 34 19
                                    

"Rij jij of rij ik?" vraagt Amir aan mij, terwijl we de trappen die voor het paleis liggen naar beneden lopen. "Nee, ik rij deze keer heb er best wel weer even zin in" zeg ik tegen Amir. Hij geeft mij de sleutels van mijn auto. Ik kijk voor een momentje naar rechts naar de prachtige paleistuin. "Ik zweer het Amir, die tuin wordt publiekelijk als ik de regels mag bepalen" zucht ik.

Amir grijnst en zegt "Mooi plan, die tuin is veel te mooi om privé te houden". De paleistuin is namelijk niet voor burgers te bezoeken, terwijl er heel veel geld wordt uitgegeven om de prachtige, groene tuin in vorm en topconditie te houden.

Terwijl de tuin rechts ligt, lopen we naar links, een smalle trap af naar het wagenpark van het paleis. Ik pak de sleutel uit één van de zakken van mijn gewaad en open de deur van de garage. Een aantal auto's staan geparkeerd. Een groot deel is van het personeel wat niet inwoont in het paleis. Achter een hek staan nog drie auto's.

Twee daarvan zijn van mijn vader. Het zijn grote luxe auto's, waaronder een Tesla die hij heeft laten importeren. Daarnaast staat mijn zwarte Mercedes G-klasse geparkeerd. Ik haal de deuren van de vergrendeling met de kleine afstandsbediening. Amir gaat in de bijrijdersstoel zitten en ik stap aan de bestuurderskant in. Ik sluit de redelijk zware deuren en steek de sleutel in het contact.

Mijn stoel versteld in de door mij vooraf ingestelde houding en de motor start met een ronkend geluid. De klanken van een illegale R&B CD klinken door de speakers van de auto. R&B is net als Pop, Rap en nog vele andere soorten muziek, door mijn vader verboden. Er wordt alleen klassieke muziek uitgezonden op het enige radiostation van het eiland. Ik heb er een hekel aan, niet alleen omdat ik het niet prettig vind klinken, maar ook omdat het mij erg doet denken aan de dwingende manier van regeren van mijn vader.

Een koning hoort een man van het volk te zijn, niet iemand die zelf alles maar bepaald omdat hij dat het prettigst vindt. Ik rij tot de wit getekende streep op de grond en de garagedeuren gaan vanzelf open. Ik rij de garage en de poorten van het paleis uit, en draai een verharde weg op.

"Waarom wil je eigenlijk naar de gevangenis toe Nate?" vraagt Amir. "Omdat ik wil zien hoe het er uit ziet voordat ik ergens voor teken" zeg ik. "Je hebt er al voor getekend toch?" vraagt hij. "Ja, maar het ligt nog bij mijn administratie, ik ga niet blind ergens voor tekenen" zeg ik. "Logisch".

Ik ben al een paar jaar niet meer bij de gevangenissen geweest, en heb geen idee hoe mijn vader het nu achter wilt laten. "Had jij nog informatie gekregen van je vader over hoe het nu is? Hoeveel gevangenen er zijn of zoiets?" vraagt Amir. "Nee, daar moeten we zelf straks achter komen" zeg ik.

De rest van de rit verloopt rustig. De gevangenis ligt best afgelegen van het dorp wat op het eiland staat. Ik snap het wel, je wilt het niet in je eigen achtertuin hebben staan. We slaan een weg in die richting de gevangenis loopt. Het asfalt wordt vervangen door oude betonplaten. Na een paar honderd meter stoppen we voor de poort van de gevangenis.

Het is een hek met een ijzeren raster. Erboven hangt prikkeldraad. Als ik links en rechts kijk zie ik dat het hek zo rondom het hele complex loopt. De poorten worden automatisch geopend. Ik rij door en parkeer mijn auto op de speciale parkeerplaats van mijn vader.

Amir en ik stappen uit en worden gelijk begroet door een Arabische man in een strak pak, de directeur van de gevangenis. "Goedemiddag Prins, fijn dat u een bezoek komt brengen aan dit complex." zegt hij glimlachend. "Ik kom even kijken omdat ik binnenkort het bestuur van dit complex overneem. Is dat bij u bekend?" vraag ik de man. "Jazeker Prins" zegt hij.

"Ik kan u een rondleiding geven door het complex?" vraagt de man. "Graag" zeg ik. Het is een gekke gedachte dat een man van misschien wel in de veertig mij als 21 jarige aanspreekt met u. Maar het hoort er bij en ik kijk er niet meer van op.

PrinceWhere stories live. Discover now