XXII. Shouts

255 28 21
                                    

Met hoofdpijn staar ik uit het raam van mijn slaapkamer. De tuin ligt er prachtig bij met de zon die onder gaat. Ik ben net terug van het diner waar zowel Michael als Lucas niet bij waren. De hele situatie met Michael geeft mij slapeloze nachten en enorme hoofdpijn.

Ik vind hem wel leuk, maar het mag niet. Ik kan mij nu al voorstellen dat mijn vader mij uit het paleis zou schoppen voor deze reden. Laat staan het vertrouwen dat het personeel in mij heeft. Misschien wordt Michael wel het pispaaltje.

Ik moet hem vergeten, maar ik kan geen uitweg bedenken. Het is hoe dan ook een feit dat dit eiland later geleid gaat worden door twee koningen, maar het volk zou nooit accepteren als een gevangene de leiding neemt samen met mij.

Hoewel, hoe komen ze aan de informatie dat hij een gevangene is. Het lekt uit. Die dingen lekken altijd uit.

Ik wordt uit mijn gedachtes gerukt als mijn deur met een klap open slaat, en de deurklink weer een stukje uit het pleisterwerk van de muur af laat brokkelen. Lucas komt met een dreigende houding mijn kant op lopen. "Hee, staan blijven!" hoor ik Amir roepen vanaf de hal. Hij komt de ruimte binnen terwijl hij de knoopjes van zijn overhemd tevergeefs dicht probeert te doen.

Zijn flink gespierde, maar harige borst is prominent in de ruimte aanwezig. "Mag ik even met de Prins praten Amir?" vraagt Lucas, met een vreemde rustige ondertoon. Amir kijkt mij aan en ik geef hem een klein knikje.

Hij sluit de deur en niet veel later hoor ik zijn deur met een klap dichtslaan. "Wat dacht jij wel niet" zegt Lucas plots. "Lucas het is nog steeds u voor jou." zeg ik waarschuwend en verbaasd. "Niet voor Michael" zegt hij met een spottende ondertoon. "Hoe bedoel je?" vraag ik hem zacht. "Wat dacht je? Oh ik kus een medewerker en laat hem daarna keihard vallen".

Plots valt de realisatie. Michael heeft alles aan Lucas verteld. "Dat is niet hoe het ging" zeg ik met een zucht terwijl ik weer uit het raam staar. De zon is bijna helemaal onder, en de horizon is fel oranje gekleurd. "Hoe ging het dan wel Nathan?" "Het is Prins voor jou!" roep ik fel naar hem. Ik zie in zijn ogen dat het hem afschrikt, misschien slaat hij nu dat toontje eindelijk van hem af.

"Het gaat jou niet veel aan Lucas" zeg ik. "Michael is een goede vriend van mij geworden, we kennen elkaar nog maar een maand zo ongeveer, maar ik ben hem gaan vertrouwen en waarderen. Denk je nou echt dat hij met dit probleem niet naar mij zou komen? Die jongen is kapot, hij zat huilend aan een studiebureau vanda-" "Ja okay zo is het genoeg" onderbreek ik hem.

Lucas slikt duidelijk, wachtend op wat er komen gaat. "Het is wel veilig bij mij" zegt hij. "Wat?" "Uw geheim" zegt hij zacht. Ik kijk hem vragend aan. "Uw geaardheid" zegt hij voorzichtig. "Dat waardeer ik" zucht ik. Ik bedenk mij dat er nog niemand van het andere personeel is die van mijn geaardheid weet, behalve Amir en nu dan dus Michael en Lucas.

"Ik denk dat u met hem moet gaan praten, die jongen is helemaal gebroken" zegt Lucas. "Lucas ik weet zelf wel wat ik kan doen" zucht ik. "Ik denk het hij op dit moment weer zit te huilen en zich af te vragen waaro-" "Lucas!" roep ik. "Wat?" roept hij fel terug.

Deze jongen haalt zo het bloed onder mijn nagels vandaan. Ik negeer het en besluit dat gene te doen wat er bij mij als eerste in mijn hoofd op komt. Ik loop mijn slaapkamer uit terwijl Lucas nog in de kamer aanwezig is. In de hal voel ik ogen in mijn rug branden, maar ik negeer het en loop stug door.

Terwijl ik van de ene linker vleugel naar de andere linkervleugel loop, en de zwakke verlichting aan de muren de ruimte verlicht loop ik de ruimte van het secretariaat in. Aan het sleutelkastje aan de muur van het lege kantoor haal ik de vijfde sleutel, die van personeelsverblijf vijf.

Ik loop weer terug de hal in en voel direct weer het gevoel aangestaard te worden. Weer negeer ik het en vervolg ik mijn weg. Ik loop het halletje in en stop bij de vijfde deur. Ik probeer de deur te openen, maar zoals verwacht is de kamer van binnen op slot gedraaid.

Ik had bijna niet anders verwacht van hem. Ik steek de sleutel in het slot en draai de deur van het slot af. Ik open de deur en laat deze bijna direct weer dicht vallen. Ik klik de lichtschakelaar om die naast de kamerdeur zit en de plafondlamp verlicht de kamer.

In het bed zit Michael rechtop met een ontbloot bovenlijf. De helft is zichtbaar, de rest is bedekt onder de witte lakens. "P-p-prins?" stottert hij, terwijl hij een traan uit zijn ogen veegt. Er zit een bepaalde angst in zijn ogen. Ik pak de stoel bij het bijzettafeltje vandaan en ga naast het bed zitten.

"Moest je het nou vertellen?" vraag ik. Ik weet zelf niet eens hoe ik die zin moet brengen, of ik het streng moet brengen, of dat Lucas gelijk heeft en ik dit niet mag doen met hem. "Ik moest wel" "Waarom?" "Omdat ik met niemand kan praten hier." "Je weet dat dit mijn kop kan kosten?" "En je weet dat je mij hebt laten stikken" zegt hij fel, met een boze ondertoon.

"Ja dat weet ik, maar dit kan mij mijn baan kosten, en de jouwe ook aangezien mijn vader nogsteeds alles kan overstemmen wat ik heb beslist." zeg ik. Dat laatste lieg ik, want ik heb nog altijd de macht over de gevangenen. Een leugentje om best wil mag in deze situatie best vind ik zelf.

"Maar Na.. eh, Prins. Voelde u nou niets met die kus?" vraagt Michael zacht en met een fragiele toon. Ik kijk nar hem. Het stuk lichaam boven zijn ribben wordt lelijk verlicht door de plafondverlichting. Toch ziet het er mooi uit. Zijn lichaam heeft een iets lichtere kleur dan zijn hoofd zelf.

Zijn huid ziet er zacht uit. Ik wil het aanraken, zou het net zo zacht zijn als zijn buik toen hij mij troostte met de lunch. Nathan stop nu! Het mag niet. "Het mag niet Michael" zeg ik nors als ik mij realiseer dat ik mijn gedachtes weer de verkeerde kant op laat lopen. "Liefde kies je niet, liefde krijg je" zegt Michael.

Ik kijk hem aan in zijn felblauwe ogen, die met tranen zijn doorlopen. Er valt er net één uit zijn ooghoek op het moment dat onze ogen contact maken. "In sommige situaties is het beter om liefde te negeren." zeg ik. "Ik zou graag willen dat je dit niet verder verspreid Michael, ik kan je gratie intrekken hou dat in je achterhoofd" dreig ik. Ik zie de blik in zijn ogen verspringen.

Ik heb hem gekwetst. Hoofd omhoog houden Nathan. Ik sta op en zet de stoel weer terug bij het bureau. "Voelde je dan niets? Verdomme wat ben jij voor persoon? Je bent gay, we zijn beide gay, je voelde toch wel iets Nathan?" hoor ik Michael huilend, bijna schreeuwend aan mij vragen.

Hoeveel moeite het mij ook kost, ik loop toch door. Ik open de kamerdeur en hoor Michael nog net schreeuwen voordat ik de deur dicht gooi. "Zeg het dan, dat die kus tenmiste iets voor je betekende!". Ik sluit de deur en laat een diepe zucht uit.

"Het betekende wel wat voor mij Michael" fluister ik zachtjes in mijzelf. "Serieus?" hoor ik een stem vragen. Ik kijk op en de ogen van Amir branden bijna door mij heen. "Waarom volg je mij Amir?" vraag ik hem. "Ik ben je lijfwacht, en je beste vriend weet je nog? Zo'n persoon waar je je geheimen en gevoelens mee deelt?" zegt Amir met een gefrustreerde toon.

Ik loop langs hem heen terug richting mijn eigen kamer. "Waar ga je naar toe?" vraagt Amir terwijl ik zijn voetstappen achter mij aan hoor komen. "Ik wil met rust gelaten worden" zeg ik. "Nathan" roept Amir streng en hij grijpt mijn arm. In zijn kracht ben ik niets. Moeiteloos draait hij mij om en drukt hij mij tegen een van de muren aan.

"Heb je met Michael gekust of niet?" vraagt Amir. "Je hebt het zelf kunnen horen." zeg ik zacht. Ik zie het in zijn ogen. Overduidelijk. Teleurstelling. En ik voel precies hetzelfde over mijzelf. Ik laat alles en iedereen om mij heen vallen om overal een zooitje van te maken. "Je bent jezelf niet meer Nathan, kom op neem mij alsjeblieft weer in vertrouwen" zegt Amir zacht, terwijl zijn greep verzwakt.

Voor het eerst sinds jaren zie ik een vlaag van bezorgdheid in zijn ogen. "Ik moet alles voor mijzelf op een rijtje zetten, sorry Amir" zeg ik zacht terwijl mijn ogen beginnen te wateren.

Ik loop weg van Amir om een paar meter verder mijn kamer in te lopen. Nog voor ik de deur sluit hoor ik hem zeggen; "Als je mij nodig hebt weet je mij te vinden Nate". Ik sluit de deur en laat een harde zucht.

Ik plof op mijn bed neer en laat dan ook mijn tranen de vrije loop. "Goed voor elkaar Nathan. Erg goed" zeg ik zacht en teleurgesteld tegen mijzelf. Ik weet niet waar ik moet beginnen om dit op te gaan lossen, want ik durf geen enkele keuze meer te maken.

PrinceWhere stories live. Discover now