XXV. Confusion

246 28 8
                                    

"Nee!" schreeuwt de schim weer terwijl hij zijn handen in het grindpad boort. Ik kijk eens beter en realiseer mij wie dit is. Nathan. Zijn blauwe gewaad zit strak om zijn bovenlichaam heen door de oncomfortabele ogende positie waar hij in zit.

"Prins?" zeg ik verbaasd terwijl ik mij naar hem toe haast. "Prins gaat het?" vraag ik hem. Verschrikt kijkt hij op. Zijn ogen zijn doorlopen van tranen, zijn gezicht is nat en er hangen donkere kringen rond zijn ogen. "Nathan?" vraag ik zacht aan hem terwijl ik naast hem op mijn knieën ga zitten.

Plots begint hij weer te huilen en stort zich op mijn armen. Ik voel mijn vest steeds natter worden. "Nathan wat is er?" vraag ik verbaasd terwijl ik mijn armen om hen heen sla. Hij blijft luid huilen en wat ik ook zeg ik lijk niet tot hem door te dringen.

Dan opent de paleisdeur en staat Amir ineens vlakbij mij. Ik kijk hem aan. Van onderen af lijkt hij nog beangstigender en nog groter. Toch is er iets in zijn donkerbruine ogen wat mij opvalt. Ook hij heeft duidelijk gehuild. Ik laat Nathan los die in een foetus houding op het kleine stenen trappetje gaat zitten.

Ik sta op en kijk de langere jongen doorgrondig aan. "Wat is er aan de hand Amir?" vraag ik hem. "Het is beter als je naar binnen gaat Michael" zegt hij. "Maar waarom?" vraag ik hem. "Het is bijna tien uur, je hoort het vanzelf zodra we het kunnen vertellen" zegt Amir.

Ik zucht gefrustreerd. "Okay" zeg ik. "Neem wat rust, ga slapen" zegt hij. Ik knik en loop door. Als ik in de deuropening sta draai ik mij nog even om. Ik zie dat Amir zich over Nathan ontfermt en hem omhoog probeert te werken.

Ik loop de deur door en sla links af, de linkervleugel in. Wat kan het zijn dat zowel Nathan als Amir zo overstuur zijn. Zeker als het gaat om Amir, die jongen toont nauwelijks emoties naar mensen, laat staan naar mij. Ik sla het halletje in. In het hele paleis lijkt een gekke sfeer te hangen. Alles lijkt ineens zo raar stil, of komt dat omdat ik nog niet eerder om tien uur in de avond in het paleis heb rondgelopen?

Ik open de kamerdeur van mijn slaapkamer maar wordt opgeschrikt als de deur van de kamer van Lucas plots open gaat. Hij loopt de hal in, gekleed in enkel een kort sportbroekje en een tanktop met de naam van een voor mij onbekende band.

"Is het gelukt?" vraagt Lucas zacht. Ik knik en haal de telefoon uit de zak van mijn vest. Ik overhandig hem het toestel. "Ik kreeg het antwoordapparaat en heb die ingesproken" zeg ik zacht. "Jammer" zegt Lucas met een zucht, "het was mooier geweest als jij ze had kunnen spreken" "Volgende keer beter" zeg ik terwijl ik zo goed mogelijk mijn best probeer te doen niet door te laten schemeren dat ik mij er helemaal niet prettig bij voel.

"Welterusten Michael, tot morgen" zegt Lucas als hij zich omdraait en terug zijn kamer in wilt lopen. "Lucas wacht" zeg ik zacht. Hij stopt en draait zich in zijn deuropening om. "Hmm?" "Weet jij wat er aan de hand is?" vraag ik hem voorzichtig.

"Wat bedoel je?" vraagt Lucas terug. "Nee dus" zucht ik zacht. Ik krijg een vragende blik van Lucas terug. "Ik kwam de tuin uit en ik trof daar de Prins huilend voor de deur aan." "Oh" zegt Lucas verbaasd. Het blijft een tijdje stil.

"Ik kan mij nog wel herinneren dat ik hem vaak met Amir zag in de tuin toen ik hier nog maar net werkte, vaak stond het huilen hem dan meer nader dan het lachen" zegt Lucas bedenkelijk. "Maar dit was anders, ook Amir had gehuild" zeg ik, nog steeds met een verbaasde toon wat dat feit betreft. "Amir? Weet je dat wel zeker?" "Bijna honderd procent" zeg ik.

"Jullie weten dat jullie de regels aan het overtreden zijn?" horen we plots een zware stem de kleine hal in galmen. Ik kijk langs Lucas terwijl Lucas zich omdraait. Zijn gezicht is niet goed zichtbaar, maar in de schim van het grote brede lichaam is Amir duidelijk te herkennen.

PrinceOù les histoires vivent. Découvrez maintenant