XVII. His Story

247 26 5
                                    

Ik kijk naar de jongen schuin tegenover mij. Hij heeft mijn verhaal willen horen. Is dit het teken dat hij mij echt waardeert? Heeft hij echt interesse in mij? Ik kijk in zijn bruine ogen en zie een neutrale blik, maar ergens diep in die blik lijkt er iets van medelijden te zitten.

Het klinkt als iets in de sprookjes, een Arabische Prins met een groot paleis en eigen personeel die interesse toont in een stadse jongen. Maar hoe zou zijn leven zijn voordat hij Prins werd? Dat brengt mij op mijn eerste vraag aan hem; "Hoe was uw leven voor u Prins werd?"

Hij kijkt mij aan en denkt een momentje. "Je mag mij met 'je' aanspreken. Ik was een normale stadse jongen, net als jij. We woonde in Dubai, ik met mijn vader en moeder. Ik had alleen geen vrienden op school, ik werd gepest en was eigenlijk altijd het pispaaltje" zegt hij. Ergens kan ik het niet geloven, zo'n mooie jongen die niet voor zichzelf op durfde te komen.

"Hoe kwam het dat je dan ineens Prins werd?" vraag ik. Hij zucht heel kort en begint dan met praten. "Mijn vader liet een stamboom onderzoek doen en kwam er achter dat een oom van mij recht had op de troon van een eiland langs de kust, Oyster Island, omdat hij getrouwd was met de dochter van de vorige koning. Zij overleed en dus had die oom daar recht op."

"Mijn vader wist dat al jaren blijkt. Iets knapte in hem en die oom kreeg een hartaanval, zeggen ze. Ik vermoed zelf iets anders, maar for the record, hij kreeg dus een hartaanval. Mijn vader wist niet hoe snel hij aanspraak moest maken op die troonopvolging van mijn oom, omdat het een directe broer is van mijn vader bleek hij daar recht op te hebben."

"Hij claimde het, maar daar bleef het niet bij. Mijn vader besloot om rond mijn zestiende jaar halsoverkop met mijn moeder naar Oyster Island te komen. Hij zei dat we niets mee hoefde te nemen behalve wat spullen voor vermaak en wat kleding. We reisden af naar dit eiland waar we een bezoek zouden brengen aan dit paleis."

"Terwijl ik in de tuin werd achtergelaten is mijn vader samen met mijn moeder naar binnen gegaan. Hij heeft daar een staatsgreep willen plegen en heeft tot de werkkamer van de toenmalige koning weten door te dringen." zegt Nathan. Hij neemt even rust om een slok water te nemen.

"Hij heeft de koning vermoord" zegt Nathan zacht. Geschokt kijk ik op. De man die mij op mijn eerste dag bijna aanviel. De man die mij liet martelen. Hij blijkt nog veel gevaarlijker te zijn dan dat ik dacht. "Mijn vader wilde niet dat ik de waarheid te horen kreeg, maar het stond in alle kranten. Hij heeft de familie ter schande gebracht en op het eiland een heel zwaar regime uitgevoerd"

"Kon hij dat doen zonder gestraft te worden?" vraag ik voorzichtig. Nathan kijkt naar zijn schoot en antwoord dan, "We zijn er al voor gestraft." Ik kijk hem vragend aan, maar hij ziet het niet. "Er kwam een bewaker binnen na het schot met het geweer en die schoot mijn moeder dood"

Er valt een ongemakkelijke stilte. Nathan lijkt heel fragiel op dit moment. De dominante houding die hij normaal aan neemt lijkt volledig te verdwijnen. Zou het een masker zijn? Zo ja, waarom doet hij dat masker dan af voor mij? Ik wordt uit mijn gedachtes gerukt door een klein snikje.

Ik zie een traan op zijn donkerblauwe overhemd terecht komen. "Gaat het?" vraag ik voorzichtig. "Ik mis haar." zegt hij. Er valt nog een traan op zijn overhemd. "Ze was alles voor mij." mompelt hij. "Mag ik je een knuffel geven?" vraag ik voorzichtig. Het floept mijn mond uit voor ik het realiseer. Tot mijn verbazing knikt hij lichtjes.

Ik sta op. Stikzenuwachtig beweeg ik rustig naar hem toe. Ik buig over de blauwe, stoffen armleuning heen en sla mijn armen om zijn arm en schouders. Het staat heel ongemakkelijk, maar toch voelt het fijn. De warmte van zijn lichaam door zijn overhemd heen. Het gevoel van zijn armen en schouder in mijn handen.

Ik druk hem lichtjes tegen mijn zwarte shirt aan. Hij legt zijn hoofd tegen mijn buik aan. Mijn buik die vol springt met vlinders. Ik weet het zeker. Het is misschien het verkeerde moment, maar ik heb overduidelijk gevoelens voor Nathan.

Ik sta een tijdje zo met hem. Hij lijkt wat rustiger te worden dan eerst, zijn lijf ontspant wat meer. "Dankjewel Michael" zegt hij zacht. Ik zie het als een teken hem los te moeten laten en doe dat dus ook. Hij schraapt zijn keel en gaat weer goed zitten. Ik draai mij om en zie hem in mijn ooghoek tranen uit zijn ogen vegen voor ik weer ga zitten en hem weer aan kan kijken.

"Ik had in de tijd het geluk dat Amir er voor mij was" zegt Nathan zacht. "Uw.. sorry je lijfwacht?" vraag ik. Hij knikt. "Hoe ken je Amir? Heeft je vader hem aangesteld voor je?" vraag ik hem. Het voelt gek om je tegen hem te zeggen, juist omdat hij een prins is.

"Ik kende Amir al langer." begint Nathan. "Ik werd gepest op de middelbare school. Uiteindelijk in de tweede klas werd het als maar erger. Ik was een kleine, fragiele jongen en laat in de puberteit. Juist om die reden was ik vatbaar. Er kwam een dag dat ik in elkaar werd geslagen in een steegje naast de school toen Amir mij hoorde schreeuwen en de jongens verjaagde" zegt Nathan.

"Hij was toen zestien jaar en zat twee klassen hoger als ik. Hij was groot, vroeg uit de puberteit en toen voor zijn leeftijd al sterk. Hij deed aan boxen en was erg populair en iedereen op de school wist dat. Het hielp mij een hoop omdat iedereen mij met rust liet omdat ze niet met Amir te maken wilde hebben."

"Ik leerde hem erg goed kennen binnen twee jaar tijd. Amir nam mij mee naar de sportschool, hij leerde mij voor mijzelf opkomen. Hij was eigenlijk de oude broer die ik nooit had." zegt Nathan. Er vult een kleine, prachtige twinkeling in zijn bruine ogen. "Het was raar om te realiseren dat ik als Prins zijnde die bescherming kwijt raakte."

"Mijn vader liep groot gevaar in het begin omdat het volk in opstand kwam tegen hem, hij had lijfwachten nodig maar realiseerde zich gelukkig ook dat hij niet de enige was die gevaar liep. Ik kreeg de kans een lijfwacht aan te stellen en koos voor Amir. Mijn vader stemde er mee in en zo werd hij vijf jaar geleden, op zijn achttiende mijn lijfwacht" zegt hij.

"Indrukwekkend" zeg ik. Ze zijn dus echt zo close met elkaar als dat het lijkt bedenk ik. "Mag ik vragen waarom u dit speciaal met mij deelt?" vraag ik hem. De blik in zijn ogen veranderd. Het is een blik die ik niet helemaal kan plaatsen. "Ik wilde gewoon wat meer van je weten, dit doe ik met elk nieuw personeelslid" zegt hij.

Er is iets in zijn blik wat licht verraad dat er iets meer aan de hand is. Of wil ik dat er meer aan de hand is en speelt het allemaal in mijn hoofd? Wat het dan ook is, hij vertrouwt mij en luistert naar mij en dat is al veel meer dan ik er van had verwacht aan het begin.

Ik kijk naar mijn bord en neem een hap van mijn inmiddels afgekoelde en hard geworden pistolletje met kaas. Ik realiseer mij dat ik Nathan misschien wel interessanter vind dan dat hij mij vind.

PrinceWhere stories live. Discover now