XVIII. Trust

271 27 6
                                    

Heb ik echt gevoelens voor hem? vraag ik mijzelf af in mijn gedachtes. Ik heb hem vorige week alles over mijn jeugd verteld, ik vertrouw hem overduidelijk. Maar vertrouwen betekend niet gelijk dat ik gevoelens voor hem heb toch... Toch?

Voel ik mij aangetrokken tot hem? Ik kan niet ontkennen dat toen hij mij troostte en ik mijn hoofd tegen zijn warme zachte buik legde, dat erg prettig voelde. Het kalmeerde mij, op een andere manier dan dat normale vrienden dat zouden doen. Zou hij überhaupt wel op jongens vallen?

Misschien niet. Misschien doet hij gewoon aardig voor mij. Nee Nathan. Ik heb gevoelens voor deze jongen. Maar het mag niet, het kan niet, het is verkeerd. "Hallo?" Ik wordt uit mijn gedachtes gerukt en zie dat Amir voor mij staat. "Wat is er met je Nate? Dit is de vierde keer al deze week dat ik je betrap op dat je niet hier bent met je hoofd en het wordt heel irritant" zegt Amir nors.

Nog beduusd van mijn gedachtes net zet ik weer even op een rijtje waar ik ben. Oh ja, ik ben op de trap gaan zitten in de centrale hal. Ik kijk om mijn heen en zie dat er niemand anders in de ruimte is dan Amir en ik. De grote gouden kroonluchter aan het plafond verlicht de hal, net als het felle maanlicht wat door het glas boven de hoge paleisdeuren naar binnen schijnt.

Amir gaat naast mij zitten. "Ik heb je een uur geleden hier naartoe zien lopen en nu zit je er nog steeds, ik zweer het Nate als je me nu niet verteld wat er is stap ik op." zegt Amir. Ik kijk hem aan. Ik zie in zijn ogen dat hij het meent, het is iets in zijn blik wat zegt dat hij nu geen grapje maakt.

"Je zal het niet begrijpen" mompel ik zacht. Ik staar weer voor mij uit. "Nate, je weet dat ik alles van je begrijp. Ik accepteer je zoals je bent hè dat weet je toch?" vraagt hij. Ik knik en merk dat ik weer ga staren. Niet doen Nate. Ik buig mijn hoofd naar beneden. "Heeft het iets met Lucas te maken?" vraagt hij. "Hoezo?" vraag ik zacht.

"Misschien maak je je zorgen om hem sinds zijn laatste paniekaanval" zegt Amir. Ik schud mijn hoofd afwijzend. "Wat is het dan wel?" vraagt hij. "Laat me nou even met rust" zeg ik, feller dan dat ik het had bedoeld. "Okay, that's it, als je me nodig hebt en weer normaal kan doen kom je maar naar mijn kamer toe." zegt hij boos en loopt weg. Ik schrik er van en nog voor hij buiten handbereik is grijp ik zijn onderarm vast. "Ga zitten alsjeblieft" zeg ik zacht.

In zijn ogen staat overduidelijk de frustratie. Ik hoop dat hij mij een kans wilt geven. Zeg het Nate, het is nu of nooit spookt er door mijn hoofd heen. Ik weet het. Het moet wel. Ik moet het iemand vertellen of dit wordt echt mijn ondergang.

"Het is Michael" zeg ik. "Wat is er met Michael?" vraagt hij. Ik zucht en staar even vooruit. "Er is iets bijzonders met hem" zeg ik zacht. "Ik vertrouw hem, hij vertrouwt mij. Het is een jongen die een interessant verhaal heeft, niet als al die andere jongens saai en braaf. Nee. Hij is anders" mompel ik.

"Verdomme Nate" gromt Amir. Ik kijk op en kijk hem vragend aan. "Je hebt gevoelens voor die jongen?" vraagt Amir gechoqueerd. "Misschien. En daar ben ik dus niet uit, dat is dus waarom ik zo afwezig schijn te zijn de laatste tijd" zeg ik zacht. "Nate je hebt veel domme dingen gedaan in de tijd dat je hier zit maar dit spant de kroon" zegt Amir nors.

"Hoe bedoel je?" vraag ik zacht. "Die jongen heeft drugs gesmokkeld. Die jongen heeft in de gevangenis gezeten. Die jongen komt niet van het eiland, niemand zal dit accepteren om alle drie die redenen Nathan." "Maar ik kan er niets aan doen dat ik gevoelens begin te krijgen voor hem" zeg ik.

Ik heb het hardop uitgesproken. Het voelt gek, maar ergens ook wel goed dat het eindelijk mijn mond heeft verlaten. Het blijft even stil voordat Amir vraagt; "Wat hebben jullie laatst besproken met die lunch?" "Hoe weet je daarvan?" "Ik zie jouw agenda ook in hè slimmerik" Oh ja.

"Wat hebben jullie besproken?" herhaalt Amir geïrriteerd. "Gewoon" "Gewoon wat?" "Over onze jeugd enzo" "Enzo?" "Ja Amir, gewoon over onze jeugd" zeg ik fel. "Je doet vaag Nate" zucht Amir.

"Er is niets gebeurt" zeg ik met een zucht. "Ik wilde wat achtergrond informatie over hem hebben omdat alles over hem zo vaag was en daar voor terug heb ik hem in vertrouwen genomen en over mijn jeugd gepraat" zeg ik. Het blijft even stil.

"Misschien hebben we het ook over de wat minder fijne dingen van mijn jeugd gehad, maar het belangrijkste was dat hij mij wist te kalmeren toen ik emoties begon te tonen." zeg ik zacht. "Je toont nooit emoties naar iemand anders dan naar mij" zegt Amir zacht. "Weet ik" mompel ik.

"Je hebt toch niet over de staatsgreep verteld hè?" vraagt Amir ineens hard. Ik zucht en knik instemmend. "Nathan!" "Ja wat?" schreeuw ik terug. Hij gaat staan, net als ik. Voor het eerst sinds tijden staan we op een niet vriendelijke manier lijnrecht tegenover elkaar. "Je beseft je dat je een staatsgeheim hebt verteld aan een crimineel die jij naar binnen hebt gehaald, blijkbaar voor je eigen geluk?" zegt hij fel. De boosheid straalt in zijn ogen.

"Ja dat weet ik ja, maar ik kan hem vertrouwen Amir. En daarnaast, is het niet voor mijn eigen geluk, ik wist niet eens dat ik écht gevoelens voor hem zou gaan krijgen. Ik had hem nodig voor Lucas en dat weet je dondersgoed!" roep ik terug.

"Je gunt me ook nooit wat" zeg ik zacht. Direct heb ik spijt van het gene wat ik zei als ik de blik in de ogen van Amir zie veranderen van boosheid naar de blik die ik nooit bij hem heb gezien. Ik heb hem gekwetst. Hij komt dreigend dichtbij, we zijn nog maar centimeters van elkaar verwijderd.

"Ik heb mijn hele leven achter mij gelaten om hier in dit paleis met mijn beste vriend te kunnen optrekken en hem te beschermen, maar blijkbaar gun ik je nooit wat." gromt hij fel, ik voel zijn adem over mijn gezicht gaan. Hij draait zich een kwart slag en loopt de trap af richting de vleugel waar onze slaapkamers bevinden.

"Shit" zucht ik zacht. Dat was niet de bedoeling. Ik had vanaf het begin verwacht dat het ophef zou gaan veroorzaken als het ooit uit zou komen, maar ergens heb ik het gevoel dat dit maar het topje van de ijsberg is.

Ik besluit het gene te doen wat in mijn hoofd het eerste op komt. Ik loop richting mijn eigen vleugel en sla links af naar mijn vertrek toe. Bij de deur van Michael stop ik. Mijn hart klopt in mijn keel. Ik klop op zijn deur.

Het duurt heel even voordat ik voetstappen naar de deur hoor komen. De deur wordt voorzichtig geopend. "Hey" zeg ik tegen Michael. "Goedenavond" zegt hij. Hij opent de deur verder. Ik kijk naar hem. Hij is gekleed in een grijze joggingbroek met een blanco zwart shirt. Zijn donkerblonde haar ziet er nat uit, ik vermoed dat hij net heeft gedoucht.

"Mag ik verder komen?" vraag ik. Hij knikt en laat mij binnen. Hij sluit de deur achter zich. Er hangt een typische geur van een jongensslaapkamer in de ruimte, alsof er al dagen niet gelucht is. Ik vermoed dat dat ook niet is gebeurt. "Waarvoor komt u?" vraagt Michael zacht. "Je bedoel ik" mompelt hij erachteraan.

"Oh gewoon" zeg ik. Hij kijkt mij ongemakkelijk aan. Ik ga zitten op zijn bed en kijk de kamer rond. Er is weinig persoonlijks in deze ruimte. Naast zijn kleding is er weinig wat herinnerd aan dat dit zijn slaapkamer is. "Het is een lange tijd geleden dat ik hier ben geweest" zeg ik zacht.

"Wat bedoel je?" vraagt Michael die naast mij is gaan zitten. "Dit was mijn oude slaapkamer, voordat mijn eigen slaapkamer af was." zeg ik. "En nu slaap jij in dit bed" zeg ik zacht en dromerig. Ik kijk naar hem, hij kijkt mij nog steeds verward aan.

Er staat een spanning in zijn ogen. Zijn mooie lichtblauwe ogen. Ze vallen op in de lichte huidskleur. Zijn lippen zijn wat roder dan een doorsnee jongen, maar dat kan ook door zijn huidskleur komen. Misschien is het onbewust, maar zijn tong maakt zijn lippen wat vochtiger.

De glinstering op zijn lippen staat mooi. Ik kijk nog een keer naar zijn ogen, waar zijn blik is veranderd. Er staat een soort van zelfverzekerdheid in zijn blik. Heel lichtjes bijt hij op zijn onderlip. Er bewegen duizenden zenuwen door mijn lichaam heen, of zijn het de vlinders in mijn buik die de overhand nemen.

Nu of nooit Nate. Ik kom dichterbij, net als hij en ik doe dat gene wat ik al sinds dag één wilde doen.

Ik druk mijn warme lippen langzaam tegen de koude, rode lippen van Michael.

PrinceWo Geschichten leben. Entdecke jetzt