XXIX. Flowers

250 27 11
                                    

Ik kijk om mij heen in de grote tuin van het paleis. Medewerkers van een voor mij onbekend tuinbedrijf zijn bezig met wat lijkt op het verwijderen van een wespennest in één van de buitenmuren van het paleis.

Het is warm weer buiten, zoals eigenlijk wel elke dag als ik terug kijk op mijn verblijf hier de afgelopen maanden. Terwijl ik daar aan terug denkt komt de jongen naar buiten waar ik dat verblijf aan verschuldigd ben. Nathan. De Koning sinds een paar dagen. Het is een rare gedachte dat de jongen die gevoelens heeft voor mij de koning is van een eiland langs de kust van Dubai.

En die gevoelens zijn nog steeds wederzijds. Al hebben we na die kus weinig met elkaar gesproken. Maar hij heeft het ook druk als ik Lucas moet geloven. Zowel Lucas als ik mochten blijven tijdens de overgang, ook al blijft de bibliotheek gesloten voor publiek tijdens die overgang.

Nathan heeft aangegeven een complete inventaris te willen van alles wat er in de bibliotheek aanwezig is, en daar zijn we nog wel een tijd mee bezig. Nathan komt mijn richting op. Ik schuif een stukje voor hem op zodat hij naast mij op het bankje kan zitten. "Hey" zegt hij met een glimlach op zijn gezicht. "Hey" zeg ik terug.

Hij gaat naast mij zitten en kijkt in de richting van de mannen die bezig zijn met het wespennest. "Hoe mijn vader nooit iets aan dat ding heeft laten doen snap ik nog niet" zucht hij. Ik grinnik. "Hey Nathan, dankjewel voor dat ik mag blijven tijdens de overgangsperiode" bedank ik hem.

"Ik kan je moeilijk naar huis sturen" zegt hij terwijl hij mijn richting op draait. Ik glimlach. "En eerlijk, zou ik je ook niet naar huis willen sturen" zegt hij. Er ontstaat een kleine bloos op mijn wangen als hij dat zegt.

"Het wordt eindelijk weer warmer weer" zegt Nathan met een zucht en kleine glimlach op zijn gezicht, als hij naar de lucht kijkt. "Vond je het niet warm genoeg dan?" vraag ik hem. Hij kijkt mij aan en zegt; "Jawel, maar iets warmer mag altijd wel. Dat ben jij niet gewend zeker?" vraagt hij.

"Nee, de winters in Londen zijn altijd flink kouder als de zomers. En zelfs de zomers zijn niet zo warm als hier" zeg ik. "Mis je thuis?" vraagt Nathan plots. Ik denk even na. Mis ik thuis? vraag ik in mijzelf af. "Aan de ene kant wel" zeg ik twijfelachtig. "Aan de andere kant niet?" maakt hij mij af.

Ik knik instemmend. "Ik mis aan de ene kant mijn ouders, ze waren er altijd voor mij hoe rot ik ook deed tegen ze. Niet altijd, ik maakte ze zeker ook niet trots. Maar ik vind het ook wel goed dat ik hier ben" zeg ik zacht.

"Waarom dat laatste?" vraagt Nathan. "Omdat de omgeving waar ik in zat niet de beste was. Ik had vrienden met een slechte invloed op mij zoals je weet en hier is dat niet. Hier wordt ik in toom gehouden en heb ik mensen om mij heen die er voor mij zijn. Lucas bijvoorbeeld, maar ik weet dat als ik echt met een probleem zit dat ik nu gelukkig ook bij jou of Amir kan aankloppen om mijn hart te luchten" zeg ik.

Ik kijk Nathan aan en hij geeft mij een glimlach. "Ik ben blij dat dat in ieder geval goed is gelukt." zegt hij. Ik glimlach terug. De zon breekt door de wolken op onze gezichten en de bruine ogen van Nathan lijken nog meer op te lichten. De zonnestralen geven ook zijn mokka kleurige huid een nog mooiere gloed.

"Niet zo staren" zegt hij met een lach. Ik wordt uit mijn gedachtes gehaald en begin te blozen. Ik zou dit niet willen kwijt raken, maar ik weet ook niet of ik dit wel voor altijd zou willen. Dan schiet bij mij weer een vraag te binnen waar ik al een tijd mee rondloop.

"Nathan, hoe nu verder met mijn gratie?" vraag ik hem plots. Ik zie aan zijn blik dat de vraag hem overvalt. "Umm.." stamelt hij uit. Ik wacht zijn antwoord geduld af. "Ik had eigenlijk nog geen plan voor jouw verblijf hier" zegt hij zacht.

"Oh" zeg ik verbaasd. Betekend dat dat hij mij wilt laten gaan? Moet ik terug naar huis? "Maar" begint hij. "Ik denk dat Lucas je wel hard genoeg nodig heeft in de bibliotheek." zegt hij.

Ik kijk hem vragend aan, niet wetend waar hij naar toe wilt. "Ik denk dat ik je een vaste functie ga aanbieden hier in de bibliotheek." Verbaasd kijk ik hem aan. "Dus dan vervalt mijn veroordeling?" vraag ik hem verbaasd. Hij knikt instemmend.

"Ik ben het in de eerste plaats nooit eens geweest met de reden waarom je op het eiland bent gekomen, maar ik geloof het dat je onder druk bent gezet en geen vlieg kwaad doet als je uit handen blijft van je oude vrienden. Ik vertrouw je genoeg om te weten dat je hier geen kwade bedoelingen hebt, dus ik laat je straf vervallen en ik ga je een contract aanbieden" zegt hij.

"Dat had ik niet verwacht" zeg ik zacht en verbaasd. "Echt niet?" "Nee, ik dacht dat je mij hier verplicht binnen zou houden" "Natuurlijk niet Michael, in onze situatie zou ik het nooit willen om je te dwingen hier te blijven, het moet je eigen keuze zijn en je kan die keuze zelf maken door het contract te tekenen" zegt hij.

Een golf van blijdschap overvalt mijn gedachtes. Eindelijk vertrouwt hij mij goed genoeg. Ik kijk hem aan en trek hem in een knuffel. Het duurt even maar dan voel ik ook zijn armen om mijn bovenlichaam heen. Ik glimlach licht en ruik voorzichtig aan zijn nek. Hij ruikt zoet en mysterieus. Ik kan de geur niet goed thuisbrengen, maar ik weet nu al dat het mijn favoriete geur van alles op dit eiland is.

Hij onderbreekt de knuffel weer en legt beide handen in mijn nek. Ik kijk hem opnieuw diep in zijn bruine ogen aan en merk dat ze weer dichterbij komen. Ik voel voor het eerst sinds een paar dagen weer zijn prachtige en zachte lippen op die van mij. Een kus die ik hem maar al te graag terug geef.

We trekken tegelijk terug en zie een grijns op zijn gezicht verschijnen. "Hebben we net echt buiten besloten deuren gezoend?" vraag ik he verbaasd maar opgewekt. "Jup" zegt hij, terwijl een explosie van vlinders in mijn buik rond vliegt als ik mij besef wat er net is gebeurt.

"Ik moet helaas weer binnen aan de slag Michael, ga je zo ook weer verder in de bibliotheek?" vraagt hij. Ik knik in stemmend. Hij gaat nog even met zijn vingers door mijn haar waardoor het flink door de war komt.

"Nou" zeg ik protesterend. Hij grinnikt en staat dan op. Hij loopt terug het paleis in. Ik zucht als ik mij besef dat ik hem echt leuk vind, en dat hij mij eindelijk in vertrouwen neemt.

Maar dan komt een groot vraagteken mijn hoofd in. Wil ik wel hier blijven als het vrijwillig is?

PrinceWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu