12. De Witte Veer.

352 10 1
                                    

Lloyd keek vanuit zijn kleine, uit de wand uitgegraven, schuilplaats naar de grijze lucht. Donkere wolken bleven zich maar samenpakken en aan de regen leek maar geen einde te komen. Morgen zou het grote offensief beginnen, maar Lloyd had werkelijk geen idee hoe hij en zijn kameraden zich door niemandsland moesten verplaatsen. De vlakte tussen hen en de Duitse loopgraven was, door de regen die de afgelopen dagen onophoudelijk naar beneden was gekomen, in één groot drassig veld veranderd. Daar doorheen te moeten ploeteren zou, ook al was de verwachting dat ze weinig tegenstand zouden ondervinden, een moeizame klus worden. Lloyd had het voornemen gehad om nog een brief naar huis te schrijven, maar al zijn persoonlijke spullen waren nat of, op zijn minst, vochtig. Hij had geen flauw idee of hij nog wel een brief zou kunnen schrijven. De gedachten om de strijd in te moeten gaan, zonder een voorzichtig afscheid te nemen van zijn ouders, stelde Lloyd somber. Misschien dat één van zijn maten nog een droog vel papier had. Lloyd besloot daarop zijn kameraden op te zoeken om de benodigde schrijfwaren bij elkaar te bietsen. Hij trok zijn poncho over zijn jas en zette zijn helm op, waarna hij zich naar de sector van de wachtpost begaf. Daar hielden zijn kameraden zich meestal op, zodat de wacht wat aanspraak had en hen kon vertellen wat er in het niemandsland gebeurde.

Nadat Lloyd bij de wachtpost was aangekomen, liep hij direct op de wacht op de "fire step" af. "En..?" vroeg Lloyd aan de onbekende wachtpost. "Iets bijzonders te zien?" De artillerie beukte nog steeds hevig op de Duitse loopgraven. "Wat denk je zelf?" gromde de wacht humeurig. Lloyd had geen zin om met deze pessimist in discussie te gaan, liet de man verder met rust en wendde zich tot Horace en Pat. "Waarom heeft die vent zo'n pesthumeur?" vroeg Lloyd, terwijl hij met zijn hoofd naar de wacht knikte. "Die vent heeft altijd een rotbui." legde Pat uit. "Hij heeft direct met ons dienst genomen, maar dat had nogal wat om het lijf." "Hoezo?" vroeg Lloyd. "Die vent aan de borstwering is Charles Byrd." ging Pat verder. "Charles Byrd was, voordat de oorlog begon, een kantoorklerk bij een grote bank in Westminster. Terwijl iedereen zich vrijwillig meldde na Lord Kitchener's oproep, weigerde hij daar gehoor aan te geven. Iedereen had er al bij hem op aangedrongen om dienst te nemen in één van de vriendenbattaljons , de zogenaamde "Pals Battalions", maar die vent bleef, zonder zich te vermurwen, rustig zijn werk doen. Sommige vrouwelijke collega's hadden hem voorzichtig al verteld dat zijn starre houding niet eerlijk was ten opzichte van zijn collega's, die in Frankrijk en België hun leven zouden wagen. Charles trok zich daar echter niets van aan en weigerde dienst te nemen." "Dan zal ie het thuis wel niet makkelijk hebben gehad." suggereerde Lloyd, terwijl ie soldaat Charles Byrd op de borstwering goed in zich opnam. "Had ie ook niet." ging Pat verder. "Op het werk en zelfs op straat en in de winkels werd ie er op aangesproken, waarom ie nog niet "het uniform had aangetrokken". Ondanks alle lelijke opmerkingen en verwensingen die Charles naar zijn hoofd kreeg, meldde hij zich nog steeds niet. Dit ging nog een aantal weken zo door, totdat er 's morgens een keer een enveloppe op zijn bureau lag. Hij kon in eerste instantie niet ontdekken wie de afzender was. Charles opende de enveloppe en schrok zich rot toen de enveloppe een witte veer met een kort briefje bleek te bevatten. De afzender bleek niemand minder dan zijn eigen verloofde, Alice te zijn. Alice werd door het laffe gedrag van haar verloofde ook al het doelwit van spot en hoon. En dat moest volgens haar maar eens afgelopen zijn. Alice vond dat het hoog tijd werd dat Charles zijn verantwoordelijkheid eens nam en ze dreigde zelfs de verloving te verbreken als Charles zich niet vrijwillig zou melden voor het leger. Nog diezelfde dag meldde hij zich aan." "Nou," zei Horace spottend, "Blijkbaar is ie banger voor zijn verloofde dan voor de reële mogelijkheid dat ie hier in Frankrijk wel eens het loodje zou kunnen leggen." De anderen begonnen te lachen. "Dan zal ie ook wel niet erg gemotiveerd zijn." ging Horace verder. "Inderdaad," zei Pat. "Dat is ie ook niet. Alles wat die doet of moet doen, doet ie met tegenzin. Charles heeft altijd een pesthumeur en loopt de hele dag overal over te klagen en zit op alles en iedereen te mopperen." Met een van minachting vertrokken gezicht, besloot Lloyd zich zo min mogelijk met Charles Byrd in te laten.

...en de engel sprak Duits.Where stories live. Discover now