29. ...alleen zij die ons na aan het hart liggen.

241 5 4
                                    

"Liesl, zou je straks even naar mijn kantoor kunnen komen?" Liesl, die in de achtertuin van het lazarett druk bezig was met het verbranden van, verloren beschouwde verbanden en zwachtels, zonk de moed in de schoenen, bij het horen van de woorden van dokter Weber. "Nu zullen we het hebben," dacht ze doodsbang, "nu zullen we te weten komen welk oordeel Dokter Weber over Lloyd en mij zal vellen." Liesl zag als een berg tegen het gesprek met de hoofdarts op. "Maar wat hij ook van me wil," dacht ze dapper, terwijl ze met een metalen staaf het vuur nog wat opporde, "ik zal Lloyd nooit van me laten afnemen." Voor Liesl zou dat het ergst zijn, wat haar zou kunnen overkomen. En aangezien ze vastbesloten was, het nooit zover te laten komen, kon al het andere, wat Dokter Weber haar zou opleggen, nooit zo erg zijn.

Liesl's hart leek uit haar borstkas te willen springen, op het moment dat ze op de deur van Dokter Weber klopte. "Binnen!" hoorde ze vaag vanaf de andere kant. Dokter Weber zat onderuit gezakt achter zijn bureau. "Ga zitten, Liesl." zei Dokter Weber, terwijl hij rechtop ging zitten. "Je zult waarschijnlijk wel weten, waarom ik je heb laten komen?" Liesl was te nerveus om iets te zeggen, dus antwoordde ze met een knikje. Voor Dokter Weber was dat voldoende. "Je weet toch wat de omgangsregels voor verpleegsters met hun patiënten zijn?" Dokter Weber had besloten om meteen maar met de deur in huis te vallen. Toch viel het hem zwaar om Liesl een reprimande te geven, nu zij zo, als een kwetsbare jonge vrouw, voor hem zat. Dokter Weber kon het niet. Hij was teveel op haar gesteld en hij waardeerde haar inzet als verpleegster, enorm. Toch was de hoofdarts van mening, dat als hij nog geloofwaardig over wilde komen, Liesl er niet ongeschonden vanaf mocht komen. "Je weet toch dat een relatie met een patiënt niet toegestaan is?" Weer knikte Liesl. "Ik weet ," ging Dokter Weber verder, "dat gevoelens moeilijk, of soms zelfs helemaal niet, te sturen zijn. Toch is het je, tijdens je opleiding geleerd, om je tegen intieme gevoelens te verzetten." Liesl staarde naar de vloer. Ze had geen idee waar Dokter Weber naartoe wilde, en durfde de arts nauwelijks aan te kijken. "Reglementair gezien, zou ik je moeten overplaatsen, Liesl. En geloof me dat ik dat ook van plan was. Ik zou jouw overplaatsing daadwerkelijk doorgezet hebben Liesl, als er vanmorgen hier niet iemand in mijn kantoor zou zijn geweest, die het heel overtuigend voor je heeft opgenomen." Verbaasd keek Liesl Dokter Weber aan. "Mag ik vragen wie die persoon was, Dokter Weber?" vroeg Liesl bijna fluisterend. "Ja, dat mag je, Liesl. Dat was de oude soldaat Wilhelm Schwarz. Hij heeft me in laten zien dat jou overplaatsen en Lloyd naar een ander Feldlazarett sturen, geen goed idee zou zijn. Die brave man kwam met sterke, overtuigende argumenten, waar ik uiteindelijk voor gevallen ben." Liesl slaakte een diepe zucht van opluchting. "Wat gaat er nu met Lloyd en mij gebeuren, Dokter?" "Ik heb besloten om jullie niet uit elkaar te halen, sterker nog, ik wil  Lloyd zo lang mogelijk hier houden. Ik heb het gevoel dat die jongen hier nog heel nuttig zou kunnen zijn. Maar nog meer wil ik hem, om jou, hier houden, Liesl. Ik gun je je geluk van harte, omdat ik je onvermoeibare inzet als verpleegster enorm waardeer. Ik wil je hier in '92'niet kwijt en ik ben bang dat, wanneer ik Lloyd zou overplaatsen, je werk daar onder te lijden zou hebben. Ik zal jouw relatie met Lloyd niet dwarsbomen op de voorwaarde dat je niet intiem met hem bent in het bijzijn van wie dan ook. Is dat duidelijk, Liesl?" "Absoluut dokter. Ik weet niet hoe ik u moet bedanken, Dokter?" "Je moet Wilhelm bedanken, niet mij, Liesl. Hij is degene die mij een ander licht op de zaak heeft laten zien." Liesl glimlachte. "Die brave Wilhelm," dacht ze, "ik zal 'm straks direct bedanken, de lieverd." "Toch heb ik nog iets voor je, wat je misschien niet zo leuk zal vinden." Liesl keek de arts vragend aan. "Ik stuur je voor één week naar huis. Kom daar wat tot rust en vertel je ouders over Lloyd en jouw relatie met hem. Ik ben bang dat dat niet makkelijk zal zijn. Je kunt gaan, Liesl. Tot over een week." Liesl sprong van haar stoel op en voordat ze het zelf in de gaten had, bedankte ze Ernst Weber en drukte ze een zoen op zijn wang. En terwijl de jonge verpleegster het kantoor verliet, dacht Ernst Weber blij dat hij het kaarsje niet had uitgeblazen: "Je had gelijk, Wilhelm. Liesl houdt onvoorwaardelijk van mensen."

...en de engel sprak Duits.Where stories live. Discover now