48. De moeizame weg naar vrede.

168 7 13
                                    

Lloyd keek verrast op toen Ida Rasmussen onverwacht in de keuken van boer Müller stond. Hij had eigenlijk verwacht dat ze pas aan het einde van de maand zou komen. Als er bezoek uit Flensburg kwam, was dat altijd in de laatste week van de maand. Nu was het nog niet eens halverwege juni. Lloyd had niet verwacht Liesl voorlopig nog te zien, zeker niet nu de baby ieder moment geboren kon worden. Het vroegtijdige bezoek van Ida verontruste Lloyd dan ook enigszins.
"Is alles met Liesl in orde?" vroeg hij ongerust, nadat hij Ida begroet had. Ida glimlachte geruststellend naar Lloyd.
"Met Liesl gaat het prima, Lloyd. Sterker nog, het kon eigenlijk niet beter." Lloyd haalde opgelucht adem.
"Ik ben helemaal uit Flensburg gekomen om je te vertellen dat je vader bent geworden van een kerngezond dochtertje." Lloyd was, bij het horen van het nieuws, door het dolle heen.
"Hebben jullie dat gehoord?" riep hij opgewonden, "Liesl is van een dochtertje bevallen! Ik ben vader geworden!" Frau Müller stond op van haar stoel en gaf Lloyd een zoen op zijn wang.
"Gefeliciteerd jongen," zei ze welgemeend. "Ik hoop dat jullie dochtertje in vrede mag opgroeien." Ida wendde zich tot Lloyd.
"Ik moest je van Liesl laten weten, dat ze jullie dochtertje naar haar beste vriendin uit het Lazarett heeft vernoemd."
"Naar Maria?" vroeg Lloyd, die daar nauwelijks door verrast was. " Ze heeft haar Maria genoemd?" Ida knikte.
"Nou ja, min of meer, Lloyd. Liesl heeft jullie dochtertje Mary genoemd, maar de verwijzing naar haar beste vriendin lijkt me wel duidelijk."
"Een prachtige naam." beaamde Lloyd met een glimlach, "Ik had zelf geen betere kunnen bedenken." Ida had een tas met levensmiddelen meegebracht en zette deze op de tafel.
"Kijk 'ns, om het goede nieuws te vieren." Frau Müller schonk Ida een kop thee in, die het dankbaar aannam.
"Wanneer kunnen Liesl en Mary op bezoek komen?" vroeg Lloyd, die zijn ongeduld niet kon verbergen. Ida lachtte. Ze begreep Lloyd's ongeduld heel goed. Hij was al die tijd als krijgsgevangene in kamp Soltau, afhankelijk geweest van de bezoekjes die Liesl hem bracht. En die wachtte hij altijd ongeduldig af, maar nu Liesl hem een dochtertje had geschonken, zou ieder uur die hij op haar volgende bezoek moest wachten, dubbel zo lang duren. Hij was razend benieuwd naar de jongste telg in de familie en Ida begreep dat maar al te goed.
"Je zult nog even geduld moeten hebben, Lloyd." zei Ida aan haar hete thee nippend, "Liesl is voorlopig nog niet in staat om te reizen, maar ik moest je vertellen dat, zogauw haar toestand het toelaat, ze je meteen met Mary komt bezoeken." Lloyd knikte teleurgesteld.
"Tot die tijd, zul je het hier mee moeten doen." zei Ida, terwijl ze plagend met een brief zwaaide.
"Deze moest ik je van Liesl geven, Lloyd." Ongeduldig griste hij de brief uit Ida's hand, bekeek het handschrift en scheurde de enveloppe open. Grijnzend las hij de inhoud. Liesl schreef hoe de bevalling was verlopen en dat ze nauwelijks kon wachten om hem Mary in zijn armen te leggen. Liesl schreef ook dat ze Lloyd's ouders had geschreven om het goede nieuws te vertellen. Ze vroeg Lloyd of hij ook zijn ouders een brief wilde schrijven en deze aan Ida mee te geven, zodat dominee Sørensen de brief in Denemarken kon posten.

De daaropvolgende dagen schoten de meest absurde gedachten door Lloyd's hoofd. Hij wilde Liesl en Mary zo graag zien, dat hij een kort ogenblik zelfs overwoog om aan Johann te ontsnappen om naar Flensburg te gaan. Vrijwel meteen zette hij die gedachten uit zijn hoofd. Johann zou zijn meerdere vertellen dat hij waarschijnlijk zijn vrouw zou opzoeken. Ook Boer Müller en zijn vrouw zouden door hem ernstig in de problemen komen. Lloyd had zoveel aan het echtpaar te danken, dat hij dat hen niet kon aandoen. Nee, Lloyd besloot, hoe uitzichtloos het ook mocht lijken, geen vluchtpoging te ondernemen. Hij zou het eind van de oorlog, hoe lang dat ook nog mocht duren, in krijgsgevangenschap afwachten. Lloyd hoopte dat, nu de Amerikanen zich in het conflict gemengd hadden, het einde niet lang meer op zich zou laten wachten. Begin juli stond Liesl ineens onverwachts voor hem in de keuken van de familie Müller. Lloyd was dolblij Liesl te zien en hij raakte zichtbaar geëmotioneerd toen hij zijn Mary voor het eerst in zijn armen hield. Lloyd moest vechten om zijn tranen binnen te houden, toen hij het paar weken oude meisje in haar bruine ogen keek.
"Ze heeft jouw ogen, Lloyd!" zei Liesl, terwijl ze een traan van zijn wang weg veegde. Ze dacht terug aan het moment dat ze Lloyd probeerde te troosten toen het zo slecht met hem ging in het Lazarett. Het was toen nog helemaal niet zeker of hij de volgende dag zou halen. Liefdevol had ze toen, terwijl Lloyd hoge koorts had en hardop ijlde, ook zijn tranen weggeveegd. Dit keer waren het tranen van vreugde en Liesl hoopte vurig dat de oorlog snel voorbij zou zijn, zodat ze samen een onbekommerd en vredig leven met elkaar konden opbouwen. Hoe deze oorlog zou aflopen, maakte voor zowel Lloyd als Liesl niet veel meer uit. Het belangrijkste was dat ze samen konden zijn. Op een moment dat Lloyd even met Liesl alleen was, bekende hij haar, dat hij overwogen had om haar in Flensburg op te zoeken.
"Alsjeblieft Lloyd," smeekte Liesl hem, terwijl ze hem diep in zijn ogen keek, "doe dat niet. Hier ben je veilig en zul je het einde van de oorlog uit kunnen zitten."
"Maar dat kan misschien nog wel een paar jaar duren, Liesl."
"Misschien heb je gelijk, maar ik zal al die tijd op je wachten, lieverd. Dat beloof ik je. Het laatste wat ik wil is dat Mary zonder vader opgroeit." Die laatse woorden van Liesl deden Lloyd beseffen dat een vluchtpoging niet alleen dom en onverstandig was, het was bovendien onverantwoord ten opzichte van Liesl en Mary. Lloyd beloofde Liesl zijn tijd uit te zitten in krijgsgevangenschap en geen vluchtpoging te ondernemen.

...en de engel sprak Duits.Donde viven las historias. Descúbrelo ahora