34. Waar is Liesl?

203 5 3
                                    

Liesl knipperde met haar ogen in het licht van de gaslamp van het wachtlokaal. Ze lag op één van de houten bankjes en had werkelijk geen idee hoe ze hier terecht gekomen was. Na enige tijd kwam alles langzaam weer bij haar boven.
"Paul?" vroeg ze ongelovig, toen ze de soldaat, die voor haar stond, indringend aankeek,
"Maar..jij..Je was toch dood?"
"Gelukkig niet, Liesl," glimlachte de soldaat.
"Zoals je ziet ben ik springlevend, m'n Liefste." Liesl sloot haar ogen en liet de woorden tot haar doordringen. Paul had haar altijd "m'n liefste" genoemd. Vroeger had ze het altijd fijn gevonden wanneer hij haar zo noemde. Alsof hij haar daarmee boven alle vrouwen in zijn leven verkoos. Maar nu, hier in het wachtlokaal van station Achiet-le-grand, vond Liesl het niet meer zo liefkozend klinken. Het koosnaampje kwam nu eerder verstikkend op haar over, of misschien zelfs bedreigend. Alsof Paul al had uitgemaakt hoe haar verdere leven eruit zou komen te zien. En dat, terwijl Liesl zich geen leven zonder Lloyd meer kon voorstellen.
"Oh, m'n arme, lieve Lloyd," dacht ze geschrokken. Het nieuws dat Paul hier, levend en wel, voor haar stond, zou ongetwijfeld zijn hart breken. Liesl wist niet hoe ze dit nieuws aan hem zou moeten vertellen.
"Waar ben je die twee jaar geweest?" vroeg Liesl zacht. Haar stem was nauwelijks hoorbaar.
"En waarom heb je nooit iets van je laten horen?" Paul keek schuldbewust voor zich uit.
"Paul! Hier komen!," riep een luitenant, "we vertrekken!" Geërgerd keek Paul in de richting van zijn luitenant. Hij had Liesl dolgraag willen vertellen waarom ze al die tijd geen teken van leven van hem had ontvangen.
"Ik kom je zo snel mogelijk bezoeken en dan zal ik je alles uitleggen, m'n liefste." Liesl keek Paul indringend aan.
"Misschien is het beter dat je me niet meer zo noemt, Paul." Een kort moment leek Paul uit het veld geslagen, maar nog voordat hij een woord kon uitbrengen, riep zijn luitenant hem alweer.
"Paul Ziegler...!" tierde de officier, "Ik waarschuw je niet meer. Onmiddellijk aantreden, anders slinger ik je op rapport!" Paul stond meteen op om zich bij zijn eenheid te voegen.
"Ik zoek je zo snel mogelijk op, Liesl," riep hij haar na, "dan kunnen we misschien, heel voorzichtig, plannen voor de toekomst maken, m'n liefste!" Die laatste woorden van Paul dreunde bij Liesl na als een hamerslag. Ontdaan staarde ze enkele minuten voor zich uit voordat ze door emoties werd overmand. Toen de tranen uiteindelijk kwamen, kon Liesl niet zeggen of het tranen van verdriet, opluchting of blijdschap waren. Maar de tranen kwamen en Liesl was met geen mogelijkheid bij machte om ze te stoppen.
Maria had alles op een afstandje gevolgd en moest lijdzaam toezien hoe haar beste vriendin, voor de tweede keer in twee dagen, er mentaal helemaal doorheen zat. Om Liesl zo intens verdrietig te zien, deed haar ook enorm veel pijn. Maria had besloten om, zodra ze terug zouden zijn in het lazarett, ze direct met Dokter Weber contact zou opnemen. Maar nu zou ze eerst rustig de tijd nemen om haar vriendin te troosten.

Met lood in haar schoenen ging Liesl naar Lloyd. Met een diepe zucht ging ze naast hem op bed zitten. Lloyd fleurde op toen hij Liesl zag, maar had direct in de gaten dat er iets aan de hand was. De droevige blik was weer terug in haar ogen. Lloyd begreep het niet. Na de hevige vrijpartij van de afgelopen middag was Liesl vrolijk en opgewekt terug naar het station van Achiet- le- Grand gegaan. Voordat ze vertrokken was, had ze Lloyd innig gekust en hem in zijn oor gefluisterd, hoe graag ze een gezinnetje met hem wilde stichten. Die woorden hadden Lloyd's hart doen opspringen. Nadat Liesl vertrokken was, kon hij aan niets anders meer denken en was het verliefde gevoel in zijn onderbuik alsmaar heviger geworden. Maar nu Liesl hier naast hem op zijn bed zat, was er van die vrolijke stemming die ze vanmiddag had gehad, niets meer te bespeuren.
"Wat kijk je sip, Liesl," begon Lloyd luchtig, "het lijkt wel alsof je een dode heb gezien."
"Zo zou je het wel kunnen noemen," zei Liesl treurig. Haar hart ging als een razende tekeer. De gedachte om Lloyd het nieuws over haar verloofde te moeten vertellen viel haar zwaar.
"Vanavond kwam er een troepentrein aan op het station en terwijl ik bezig was om mijn spulletjes op te ruimen, tikte een soldaat op mijn schouder." Lloyd luisterde aandachtig en was benieuwd waar Liesl's verhaal naar zou leiden. "Toen ik mij omdraaide," vervolgde Liesl, "stond Paul Ziegler ineens voor me." Lloyd voelde hoe het bloed uit zijn gezicht wegtrok.
"Maar..hoe ...Hij was toch dood?" stamelde Lloyd.
"Nou, dat heb ik dus ook al die jaren gedacht."
"Waarom heeft ie dan nooit iets van zich laten horen?"
"Dat vroeg ik 'm dus ook, en ik had het gevoel dat ie daar ook werkelijk een verklaring voor wilde geven."
"En wat was die verklaring?" vroeg Lloyd nieuwsgierig.
"Die kreeg ik niet. Voordat hij me iets kon uitleggen, werd ie door een officier weggeroepen." Lloyd voelde zijn ongerustheid toenemen. Hij durfde er niet aan te denken, dat hij zijn "engel" zou kwijtraken aan een dood gewaande verloofde. Liesl betekende alles voor hem en hij vreesde dat hij zo'n klap nooit meer te boven zou komen. Liesl las Lloyd's angst van zijn gezicht af en kreeg medelijden met hem. Een flauw glimlachje verscheen rond haar mond.
"Hoe dit ook gaat aflopen, Lloyd," zei Liesl, "je moet weten dat ik zielsveel van je hou." Het liefst zouden ze elkaar in hun armen genomen hebben, maar "Dokter Weber" zat hen, voor de zoveelste keer in de weg. Liesl stond op en streek Lloyd met de rug van haar hand, liefkozend, over zijn wang. Bedroefd verliet ze de ziekenzaal, waarbij ze, met pijn in haar hart, Lloyd in twijfel achterliet.

...en de engel sprak Duits.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu