Hoofdstuk 10

62 6 0
                                    

Pov Jordan

Met tranende ogen zorg ik dat ik niet te zien ben en gluur ik via het raam naar binnen. Ik haal trillerig adem en volg met mijn ogen alle bewegingen. 

De moeder zit nu op het bed van het jongetje die er straks helaas niet meer zal zijn. Ze drukt een kus op zijn voorhoofd, de laatste kus die hij van zijn moeder zal krijgen.

De moeder staat op en veegt wat door zijn haren, de laatste aanraking die hij zal voelen van zijn moeder. 

Als de moeder zijn kamer verlaat begin ik wat nerveuzer te worden, ik wil dit niet doen maar ik heb geen keus. Ik wacht nog een uurtje zodat ik zeker weet dat hij in een diepe slaap ligt.

Ik veeg de blaadjes weg en schuif zijn raam open die gelukkig niet piept. Ik stap naar zijn bed toe en het laminaat onder mijn voeten kraakt een beetje waardoor ik een trillerige zucht laat horen.

Ik voel nog even of het mes stevig vast zit aan mijn riem en als dat het geval is breng ik mijn handen naar zijn keel.

Als ik er wat grip op zet draait mijn maag om en stroomt er een traan over mijn wang. Weerloos schopt het jongetje om zich heen en langzaam verslappen zijn handelingen en ik laat voorzichtig zijn keel los. Daar ligt hij dan.

Ik sluit zijn ogen die wagenwijd openstaan van de schrik. De deur gaat open en ik zet meteen een paar stappen achteruit.

De ogen van de vrouw staan groot en nog voor ze kan gillen ren ik op haar af en trek het mes van mijn riem. 'Het spijt me' fluister ik voor ik haar keel opensnijd.

Ik laat me op mijn knieën zakken en kijk naar de schade die ik heb aangericht. Dit mocht niet gebeuren. In paniek sta ik op, verwijder zo snel mogelijk alle aanwijzingen die naar mij kunnen leiden en vlucht het huis uit. 

Ik wil stoppen met dit gedoe maar het kan niet. Ik laat me nogmaals op mijn knieën vallen en verberg mijn hoofd in mijn handen.

Hoe moet ik dit aan mijn vader zeggen? Hij zal er alleen maar trots op zijn. 'Verdomme' schreeuw ik en begin aan mijn haren te trekken. 'Wie we hier hebben' hoor ik iemand spottend zeggen waardoor ik meteen recht schiet.

'Ga weg uit mijn leven' sis ik naar hem. 'Kan ons vechtertje het niet meer aan?' zijn stem is één en al walging en deze ééne keer kan ik hem geen ongelijk geven. 'Wat wil je' zeg ik met een trillende stem.

'Dat weet je maar al te goed' zegt hij met een scheve grijns en slaat zijn armen over elkaar. Meteen schud ik mijn hoofd. 'Vergeet het, dat doe ik mezelf niet aan' zeg ik en zet een stap achteruit. 

'Is ons vechtertje bang' zegt hij met een lachje waar je de rillingen van krijgt. 'Mijn vader gaat dat nooit toelaten' zeg ik dan en mijn hart begint sneller te kloppen, natuurlijk zou mijn vader het goedkeuren.

'Zullen we het hem anders eens vragen' zegt hij en zet een stap opzij. Ik zie mijn vader naar voren stappen en het zweet begint me uit te breken.

'Zo, vraag het hem' zegt hij en kijkt me waarschuwend aan als ik mijn hoofd schud. 'Laat het niet zo ver komen dat je eigen vader moet beginnen dreigen' zegt de man en ik kijk hem woedend aan.

'Met wat kan hij nog dreigen? Hij heeft alles al van me afgepakt' zeg ik kwaad. 'Max' hoor ik iemand uit de verte roepen en mijn vader haalt een klein jongetje van achter zijn rug, over zijn mond hangt plakband.

'Laat hem los' zeg ik traag als ik hem herken als het broertje van Daylon. 'Het kleine broertje van je beste vriend' zegt hij grinnikend en duwt hem op de grond maar ik kan hem nog maar net op tijd vangen. 'Max' klinkt er nu dichterbij en ik hoor dat et Daylon is en zijn stem is vol paniek.

Ik lik mijn lippen nat. 'Aan jou de keuze vriend, of je gaat bij hem en ik vermoord deze snotneus niet of'zegt hij en laat een korte stilte vallen.

'Je blijft bij mij en ik vermoord deze snotneus langzaam voor de ogen van je beste vriend.' zegt mijn vader.

Forgive Me (Voltooid)Unde poveștirile trăiesc. Descoperă acum