Aankomst

34 0 0
                                    

Anna glimlachte lief naar Hermelien alsof ze een antwoord verwachtte dat nog sneller was.
Hermelien richte zich naar Mare. 'Vind jij dat dan niet vreemd?' Vroeg ze. 'Dat snel praten. Gewoon wat ze zei in het algemeen.' Mare haalde haar schouders op. 'Ik ben het al gewoon.' Zei ze. 'Oh.' Zei Hermelien. 'Zijn jullie misschien familie.' Anna lachte. 'Waarom vraagt iedereen dat toch?' Vroeg Mare. 'Omdat we allebei een bril nodig hebben.' Lachte Anna. 'Ja zonder bril zien wij vast niet wat zij zien. Anders zouden we ook zien dat een lief, schattig en blond meisje super veel lijkt op een stoere, zwartharige rocker.' Hermelien keek hen verbouwereerd aan en vroeg nogal twijfelig: 'Zijn jullie nu familie of niet?'
'Natuurlijk niet!' Zei Anna en ze barste in lachen uit. Mare schoot ook in de lach en Anna wist tussen haar gelach door nog te vragen. 'Zie je dan ook maar één gelijkenis tussen ons?' Hermelien leek sprakeloos maar Harry zei nogal voorzichtig: 'Euh jullie hebben dezelfde ogen.' Anna en Mare hielden abrupt op met lachen. Anna was vooral gestopt om het argument te controleren, maar Mare was vooral geschrokken. Anna keek eerst in een spiegeltje en toen naar Mare. Mare hield haar adem in van spanning. 'Er zijn heus wel meer mensen op aarde met bruine ogen hoor.' Zei Anna. Mare haalde opgelucht adem. Ze vond dat het tijd was om over te stappen naar een iets minder riskant onderwerp. Het zat zo dat Mare en Anna weldegelijk familie waren. Ze waren niet allen zussen ze waren zelfs een tweeling al leeken ze niet op elkaar. Niet alleen Mare wist het. Ook Anna's peetvader en Anna's vader (die dus eigenlijk ook Mare's peetvader en vader waren) wisten het. Maar daar stopte het. Zelfs Anna wist het niet. Mare had aan haar peetvader moeten beloven dat ze het tegen niemand zou zeggen. Zelfs tegen Anna niet. Dat moest blijkbaar van haar vader. Waarom zij het mocht weten en Anna niet wist ze niet maar haar peetvader zei dat hij het haar zou laten weten wanneer het tijd was om het aan Anna te vertellen. 'Hoe gaat het met Egbert?' Vroeg Mare. Gewoon om een ander onderwerp te starten. Anna en Mare begonnen te praten, maar Harry, Ron, Marcel en Hermelien luisterde niet. Hermelien wende zich tot Harry en zei: 'Ben jij echt Harry Potter? Ik weet natuurlijk alles over jou, ik heb extra boeken gehaald, voor de achtergrondinformatie en je staat in Moderne magische geschiedenis en De opkomst en ondergang van de zwarte kunsten en in Grote magische gebeurtenissen van de twintigste eeuw.'
'Oh ja?' Zei Harry verbouwereerd. 'Lieve hemel, wist je dat niet eens? In jouw geval had ik dat al lang nagekeken.' Zei Hermelien. 'Weten jullie op welke afdeling jullie komen? Ik heb het zo hier en daar gevraagd en ik hoop dat ik bij Griffoendor kom, dat lijkt me het beste. Ik heb gehoord dat Perkamentus daar ook heeft gezeten, maar misschien kan Ravenklauw er ook mee door... Afijn, laten we maar weer op zoek gaan naar Marcel's pad. Je kunt je beter verkleden, want we zijn er zo.' Hermelien en Marcel vertrokken weer en ze lieten Harry en Ron verbouwereerd achter. 'In één ding heeft ze zeker gelijk.' Zei Anna. 'We zijn er bijna.'
'Heb je hun gesprek dan gehoord?' Vroeg Mare. 'Heb je niet naar ons gesprek geluisterd?' Anna lachte en zei: 'Ik kan best naar twee gesprekken tegelijk luisteren hoor.' Anna en Mare joegen Harry en Ron de coupé uit om zich te kunnen omkleden. Op de gang voorde Harry en Ron een gesprek over Ron's twee oudste broers Bill en Charlie en over de afdelingen. Anna en Mare kwamen verassend snel buiten en Harry en Ron gingen naar binnen om zich om te kleden. Toen ze klaar waren riep Ron naar de deur dat ze weer binnen mochten komen. Anna en Mare verschenen in de deuropening en Anna zei: 'We hebben bezoek.' Er kwamen na Anna en Mare nog drie jongens binnen. Harry herkende de middelste meteen. Het was de bleke jongen uit de winkel van madame Mallekin. Hij bekeek Harry nu met heel wat meet belangstelling. Dan op de wegisweg. 'Is het echt waar?' Vroeg hij. 'Iedereen zegt dat Harry Potter in deze coupé zit. Dat moet jij zijn toch?'
'Ja.' Zei Harry. Hij keek naar de andere twee jongens, die allebei zwaar van postuur waren en er bijzonder gemeen uitzagen. Ze leken wel lijfwachten, zoals ze daar aan weerszijde van de bleke jongen stonden. 'Hallo Draco.' Klonk een stem vanuit de hoek. De jongen draaide zich om en keek Mare aan. 'Mare was het, hé?' Vroeg hij. Mare knikte kort. 'Zo.' Ging de jongen verder. 'Je zei toch dat je alleen heel even naar de WC ging?' Zei de jongen. 'We dachten al dat je in de WC was verdronken.'
'Zo stom ben ik niet!' Zei Mare kalm maar dreigend. 'Ik ben gewoon niet zo'n Zwadderich type en nu je antwoord hebt op je vraag of Harry Potter hier zit, kun je ook terug gaan. De deur is achter je.' De jongen lachte schamper en zei: 'Ik denk eerder dat ik nog even blijf.' Hij draaide zich terug naar Harry. 'Oh, ja.' Zei hij toen hij zag dat Harry vooral naar de andere jongens keek. 'Dit is Korzel en dat is Kwast. En ik heet Malfidus. Draco Malfidus.' Ron kuchte een beetje, wat misschien bedoelt was om een grinnik te verbergen. Draco Malfidus keek hem aan. 'Vind jij mijn naam grappig? Ik hoef niet te vragen wie jij bent. Mijn vader zei al dat de Wemels rood haar en sproeten hebben en meer kinderen dan ze zich kunnen veroorloven.' Hij wende zich weer tot Harry en zei: 'Je zult merken dat sommige tovenaarsfamilies beter zijn dan andere, Potter. Je moet... ' Hij kon zijn zin niet afmaken want Anna begon zo abrupt te applaudisseren dat Ron zelfs even schrok. 'Bravo, Bravo!' Riep Anna verrukt. 'Je hebt helemaal gelijk.' Zei ze. 'Sommige tovenaarsfamilies zijn beter dan andere. Zo is de familie Wemel bijvoorbeeld een triljoen keer beter dan de Malfidusen. Wat zeg ik geen triljoen een triljard. Wat denk jij Mare?' Mare deed even of ze nadacht en zei toen aangespoord door Anna: 'Het enige dat ik aan jouw uitleg kan toevoegen is dat een triljard wel heel erg zacht is uitgedrukt, maar om beleefd te blijven kunnen we het ware getal beter niet zeggen als hij erbij is.' Anna knikte meelevend en zei bezorgd: 'Oh, de arme schat. Straks valt hij nog flauw als hij het hoort.'
'Oh, hou toch je mond!' Zei Malfidus. 'Oh, nee toch.' Zei Anna geschrokken. 'Ik vrees dat onze kleine Draciwaco een paar onbeschofte woordjes heeft geleerd.' Mare, Anna en Ron schoten in de lach. Harry vond het ook grappig maar wist zich nog net in te houden. Malfidus wende zich weer tot Harry. Hij was niet echt rood van woede maar hij had wel een nogal rode blos op zijn bleke wangen. 'Zoals ik al zei.' Zei Malfidus met opeengeklemde kaken. 'Zul je merken dat sommige tovenaarsfamilies beter zijn dan andere. Je moet niet aanpappen met de verkeerde soort. Daar kan ik je bij helpen.' Hij stak zijn hand uit, maar die pakte Harry niet aan. 'Ik kan heel goed zelf beslissen wie de verkeerde mensen zijn, dank je.' Zei Harry koeltjes. 'Ik zou maar oppassen als ik jou was, Potter.' Zei Malfidus woedend. 'Als je niet wat beleefder wordt, vergaat het je net zoals je ouders. Die wisten ook niet wat goed voor ze was. Als je omgaat met schorem als de Wemels en Hagrid, raak je zelf ook besmet.' Zowel Harry als Ron stond op. Ron's gezicht was net zo rood als zijn haar. 'Zeg dat nog eens!' Zei hij. 'Oh, wou je vechten?' Schamperde Malfidus. 'Maar natuurlijk niet!' Zei Anna ineens vanuit de andere hoek van de coupé. 'We willen jullie een taartje aanbieden. Hier ze smaken vast nog prima.' Met een stukje pompoentaart in haar hand liep Anna naar Malfidus toe, totdat ze ineens struikelde over een onzichtbaar voorwerp. 'Oh.' riep ze en het taartje kwam precies in het gezicht van Malfidus terecht. Anna stapte achteruit en keek met een moeilijk gezicht naar Malfidus terwijl Mare en enorme hoestbui kreeg om te verbergen dat ze ongelooflijk aan het lachen was. Malfidus leek niet goed te weten hoe hij moest reageren. 'Jij...!' Riep hij. Hij kwam niet uit zijn woorden, zo woedend was hij. Anna trok haar wenkbrauwen op. 'Ik, Wat?' Vroeg ze onschuldig. 'Wij zijn hier nog niet klaar mee!' Riep Malfidus dreigend. Maar Anna was totaal niet onder de indruk. 'Correctie.' Zei ze kalm. 'Jij bent er nog niet klaar mee. Er zit namelijk nog wat pompoentaartig-iets in je haar.' Malfidus stormde de coupé uit en Korzel en Kwast volgde hem. Anna schudde mistroostig haar hoofd. 'En doet niet eens de deur achter zich dicht.' Zei ze. 'Zo onbeleefd, vinden jullie ook niet.' Mare rolde over de grond van pret en Anna keek haar aan. 'Nu niet overdrijven, hé Mare.' Zei ze. 'S-s-s-sor-ry.' Zei Mare die nauwelijks een woord kon uitbrengen omdat ze zo lachte. Anna zuchtte. 'Dat doet ze nu altijd.' Zei ze. Mare kreeg zichzelf langzaam weer onder controle. Ze grijnsde alleen nog toen Hermelien plotseling weer kwam binnenstormen. 'Wat is er aan de hand?' Vroeg ze. Anna gaf antwoord. 'We hebben een theekransje gehad met Korzel, Kwast en Malfidus, maar ik geloof niet dat Malfidus zijn pompoentaartje lekker vond.' Ze trok er een nadenkend gezicht bij alsof ze werkelijk moest nadenken of dat echt zo was of niet. Mare grinnikte en het werd deze keer ook niet meer dan dat. Hermelien vertrok weer en er werd omgeroepen dat ze er over vijf minuten zouden zijn. Harry voelde zenuwen in zijn buik, en hij was niet de enige. De trein ging steeds trager rijden en stopte uiteindelijk. Mensen drongen naar de deur en stapte een piepklein donker perronnetje op.

De zus van Anna ZwartsWhere stories live. Discover now