Kerst

14 0 0
                                    

'Ik zie jullie later nog wel. Geniet van je cadeautje, Harry.'
Terwijl ze wegliep dacht ze diep na over wat Hermelien had gezegd. Ze had Mare nooit gezegd dat Sirius Zwarts niet gevaarlijk was. Wist Mare meer dan het leek, of hield ze haar zorgen gewoon voor zichzelf?
Die avond kregen Harry, Ron en Hermelien nog een hoop informatie te verwerken, onder andere over het verleden van James Potter en Sirius Zwarts, maar ook over Scheurbek.
Maar de volgende ochtend was het kerstochtend en terwijl Harry vol bewondering zijn Vuurflits uitpakte, staarde Anna met een mond vol tanden naar een prachtige, akoestische piano die gemaakt was uit donker hout. Hij stond naast haar bed, zonder briefje, zonder wat dan ook.
'Wauw.'
Anna keek opzij en zag dat Hermelien was wakker geworden. Woordeloos wees Anna naar de piano.
'Van wie heb je hem gekregen?' Vroeg Hermelien en Anna kon als antwoord alleen maar haar hoofd schudden en naar de piano staren. Alsof ze gehypnotiseerd was liep ze ernaartoe en sloeg ze een toon aan. Een zuivere klank vulde de kamer en Anna staarde niet langer. Ze ging op de rand van haar bed zitten en zette een klassiek nummer in. Al snel had ze haar ogen gesloten en vonden haar vingers blind de toetsen. Licht vlogen haar vingers over de toetsen en de klanken van het dreuzelliedje Nuvole Bianche vulde de hele kamer.
Hermelien ging op bezoek bij Harry en Ron en Anna ging gewoon verder met het volgende liedje.
Hermelien kwam de kamer van de jongens binnen, met haar ochtendjas aan en Knikkebeen in haar armen. De kat had een slinger om zijn nek en maakte een uitermate norse indruk.
'Weg met die kat!' Zei Ron. Hij trok Schurfie onder de dekens vandaan en stopte hem in de borstzak van zijn pyjama. Maar Hermelien luisterde niet. Ze liet Knikkebeen op het lege bed van Simon vallen en staarde met open mond naar de Vuurflits.
'Oh, Harry! Van wie heb je die gekregen?'
'Geen idee.' Zei Harry. 'Er zat geen kaartje bij ofzo.'
Tot zijn grote verbazing leek Hermelien niet opgewonden of geïntrigeerd door dat nieuws. Integendeel, haar gezicht betrok een beetje en ze beet op haar onderlip.
'Wat heb je?' Vroeg Ron.
'Ik weet niet.' Zei Hermelien langzaam. 'Maar ik vind het wel een beetje vreemd. Ik bedoel, dat is een behoorlijk goede bezem, hè? En Anna heeft een super-dure piano gekregen, ook zonder afzender.'
Het kwam erop neer dat Hermelien het allemaal niks vond en dat Ron het daar niet mee eens was. Ze hadden hier uren over kunnen discussiëren als ze niet zouden worden onderbroken door Knikkebeen die Schurfie weer eens aanvloog.

De kerstgedachte was die ochtend ver te zoeken in de leerlingenkamer van Griffoendor. Hermelien had Knikkebeen op de meisjesslaapzaal opgesloten, maar was woest op Ron omdat hij geprobeerd had hem te schoppen. Ron was nog steeds razend over Knikkebeens laatste poging om Schurfie te verorberen en Anna zat de hele tijd liedjes te neuriën, wat goed was voor enkel en alleen haar eigen humeur.
Na een tijdje staakte Harry zijn pogingen om hen weer aan de praat te krijgen en richtte hij zijn aandacht op de Vuurflits, die hij mee naar beneden had genomen. Om de een of andere reden scheen dat Hermelien ook te irriteren. Ze zei niets, maar wierp steeds duistere blikken op de bezem, alsof die ook kritiek op haar kat had geleverd.
Rond een uur of twaalf gingen ze naar de Grote Zaal om te eten en zagen ze dat de tafels waaraan de afdelingen normaal gesproken zaten tegen de muren waren geschoven, en dat er in het midden van de zaal één enkele tafel stond die gedekt was voor twaalf. Professor Perkamentus, Professor Anderling, Professor Sneep, Professor Stronk en Professor Banning zaten al aan tafel, samen met Argus Vilder, de conciërge, die zijn gebruikelijke bruine stofjas had verruild voor een stokoude en nogal schimmelige jacquet.
Er waren slechts twee andere leerlingen: een bloednerveuze eerstejaars van Huffelpuf en een norse vijfdejaars van Zwadderich.
'Vrolijk kerstfeest!' Zei Perkamentus toen Harry, Ron, Hermelien en Anna binnenkwamen.
'We zijn maar met zo weinig dat het een beetje dwaas leek om de afdelingstafels te gebruiken... ga zitten, ga zitten!'
Harry, Ron, Hermelien en Anna gingen naast elkaar zitten, aan het uiteinde van de tafel.
'Knalbonbons!' Zei Perkamentus enthousiast en hij stak een grote, zilveren knalbonbon uit naar Sneep, die hem met tegenzin beetpakte en een ruk gaf. Met een knal alsof er een kanon afging spatte de bonbon open en er viel een grote, puntige heksenhoed uit, met een opgezette gier erop.
Harry herinnerde zich de boeman, keek stiekem even naar Ron en grijnsde. Sneep kneep zijn dunne lippen samen en schoof de hoed naar Perkemantus, die hem meteen opzette in de plaats van zijn eigen tovenaarshoed.
'Tast toe!' Zei hij glunderend.
Terwijl Harry gebakken aardappelen opschepte, gingen de deuren van de Grote Zaal opnieuw open en kwam Professor Zwamdrift binnen, die naar hen toe gleed alsof ze op wieltjes reed.
Ze had voor de gelegenheid een jurk met groene pailletjes aangetrokken, zodat ze meer dan ooit op een bovenmaatse, glitterende libelle leek.
'Sybilla! Wat een aangename verrassing!' Zei Perkamentus, die opstond.
'Toen ik in mijn kristallen bol keek,' Zei Professor Zwamdrift met haar meest afwezige en dromerige stem. 'Zag ik tot mijn verbazing dat ik mijn eenzame lunch verruilde voor het gezelschap van mijn collega's. Wie ben ik om de verlokkingen van het lot te negeren? Ik verliet direct mijn torenkamer en haastte me hierheen en ik hoop dat jullie me vergeven dat ik zo laat ben...'
'Natuurlijk, natuurlijk.' Zei Professor Perkamentus met een twinkeling in zijn ogen.
'Laat ik een stoel voor je halen.' Hij schetste snel een stoel in de lucht met zijn toverstok, die een paar tellen ronddraaide voor hij met een plof tussen Sneep en Anderling neerviel.
Professor Zwamdrift ging echter niet zitten. Haar reusachtige ogen dwaalden rond de tafel en ze slaakte een zacht gilletje.
'Dat durf ik niet, Professor! Als ik ging zitten, zouden we met dertien zijn! Niets brengt zoveel ongeluk! Vergeet nooit dat, als dertien mensen aan tafel gaan, de eerste die opstaat ook als eerste zal sterven!'
'Laten we dat risico maar nemen, Sybilla.' Zei Professor Anderling ongeduldig. 'Ga alsjeblieft zitten, de kalkoen wordt koud.'
Professor Zwamdrift aarzelde, maar ging toen schoorvoetend zitten, met haar ogen en mond toegeknepen, alsof ze verwachtte dat de tafel elk moment door de bliksem geraakt kon worden. Professor Anderling stak een grote lepel in de dichtstbijzijnde terrine. 'Ook een schepje pens, Sybilla?'
Professor Zwamdrift negeerde haar. Ze deed haar ogen open, keek opnieuw om zich heen en zei: 'Maar waar is die lieve Professor Lupos?'
'Ik ben bang dat de arme stakker weer ziek is.' Zei Professor Perkamentus en hij gebaarde dat iedereen kon opscheppen.
'Dat is toevallig.' Zei de eerstejaars van Huffelpuf. 'Marieke is ook ziek. Ze sliep nog toen ik wou vertrekken voor het middageten en ik besloot haar te wekken, maar ze zei dat ze zich te ziek voelde en beter in bed bleef.'
'Is Mare weer ziek?' Zei Ron verbaasd.
'Maak je niet druk. Mare is het type dat heel vaak ziek wordt. Toen we nog naar de lagere dreuzelschool gingen heeft Remus een tijdje gedacht dat ze maar alsof deed om onder toetsen uit te komen. Maar ze heeft gewoon niet zo'n geweldig immuunsysteem. Ik had de laatste tijd nochtans de indruk dat het beter ging, maar blijkbaar niet.' Zei Anna.
'Doodzonde dat dat net met kerst moest gebeuren.' Zei Perkamentus.
'Maar dat wist je toch zeker al, Sybilla?' Zei Professor Anderling met opgetrokken wenkbrauwen. Professor Zwamdrift wierp Professor Anderling een ijzige blik toe. 'Uitraard wist ik dat, Minerva.' Zei ze zacht. 'Maar zieners lopen liever niet met hun paranormale kennis te koop. Ik doe dikwijls net alsof ik niet helderziend ben om anderen niet nerveus te maken.'
'Dat verklaart veel!' Zei Professor Anderling pinnig, waardoor Anna plots een hoestbui kreeg die ze als excuus gebruikte om zich half onder de tafel te verschuilen zodat niemand haar brede grijns zag. Ze vond het heel lachwekkend dat Professor Anderling die keurige, strenge Professor Anderling, zo kattig deed tegen Professor Zwamdrift.
De stem van Professor Zwamdrift werd plotseling een stuk minder dromerig.
'Als je het persé wilt weten, ik heb gezien dat die arme Professor Lupos niet lang meer onder ons zal zijn. Hij schijnt zich er zelf ook van bewust te zijn dat zijn dagen geteld zijn. Hij zette het haast op een lopen toen ik hem aanbood in mijn kristallen bol te kijken.'
Anna hield abrupt op met grijnzen en vond haar bord boven de tafel weer terug.
'Wat heb je toch rare mensen.' Zei Professor Anderling droogjes.
'Ik betwijfel of Professor Lupos acuut gevaar loopt.' Zei Perkamentus op een montere maar iets luidere toon en hij kapte het gesprek tussen Professor Anderling en Professor Zwamdrift af.
'Heb je die toverdrank weer voor hem gemaakt, Severus?'
'Ja, Professor.' Zei Sneep.
'Prima.' Zei Perkamentus. 'Dan denk ik dat hij binnen de kortste keren genezen zal zijn... Erik, heb je de worstjes al geproefd? Ze zijn echt heerlijk.'
De eerstejaars van Huffelpuf werd vuurrood toen Perkamentus hem toesprak en pakte de schotel met worstjes met bevende handen aan.
Iedereen at gezellig verder tot plots een uil door de zaal scheerde en naast Anna neerstreek.
'Egbert! Hoe is het nog met je?' Zei Anna vrolijk tegen haar uil terwijl ze een paar pinda's uit haar zak viste en ze aan haar uil gaf. Terwijl Egbert zich op de pinda's stortte, maakt Anna het briefje rond zijn poot los en vouwde het open.
Het was van Mare. Anna las het in stilte:
"Liefste Anna,
Ik zal maar met de deur in huis vallen. Heb jij me die elektrische gitaar gegeven? Hij is echt cool en doordat hij behekst is om geen elektriciteit nodig te hebben om te werken, kan ik hem ook op Zweinstein gebruiken. Er zat geen briefje bij dus ik weet niet wie hem gestuurd heeft. Vandaar mijn vraag.
Ik wens je nog een vrolijke kerstdag.
Groetjes Mare"
Even was Anna sprakeloos. Egbert had zijn pinda's op en wilde blijkbaar dat Anna hem zou aaien want hij zat de hele tijd tegen haar hand te duwen. Anna viste een pen uit haar zak en schreef haar antwoord op de achterkant van het briefje terwijl ze Egbert afwezig aaide met haar vrije hand.
"Liefste Mare,
Ik heb je die gitaar niet gestuurd, maar ik heb zelf wel een akoestische piano gekregen. Ook zonder briefje. Misschien komt het van dezelfde afzender.
Ik wens je nog een vrolijke kerst en veel beterschap.
Als je je tegen vanavond beter voelt kunnen we misschien samen naar Hagrid gaan.
Groetjes Anna"
Anna bond het briefje terug aan Egberts poot. En de uil vloog weg door de deuren van de Grote Zaal.

Professor Zwamdrift slaagde erin zich normaal te gedragen tot het kerstdiner twee uur later voorbij was. Harry en Ron, die propvol zaten en hun feestmutsen uit de knalbonbons nog op hadden, stonden als eerste op en Professor Zwamdrift slaakte een gil.
'Lieve jongens, wie van jullie is als eerste opgestaan? Wie?'
'Geen idee.' Zei Ron, die onbehaaglijk naar Harry keek.
'Ik betwijfel of het iets uitmaakt.' Zei Professor Anderling luchtig. 'Tenzij er een krankzinnige bijlmoordenaar wacht in de hal, om de eerste die naar buiten komt af te slachten.'
Zelfs Ron lachtte. Professor Zwamdrift leek diep beledigd.
'Kom je?' Vroeg Harry aan Hermelien.
'Nee.' Mompelde Hermelien. 'Ik moet nog eventjes iets bespreken met Professor Anderling.'
'Zeker vragen of ze er nog een paar vakken bij kan krijgen.' Zei Ron geeuwend terwijl ze naar de hal liepen, die volkomen verstoken bleek te zijn van krankzinnige bijlmoordenaars.
Toen ze bij het portretgat waren, zagen ze dat heer Palagon een kerstfeestje hield met een stel monniken, diverse oud-schoolhoofden van Zweinstein en zijn dikke pony. Hij schoof zijn vizier omhoog en proostte met een grote beker gloeiwijn.
'Vrolijk-hik-kerstfeest! Wachtwoord?'
'Schurftig hondsvot.' Zei Ron.
'Insgelijks!' Brulde heer Palagon, terwijl het schilderij opzij zwaaide om hen door te laten. Harry ging direct naar de slaapzaal, pakte zijn Vuurflits en de bezemverzorgingskit die hij voor zijn verjaardag had gekregen, nam ze mee naar beneden en keek of hij iets aan de Vuurflits kon doen. Er was echter niet één verbogen twijgje dat bijgeknipt moest worden en de steel blonk zo oogverblindend dat het zinloos leek hem opnieuw te poetsen. Ron en hij zaten de bezem uit alle hoeken en standen te bewonderen toen het portretgat openging en Hermelien naar binnen klom, gevolgd door Professor Anderling.
Professor Anderling was hoofd van Griffoendor, maar Harry had haar slechts één keer eerder in de leerlingenkamer gezien, toen ze een heel ernstige mededeling kwam doen. Ron en hij staarde haar aan, met de Vuurflits in hun handen. Hermelien liep om hen heen, ging zitten, pakte het dichtstbijzijnde boek en verborg haar gezicht erachter.
'Dus dat is hem?' Zei Professor Anderling argwanend. Ze liep naar de haard en staarde aandachtig naar de Vuurflits.
'Juffrouw Griffel vertelde dat iemand je een bezem heeft gestuurd, Potter.'
Harry en Ron keken naar Hermelien en zagen haar voorhoofd rood worden boven haar boek, dat ze ondersteboven hield.
'Mag ik?' Zei Professor Anderling, maar ze wachtte niet op antwoord en trok de Vuurflits uit hun handen. Ze bestudeerde hem aandachtig, van het puntje van de steel tot de uiteinden van de twijgjes.
'Hmmm. En er zat geen briefje bij, Potter? Geen kaartje? Geen enkele boodschap?'
'Nee.' Zei Harry wezenloos.
'Juist, ja...' Zei Professor Anderling. 'Tja, ik ben bang dat ik hem tijdelijk in beslag moet nemen, Potter.'
'W-wat?' Zei Harry. 'Hoezo?'
'We moeten controleren of hij niet behekst is.' Zei Professor Anderling. 'Ik ben uitraard geen expert, maar ik denk dat madame Hooch en Professor Banning hem zullen moeten demonteren...'
'Demonteren?' Herhaalde Ron, alsof Professor Anderling krankzinnig was.
'Het duurt hooguit een paar weken.' Zei Professor Anderling. 'Als we zeker weten dat hij vloekvrij is, krijg je hem terug.'
'Waarom zou hij vervloekt zijn?' Vroeg Anna niet-begrijpend. Ze werd echter genegeerd.
'Maar er mankeert niets aan!' Zei Harry met trillende stem. 'Echt, Professor...'
'Dat kun je niet zeker weten, Potter.' Zei Professor Anderling vriendelijk. 'Niet als je er nog niet op hebt gevlogen en ik ben bang dat dat uitgesloten is, tot we er zeker van zijn dat er niet mee is geknoeid. Ik hou je op de hoogte.'
Professor Anderling draaide zich om en klom met de Vuurflits door het portretgat, dat zich achter haar sloot.
Harry staarde haar na, met het blikje Supersteelglans nog in zijn hand, maar Ron wendde zich furieus tot Hermelien.
'Waarom moest je dat zo nodig aan Anderling doorbrieven?'
Hermelien smeet haar boek neer. Ze was nog steeds rood, maar stond op en zei uitdagend tegen Ron: 'Omdat ik dacht, en dat is Professor Anderling met me eens, dat Harry die bezem waarschijnlijk heeft gekregen van Sirius Zwarts!'
Verward keek Anna naar Hermelien.
'Waarom zou dat een probleem zijn? Ik bedoel, Zwarts is zijn peetvader. Hoe weet je dat hij niet gewoon probeert iets aardigs te doen voor zijn petekind? Dat kan toch?'
Harry, Ron en Hermelien keken Anna aan.
'Hoe weet jij dat Zwarts mijn peetvader is?' Vroeg Harry en Anna werd rood. Ze wendde haar blik af en mompelde tegen de grond: 'Ooit was hij een vriend van Remus, net als je vader. Remus heeft wel eens verhalen verteld over wat ze vroeger beleefden op Zweinstein. Ze zaten alledrie in Griffoendor en ook in hetzelfde jaar, wist je dat?'
Er viel een stilte. Toen draaide Anna zich om naar Harry en zei ze zacht: 'Hij heeft het niet op jou gemunt, Harry. Niet op die manier. Dat geloof ik niet.' 

De zus van Anna ZwartsWhere stories live. Discover now