Zweinsteinexpres

8 0 0
                                    

Morgen zouden ze weer naar Zweinstein gaan.
Toen Anna de volgende ochtend wakker werd, hing er echt een sombere eindevakantiesfeer. Dikke regendruppels spatten tegen het raam terwijl ze een spijkerbroek en een trui aanschoot; pas in de Zweinsteinexpres zouden ze hun schoolgewaden aantrekken. Anna ging maar beneden om te ontbijten. Op de gang knalde ze nog net niet tegen Harry, Ron, Fred en George op. Ze waren net op de overloop op de eerste verdieping toen een geagiteerde mevrouw Wemel onder aan de trap verscheen.
'Arthur!' riep ze. 'Arthur! Dringende boodschap van het Ministerie!'
Anna drukte zich gauw tegen de muur toen meneer Wemel de trap kwam afhollen, met zijn gewaad achterstevoren aan. Toen Anna en de anderen de keuken binnenkwamen, zagen ze mevrouw Wemel zenuwachtig in een la rommelen.
'Ik weet zeker dat hier een ganzenveer lag!'
Terwijl meneer Wemel zich over het haardvuur boog en sprak met Barend Kannewasser wiens hoofd in het haardvuur lag, als een soort groot, bebaard ei. Het praatte heel vlug en scheen totaal geen last te hebben van de rondvliegende vonken of de vlammen die aan zijn oren likten.
'...Dreuzelburen hoorden knallen en geschreeuw en waarschuwden die, hoe heten ze ook weer? Plisiegenten. Arthur, kom alsjeblieft zo snel mogelijk...'
'Hier!' zei mevrouw Wemel buiten adem en ze duwde een stuk perkament, een flesje inkt en een verfomfaaide veer in de handen van meneer Wemel.
'..een geluk bij een ongeluk dat ik het 't eerst hoorde,' zei het hoofd van meneer Kannewasser. 'Ik was toevallig vroeg op kantoor omdat ik nog een paar uilen moest versturen en toen gingen die jongens van de Taakeenheid Ongepast Spreukgebruik net op pad, als Rita Pulpers dit te horen krijgt, Arthur...'
'Wat is er volgens Dwaaloog zelf gebeurd?' vroeg meneer Wemel, die de dop van de inktfles draaide, zijn veer erin doopte en aanstalten maakte om notities te maken. Meneer Kannewasser sloeg zijn ogen ten hemel.
'Hij beweert dat hij een indringer hoorde in de achtertuin. Volgens hem probeerde die naar zijn huis te sluipen, maar werd hij aangevallen door de vuilnisbakken.'
'Wat deden die vuilnisbakken?' vroeg Meneer Wemel, driftig schrijvend.
'Ontzettend veel lawaai maken en overal rotzooi rondsmijten, voor zover ik begrepen heb,' zei meneer Kannewasser. 'Blijkbaar raasde een van die bakken nog steeds door de tuin toen die plisiegenten kwamen opdagen...'
Meneer Wemel kreunde.
'En die indringer?'
'Arthur, je kent Dwaaloog toch?' zei het hoofd van meneer Kannewasser, dat opnieuw met zijn ogen rolde. 'Iemand die in het holst van de nacht door zijn achtertuintje sluipt? Kom nou toch. Ik denk eerder dat er ergens een heel erg geschrokken kat rondloopt die onder de aardappelschillen zit. Maar als Ongepast Spreukgebruik Dwaaloog te pakken krijgt, kan hij het schudden, denk aan wat hij allemaal op zijn
kerfstok heeft. Nee, we moeten zorgen dat hij er met iets kleins vanaf komt, iets wat onder jouw afdeling valt, wat staat er tegenwoordig op ontploffende vuilnisbakken?'
Zo ging het nog even door. Tot Meneer Wemel haastig naar boven liep om zijn gewaad juist aan te doen en onderweg bijna Mare omver liep, die slaperig de keuken binnenkwam.
'Dag, Meneer Kannewasser.' Zei Mare vriendelijk tegen het hoofd dat nog in het vuur lag.
'Goedemorgen, Mare. Ik wil niet grof overkomen, maar ik moet echt gaan. Ik moet nog een paar uilen versturen.' Zei Meneer Kannewasser en met een plopend geluidje verdween hij.
'Ken je hem?' Vroeg Harry verbaasd aan Mare.
'Zijn zoon Carlo is een vriend van me.' Zei Mare schouderophalend.
Nog geen vijf minuten later stond Meneer Wemel weer in de keuken, met nu zijn gewaad op de juiste manier aan en haalde hij een kam door zijn haar. Het leek nergens op dus Anna trok de kam uit zijn hand om meneer Wemel's haar te fatsoeneren.
'Ik moet echt gaan, een goed schooljaar, jongens!' zei meneer Wemel tegen Harry, Ron en de tweeling. Hij gooide een mantel om zijn schouders en maakte aanstalten om te Verdwijnselen.
'Molly, denk je dat je het alleen afkunt? De kinderen naar het station brengen, bedoel ik?'
'Ja, natuurlijk.' zei ze. 'Zorg jij nou maar voor Dwaaloog, dan komt het hier best goed.'
Net toen meneer Wemel verdween, kwamen Bill en Charlie de keuken binnen. Ze besloten mee te gaan naar het station om de anderen uit te zwaaien, maar nadat Percy uitgebreid zijn excuses had gemaakt, zei hij dat hij echt naar zijn werk moest.
'Ik kan het gewoon niet maken om op dit moment nog meer vrij te nemen,' zei hij. 'Meneer Krenck begint juist op me te vertrouwen.'
'Zal ik je 'ns wat vertellen, Percy?' zei George serieus. 'Misschien kent hij binnenkort zelfs je naam.'
Mevrouw Wemel had al haar moed bijeengeschraapt en de telefoon op het postkantoortje in het dorp gebruikt om drie gewone Dreuzeltaxi's te bestellen die hen naar Londen moesten brengen.
'Arthur heeft nog geprobeerd om auto's van het Ministerie te regelen,' fluisterde mevrouw Wemel tegen Harry terwijl ze op het kletsnatte erf stonden en keken hoe de taxichauffeurs zes loodzware hutkoffers naar hun auto's sjouwden.
'Maar die waren allemaal in gebruik... Oh jee, ze zien er niet echt blij uit, hè?'
Harry zei maar niet tegen mevrouw Wemel dat chauffeurs van Dreuzeltaxi's zelden opgewonden uilen vervoerden en Koekeroekus maakte een oorverdovend lawaai.
Het werd een ongemakkelijke trip, doordat ze samen met hun hutkoffers achter in de taxi's gepropt zaten en het een hele tijd duurde voor Knikkebeen over de schrik heen was. Op het perron gingen eerst Harry, Ron, Hermelien en Anna (die het meest opvielen omdat ze Koekeroekus en Knikkebeen bij zich hadden); ze leunden nonchalant en vrolijk pratend tegen het hek, gleden er zijdelings doorheen en bevonden zich plotseling op perron negendriekwart. Koekeroekus werd luidruchtiger
dan ooit toen hij andere uilen hoorde krassen in de mist. Net acher hen verscheen Mare. Dog had blijkbaar besloten om Koekeroekus te tonen hoe een huisdier zich rustig hoorde te gedragen. Hij was heel kalm, maar begon spontaan te kwispelen van enthousiasme toen hij de trein zag. Harry, Ron, Hermelien en Anna zochten een plaatsje, stouwden hun bagage in een coupe halverwege de trein en stapten het perron weer op om afscheid te nemen van Bill, Charlie en mevrouw Wemel. Mare had haar spullen in een coupé met haar vrienden van Huffelpuf gezet en kwam ook nog even langs.
'Misschien zie ik jullie eerder terug dan jullie denken!' zei Charlie grijnzend terwijl hij Ginny een afscheidsknuffel gaf.
'Hoezo?' vroeg Fred scherp.
'Je zult wel zien.' Zei Charlie. 'Zeg alleen niet tegen Percy dat ik iets gezegd heb... tenslotte is het "geheime informatie, tot het moment dat het Ministerie besluit tot vrijgave".'
'Ja, ik vind het jammer dat ik dit jaar niet meer op Zweinstein zit,' zei Bill, die met zijn handen in zijn zakken haast verlangend naar de trein keek.
'Waarom?' zei George ongeduldig.
'Omdat dit een interessant jaar wordt,' zei Bill, met twinkelende ogen.
'Misschien neem ik zelfs wel een dagje vrij, om naar een deel te komen kijken.'
'Een deel van wat?' zei Ron. Maar op dat moment ging er een fluitje en dreef mevrouw Wemel hen haastig naar de trein. Anna wist nog net een verbaasde Charlie in een omhelzing te trekken zodat ze in zijn oor kon sissen: 'Als je langs komt om een stel draken voor dat Toernooi mee te nemen dan doe ik je wat.'
Ze liet Charlie los en sprong in de trein.
'Bedankt voor de zorgen, mevrouw, Wemel!' Zeiden Mare en Anna in koor.
'Oh, ik vond het zelf ook ontzettend leuk,' zei mevrouw Wemel. 'Ik zou jullie graag uitnodigen met Kerstmis, maar... nou ja, ik denk dat jullie dit jaar liever op Zweinstein blijven, gezien... gezien het een en ander...'
'Ma!' zei Ron geïrriteerd. 'Wat weten jullie dat wij niet weten?'
'Dat horen jullie vanavond wel, denk ik,' zei mevrouw Wemel glimlachend.
'Het wordt vast heel opwindend, maar ik ben blij dat ze de regels hebben veranderd...'
'Wat voor regels?' riepen Harry, Ron, Fred en George in koor.
'De regels voor het...' Begon Anna, maar Mare stapte op haar voet om haar de mond te snoeren.
'Dit hoor je niet te weten.' Siste ze.
'Jullie horen het wel van professor Perkamentus... en gedraag jullie, hè? Beloof je dat,
Fred? En jij, George?' zei mevrouw Wemel, met een scherpe blik op Anna.
De zuigers sisten luid en de trein begon te rijden.
'Zeg nou wat er op Zweinstein gaat gebeuren!' brulde Fred uit het raampje terwijl ze mevrouw Wemel, Bill en Charlie snel achter zich lieten.
'Wat voor regels gaan ze veranderen?'
Maar mevrouw Wemel lachte en zwaaide alleen maar. Voor de trein de bocht om was, waren zij, Bill en Charlie al Verdwijnseld.
'Wat gaat er gebeuren?' vroeg Fred nu aan Anna.
'Als ik het jou zeg weet straks iedereen het.'
'Jij wilt het toch wel zeggen, hè Mare.' Zei George.
'In je dromen.' Zei Mare lachend.

De zus van Anna ZwartsWhere stories live. Discover now