Angst

14 0 0
                                    

en Egbert luisterde, zonder mening, zonder oordeel. Gewoon als een goede vriend die er altijd was.
Pas donderdagochtend laat, toen de Zwadderaars en Griffoendors er de helft van hun blokuur Toverdranken op hadden zitten, liet Malfidus zich weer in de klas zien. Hij kwam arrogant de kerker binnenstruiven, met zijn arm in een mitella, alsof hij de heldhaftige overlevende was van een vreselijke veldslag, dacht Harry.
'Hoe is het ermee, Draco?' Vroeg Patty Park met een kleffe glimlach. 'Doet het nog erg pijn?'
'Ja.' Zei Malfidus met een dappere grimas, maar Harry zag hem knipogen tegen Korzel en Kwast toen Patty niet keek.
'Kom binnen, kom binnen.' Zei Sneep tolerant.
Harry en Ron keken elkaar nijdig aan. Als zij te laat waren gekomen zou Sneep niet gewoon 'kom binnen' hebben gezegd, maar hen direct strafwerk hebben gegeven. Maar Malfidus had altijd ongestraft zijn gang kunnen gaan tijdens de toverdrankles. Sneep was hoofd van Zwadderich en trok zijn eigen leerlingen onbeschaamd voor.
Ze waren die ochtend met een nieuwe toverdrank begonnen, een slinksap. Malfidus zette zijnketel vlak naast die van Harry en Ron zodat ze hun ingrediënten aan dezelfde tafel bereidde.
Malfidus begon Harry en Ron zodanig te commanderen dat zij uiteindelijk degene waren die zijn toverdrank maakten.
'Zeg, Harry.' Zei Simon Filister plotseling. 'Heb je het al gehoord? Volgens de ochtendprofeet is Sirius Zwarts gesignaleerd.'
Anna was meteen alert.
'Waar?' Zeiden Harry, Anna en Ron in koor. Aan de andere kant van de tafel keek Malfidus op en luisterde aandachtig.
'Niet zo ver hiervandaan.' Zei Simon opgewonden. 'Hij is gezien door een dreuzel. Natuurlijk begreep die het niet echt. Dreuzels denken dat hij een gewone misdadiger is, hè? Daarom belde ze het speciale telefoonnummer en tegen de tijd dat het Ministerie van Toverkunst arriveerde, was hij verdwenen.'
'Niet zo ver hiervandaan...' Herhaalde Ron met een veelbetekenende blik op Harry. Hij draaide zich om en zag Malfidus kijken. 'Wat nu weer, Malfidus? Moet er iets geschild worden?'
Maar de ogen van Malfidus blonken venijnig en staarden naar Harry. Hij boog zich over tafel.
'Was je van plan Zwarts eigenhandig te grazen te nemen, Potter?'
'Ja, natuurlijk.' Zei Harry nonchalant. Malfidus' dunne lippen krulden om in een valse glimlach.
'Als ik in jouw schoenen had gestaan, had ik allang iets ondernomen.' Zei hij zacht. 'Dan was ik niet braaf op school gebleven. Nee, dan was ik naar hem opzoek gegaan.'
'Waar heb je het over, Malfidus?' Zei Ron kortaf.
'Weet je dat dan niet, Potter?' Fluisterde Malfidus. Zijn bleke ogen waren spleetjes.
'Wat?'
Malfidus lachtte zacht en schamper.
'Misschie n heb je geen zin om je nek uit te steken.' Zei hij. 'Je laat het liever over aan de Dementors, hè? Nou als ik jou was, zou ik wraak willen. Dan zou ik hem persoonlijk opsporen.'
'Hou je klep toch eens, Malfidus.' Zei Anna ineens. 'Het feit dat jij geen leven hebt geeft je niet het recht om je met dat van een ander te bemoeien.'
De rest van de les bemoeide Anna zich alleen nog met zichzelf. Ze werd gewoon ziek van het geluid van Malfidus' stem.

De volgende les was verweer tegen de zwarte kunsten, van Remus. Of eigenlijk Professor Lupos. Hij was niet in de klas toen ze arriveerden voor hun eerste les. Iedereen ging zitten, legde zijn boeken, veren en perkament neer en zat te kletsen toen hij eindelijk binnenkwam. Lupos glimlachte vaag en zette zijn oude, haveloze koffertje op zijn bureau. Hij zag er nog even sjofel uit als in de trein, maar ook ietsje gezonder, alsof hij een paar keer goed had gegeten.
'Goedemiddag.' Zei hij. 'Zouden jullie je boeken weer willen opbergen? We beginnen vandaag met een praktijkles. Jullie hebben alleen jullie toverstaf nodig.' De leerlingen wisselden nieuwsgierige blikken uit terwijl ze hun boeken opborgen. Ze hadden nog nooit een praktijkles Verweer Tegen de Zwarte Kunsten gehad, of je moest de memorabele les tijdens het afgelopen schooljaar meetellen toen hun vorige leraar een kooi vol aardmannetjes in de klas had losgelaten. Mare en Anna grijnsde naar elkaar. Ze hadden moeten weten dat Remus er een speciale eerste les van zou maken.
'Goed.' Zei Professor Lupos toen iedereen klaar was. 'Zouden jullie me willen volgen?'
Verbaasd maar geïnteresseerd stonden de leerlingen op en volgden hem naar buiten. Hij ging hen voor door de verlaten gang en toen ze de hoek omgingen zagen ze Foppe de klopgeest, die ondersteboven in de lucht zweefde en het dichtstbijzijnde sleutelgat volstopte met kauwgom.
Foppe keek pas op toen Professor Lupos op een halve meter afstand was. Toen wiebelde hij met zijn kromme tenen en begon te zingen: 'Leipe linke Lupos, Leipe linke Lupos, Leipe linke...' Foppe was vrijwel altijd grof en onhandelbaar, maar had meestal toch enig respect voor leraren. Iedereen keek naar Professor Lupos om te zien hoe hij zou reageren. Tot hun verbazing glimlachte hij alleen.
'Ik zou die kauwgom maar uit dat sleutelgat halen als ik jou was, Foppe.' Zei hij vriendelijk. 'Anders kan meneer Vilder niet bij zijn bezems.'
Argus Vilder was de conciërge van Zweinstein. Een humeurige, mislukte tovenaar die een niet aflatende strijd tegen de leerlingen voerde en ook tegen Foppe. De enige leerling die Vilder mocht was Mare. In het eerste jaar, toen Anna, Fred en George de gang met confetti hadden bezaaid, had ze vrijwillig aangeboden om te helpen het op te ruimen en had ze het zelfs zonder magie gedaan. Ze noemde Vilder ook altijd heel beleefd, meneer. En het feit dat haar hond, Dog, het enige huisdier in het kasteel was dat nog nooit irritatie had opgewekt bij mevrouw Norks, hielp daar nog eens bij. Mare werd nooit gestraft door Vilder. Niet dat ze veel streken uithaalde. Maar ze gebruikte die connectie ook soms om Anna en de tweeling uit de problemen te halen. Toen Anna haar had gevraagd waarom ze zo vriendelijk deed tegen hem, zei Mare: 'Iedereen verdient het om aardig behandeld te worden. Zolang je doet wat goed is, word je beloont. Vilder mag me wel en dat helpt me uit de problemen te blijven. En jou uit de problemen te halen.' Van ieder ander had Anna het raar gevonden, maar Mare was nu eenmaal het type dat heel aardig was en respect toonde voor ieder ander. Haar lijfspreuk was "Zolang je doet wat goed is, word je beloont".

De zus van Anna ZwartsWhere stories live. Discover now