Hoofdstuk 22

1.1K 65 18
                                    

Mila

Dux komt rustig naar beneden met mijn glas in zijn hand. Er komt iets geniaals in me op. Hij heeft zeker iets in het drankje gegooid dat een bepaalde werking heeft op me. Als ik meespeel maakt hij me misschien los, en dan kan ik toeslaan. Als hij me het drankje aangeeft slok ik alles gelijk naar binnen. Hij grijnst. Hij zet de tv aan, en ik doe alsof er niks aan de hand is. Zogenaamd kijk ik aandachtig naar het scherm, maar in mijn hoofd gaat alles tekeer. Ineens streelt hij mijn buik. Met moeite weet ik een verafschuwende blik te onderdrukken. Ik doe alsof ik er van geniet. Wat heel moeilijk is bij iemand die je haat. Ik zie de verbazing is zijn ogen. 'Vind je dit fijn?' Ik knik. Als ik ja zou zeggen zou het niet geloofwaardig overkomen. Hij komt akelig dichtbij, en kust me. Ik vind het zo vies, maar het is nu of nooit. Ik kus hem terug. Aan de geluiden die hij maakt is te horen dat hij er van geniet en opgewonden word. Hij haalt een bosje met sleutels uit zijn zak en ontketent mij zoals ik had voorspelt. Het mooie is dat hij geen idee heeft van wat ik zo ga doen. Als ik helemaal los ben trekt hij zijn broek uit. Ik durf niet te kijken. Zo snel als ik kan grijp ik naar zijn ballen. Het is het enige zwakke punt dat ik nu kan bedenken. Hij schreeuwt het uit van de pijn. 'Waar is de sleutel,' vraag ik met een kille stem.'Niet hier,' zegt hij met zo een nietige stem dat het bijna schattig is. Ik knijp zo hard in zijn ballen dat zelfs ik zijn pijn lijk te voelen. Wat is er gebeurt met de lieve Mila? 'Waar dan? Ik wil het nu weten,' zeg ik opdringerig. 'In mijn kamer.'

'Fuck you Dux. Rot lekker in de gevangenis. Ik haat je,' weet ik er nog uit te brengen. Zo snel als ik kan ren ik naar boven. Ik moet geen tijd verspillen ik moet namelijk die sleutelbos nog vinden voordat ik weg kan gaan. Mijn hart bonkt in mijn keel. Ik kom eindelijk vrij! Een domme fout is hem fataal geworden. Als ik boven ben zie ik een kamer waarvan de deur open is. Ik besluit die kamer als eerst te bekijken. Bingo! Dit is de kamer. Ik probeer zo snel mogelijk overal te zoeken, maar er zijn geen sleutels te bekennen. Als hij me heeft voorgelogen breekt de pleuris uit. Ik hoor voetstappen op de gang. Ik kan het niet geloven. Hoe kan dit? Is dit mijn lot? Zelfs God wilt niet dat ik vrij kom. Ik voel de aanwezigheid van een menselijk lichaam. Als ik me omdraai zie ik Dux in de deuropening staan, half grijnzend met een sleutelbos in zijn handen.

Recherche

'Goededag, politie recherche van Amsterdam-Zuid.'

'Hoi.' 'Mag ik vragen met wie ik spreek?' 'Ik wil graag anoniem blijven. Het gaat over de zaak van Mila van Koop. Wat weten jullie er allemaal van?' 'Niet veel.' 'Wat wel? Ik wil graag weten wat jullie wel weten.' 'Sorry jongeman ik mag geen informatie doorspelen. Het is nogal persoonlijk.' 'Alstublieft meneer. Ik geef om haar ze is zo speciaal.' 'Oké dan ze is donderdagmiddag ontvoerd door de dader. De dader had haar al eerder verkracht tijdens het uitgaan in een pas geopende tent.' Ik hoor de jongen slikken aan de telefoon. 'Ik weet genoeg,' zegt hij. Aan zijn stem te horen merk ik dat hij nogal overstuur is. Ik wil nog iets terug zeggen, maar hij hangt op.

Stalker

'Hey Mila wat doe jij nou hier?' Ze kijkt me bang aan. 'Jij vieze vuile flikker.' 'Denk je nou echt dat ik zo dom ben om je te zeggen waar de sleutels zijn? Haha desnoods hak je mijn ballen eraf. Jou vrijlaten is het laatste wat ik doe.' Ze kijkt me pisnijdig aan. 'Weetje Mila als jij deze sleutels wilt moet je ze maar ...' Ik ben niet eens klaar met mijn zin als ze op me afkomt. Schattig dat ze denkt dat ze mij aankan. Ik heb jaren op vechtsport gezeten. Ik weet wel hoe ik moet vechten tegen een meisje. Ze wilt naar me uithalen, maar ik pak haar hand vast, en trap haar vol in haar buik. Ze valt op de grond, ligt in een foetus houding en hapt naar adem. Om de situatie nog erger te maken schop ik nogmaals hard tegen haar buik aan, terwijl ze ligt. Ze lijkt net een vis die uit het water is gehaald, en aan haar lot is overgelaten op de koude vloer. Ze probeert nog op te staan, maar ik grijp naar haar hoofd en sla die zo vaak en hard als ik kan tegen de grond aan. Ik leg haar zo neer dat ze op haar rug ligt, en vuist haar in het gezicht. Ze heeft een bloedneus, en is buiten bewustzijn. Ik spuug in haar gezicht en neem afstand. 'Kutwijf!' Ze leert het ook nooit af.

gestalktNơi câu chuyện tồn tại. Hãy khám phá bây giờ