Hoofdstuk 5 ~ onweer

913 43 1
                                    

De trein minderde eindelijk vaart en stopte bij het station van Hogsmeade. Ik stond op en pakte mijn spullen. Sirius, die zich al de hele tijd probeerde in te houden om me niet te kussen, keek naar me en stond op. James stond ook op en pakte zijn spullen. 'Weten jullie dat ik nu al langzaam gek wordt van Sirius zijn pogingen om je niet te zoenen?' Ik knikte instemmend terwijl ik lopend probeerde te lezen.

'Ja.. daar word ik ook gek van..' mompelde Sirius. Ik grinnikte en trok mijn hutkoffer het perron op. Wetend dat Sirius en James me volgde liep ik, nog steeds lezend, in de richting van de koetsen. 'Waar is Peter überhaupt?' vroeg Sirius. Ik bleef staan en draaide me om.

'Hij zou naar het toilet gaan.. hij komt vanzelf wel.. en zo niet.. moet hij maar naar het kasteel lopen.' zei James, met een soort lach in zijn stem. Hij ging één van de koetsten binnen. Sirius bleef even staan, keek achter zich en ging toen samen met mij de koets in. Ik begon weer zenuwachtig heen en weer te bewegen. Ik staarde even naar de bomen van het verboden bos en zuchtte diep. Daarna keek ik weer naar mijn boek. 

'Ik heb echt geen zin in morgen.. als ik nou gewoon een normale tovenaar was..' mompelde ik, zonder mijn vrienden aan te kijken. 

'Je bent een normale tovenaar! Alleen heb je een probleem.. meer niet..' zei James en hij probeerde me aan te kijken, wat niet ging. Ik was het er niet helemaal mee eens. Ik was geen "normale tovenaar". Ik was anders en dat wist James maar al te goed.

'Dat probleem maakt je niet anders, Moony!' zei Sirius troostend. 

'Nou.. feitelijk gezien wel.. als ik geen weerwolf zou zijn, zat onze vriendschap anders in elkaar en waren jullie geen faunaten. Dan was ik minder verlegen geweest en had ik allang een relatie gehad met iemand, of het nou een jongen of meisje zou zijn en dan was ik minder onzeker geweest over van alles en nog wat..' 

'Breng nou niet overal iets tegenin! Ik wilde ermee zeggen dat je perfect bent zoals je bent..' zei Sirius en hij pakte mijn hand vast. 'Of zal ik weer verder gaan met mijn lijst?'

'Alsjeblieft niet zeg! Voor ik mijn lunch bovenop je spuug..' zei James. 'Hoe blij ik ook ben dat jullie.. tja.. een soort van iets hebben.. kan ik niet tegen al te veel romantiek.. dat breekt mijn hart..' 

'Awh.. Prongs het eenzame hertje..' zei Sirius met een grijns. James rolde met zijn ogen en keek naar mij. Ik wist dat ik bleek zag en probeerde mijn gezicht achter mijn boek te verbergen, in de hoop dat mijn vrienden me niet weer zouden vragen of het ging. Want wanneer zouden ze nou eens begrijpen dat het een dag voor volle maan nooit met me ging? Wanneer begrepen ze dat ik niet steeds de aandacht wilde omdat ik ziek was? Simpel antwoord: waarschijnlijk nooit. 

Peter kwam net op tijd de koets binnen en toen reden we in de richting van het kasteel. Ik keek er met grote ogen naar. Zelfs na het vijf jaar te hebben gezien, ontnam het kasteel me nog steeds de adem. Ik hoorde regen kletteren op het dak van de koets en keek verbaasd uit het raam. Ik was zo druk met lezen dat ik niet eens gemerkt had dat het begonnen was met regenen. 'Ik denk dat het zo gaat onweren..' mompelde ik. Sirius trok wit weg en ik glimlachte. Ik wist dat Sirius doodsbang was voor onweer en ergens vond ik het wel een schattige angst. 

'Awh.. Padfoot het bange hondje..' zei James met een brede grijns. Sirius rolde met zijn ogen. 

'Ik ben niet bang.. welke idioot is er nou bang voor onweer?' Hij schrok van een felle lichtflits en een harde klap en slaakte een kreet. Ik kneep zacht in zijn hand en James begon te lachen. Woedend keek Sirius hem aan. 'Het is niet grappig!' siste hij.

'Hm.. wel een beetje..' James grijnsde. Opnieuw verscheen er een felle lichtflits aan de hemel. De koetsen stopte, ik propte zijn boek in mijn tas en sprong de koets uit. Sirius bleef zitten en staarde angstig naar buiten. James, die ook uit de koets was gestapt zuchtte diep. 'Zou je uit de koets komen als Remus je dan zou zoenen?' Hij grijnsde. Ik keek hem verbaasd aan.

'Als ik hem zou zoenen?' James knikte. 

'Zeg nou gewoon dat je het doet.. of wil je soms dat Sirius daar blijft zitten? Alleen?'

'Natuurlijk niet! Oké.. best!' mompelde ik. James klom terug de koets in, duwde Sirius in mijn richting en sprong er toen zelf weer uit. Oh god.. wat had ik gezegd? Nu moest ik Sirius kussen terwijl iedereen erbij was. Sirius, die net als ik lijkbleek zag, staarde naar de lucht. Hij kromp een beetje ineen toen hij een harde klap hoorde en fluisterde iets tegen zichzelf. Ik keek naar hem, ging op mijn tenen staan en zoende hem recht op zijn mond. Oh god.. ik had eerder niet eens goed gelet op de kus en nu ik het wel deed.. er zijn niet echt goede woorden om het te omschrijven. Veel gesprekken stopten. Veel mensen keken verbaasd in onze richting. Na een tijdje kreeg ik geen adem meer en stopte ik. Ik staarde naar Sirius, verbaasd dat ik überhaupt iemand gekust had, besefte toen weer wat ik was en liep met snelle passen weg. Jammer maar helaas.. met deze weerwolf viel niks te beginnen. 

'Moony! Re! Remy! Remus! Oh wat maakt de naam ook uit..' hoorde ik Sirius wanhopig schreeuwen. Helaas voor hem stopte ik niet en smeet ik mijn spullen in de hal. Met snelle passen liep ik naar de grote zaal, plofte daar neer en begon met mijn hoofd op mijn armen te snikken. Op dat moment had ik echt een hekel aan mijn leven. Ik hoorde een stem naast me. 

'Remus? Gaat het wel met je?' Lily's stem. Ik keek op en staarde haar met een betraand gezicht aan. 

'N-nee.. het g-gaat niet..' Na dat gezegd te hebben, legde ik mijn hoofd weer op mijn arm. 

'Wat is er dan?' Snapte ze dan echt niet dat ik niet wilde praten? Blijkbaar niet. 

'L-laat me nou maar.. i-ik wil het er n-niet over hebben..' mompelde ik gesmoord, doordat ik deze keer niet opkeek. Ik voelde dat er iemand naast me kwam zitten. Ik had geen zin om op te kijken. 

'Remus?' fluisterde Sirius. Ik sprong op. 

'L-lily? Zou je h-het erg vinden om de e-eerstejaars alleen naar boven te brengen?' Ik moest uit de buurt zien te blijven van Sirius. Hoe moeilijk dat ook ging worden. Lily knikte en ik liep dankbaar weg, naar de bibliotheek. Een domme plek, want als Sirius al ging zoeken had hij me snel gevonden. Ik pakte een boek en ging in de vensterbank zitten. Madame Romella, de bibliothecaresse, scheen niet al te verbaasd te zijn om me rond dit tijdstip te zien. Ik kwam hier namelijk vaak, vooral als ik me slecht voelde over iets. Ik sloeg het boek open en begon te lezen. 


Het was een heel stuk later, en waarschijnlijk al na etenstijd, toen ik iemand de bibliotheek in hoorde komen. Alleen maar horen omdat ik weigerde om op te kijken van het boek. Ik wist niet wie het was, maar wist wel dat diegene hier voor mij was. 'Moony?' De stem van James. Ik zuchtte opgelucht. Dan hoefde ik tenminste niet weer weg te lopen, of rennen. Niet dat ik daar moeite mee had, ik had best een goede conditie vanwege het weerwolf zijn. 'Wat is er mis met jou?'

'Wil je de korte of de lange lijst?' mompelde ik, terwijl ik nog steeds naar mijn boek keek. James trok het uit mijn handen en dwong me op te kijken. 

'Jij.. moet je probleem niet in de weg laten staan als het om geluk gaat.. wat maakt het uit dat je één keer per maand verandert?' Wat het uitmaakte? Hij begreep het niet. Niemand begreep het. Niemand begreep mij. Oké, dat is overdreven, ik weet het.

'Wat het uitmaakt? Wat het uitmaakt?! Dat vraag je me serieus?!' Ik sprong op van de vensterbank en keek James ongelovig aan. 'Het maakt alles uit! Ik ben te gevaarlijk! Niet goed genoeg! Sirius kan beter krijgen!' Ik hoorde voetstappen achter me en draaide me met een ruk om. God.. daar heb je hem weer.. ik wierp nog één blik op James en wilde weglopen, maar Sirius pakte me bij mijn pols. 


What scars hide ~ Remus Lupin (Dutch)Where stories live. Discover now