Hoofdstuk 9 ~ uitroeien

800 38 0
                                    

De lippen verwijderde zich van de mijne en ik hoorde hoe voetstappen zich van me af bewogen. Kort daarna hoorde ik een deur dichtslaan. Wacht.. deur? Ik was dus ergens binnen. Vast en zeker de ziekenzaal, want ik voelde dat ik op iets zachts lag. Natuurlijk kon ik ook in mijn eigen bed liggen, maar dat leek me sterk. Ik kreunde en probeerde mijn ogen te openen. Het lukte me niet. Wat er gisteravond gebeurt was, was ik vergeten. Daarom begreep ik niet waarom ik overal zo'n pijn had. Met name aan mijn been.

'Remus? Ik praat nu al een halfuur tegen je.. kom op..' klonk de stem van Sirius. Blijkbaar was ik een soort van in slaap gevallen, of opnieuw bewusteloos geraakt. Langzaam opende ik mijn ogen een heel klein stukje en keek ik naar Sirius, die wanhopig tegen me praatte. 'Stom kind.. met je stomme, schattige gezicht en de stomme  twinkeling in je ogen waar ik verliefd op ben geworden.. met je stomme lippen die aanvoelen als een zacht kussen.. met je stomme glimlach die straalt als de zon..'

'A-als je me zo stom vindt..' mompelde ik. Sirius keek even geschrokken en glimlachte toen.

'Je bent wakker.. luister.. ik heb al honderd keer mijn excuses aangeboden, maar je hebt het geloof ik niet gehoord..'

'W-waarvoor zou je je e-excuses aan willen bieden?' Hij schudde zuchtend zijn hoofd, alsof ik vreselijk dom was. Maar ik begreep daadwerkelijk niet waar hij sorry voor zou moeten zeggen.

'Ik leidde je af.. ik zoende je en liet je vergeten dat het volle maan was.. door mij keek je niet waar je liep en liep je in die klem.. het is gewoon mijn schuld!' Ik zag dat hij tranen in zijn ogen had. Ik zag dat het hem pijn deed om me hier te zien liggen. Ik merkte dat hij echt dacht dat het zijn schuld was.

'H-het maakt niet uit.. i-ik was er ook in gelopen als i-ik in rustig tempo liep.. i-ik ben nogal lomp namelijk..' Ik veerde een beetje overeind en keek naar mijn been, die dik in het verband zat. Fijn. Het was dus een ernstige verwonding. Wat een feest.

'Ja.. nogal.. maar Reem? Waarom denk je dat er daar een zilveren klem lag? Weten meer mensen het van je?' Ik kreunde en legde mijn handen voor mijn ogen, om beter na te kunnen denken.

'I-ierder ruimdenkend mens z-zou het kunnen weten..' Maar ik dacht dat ik wel wist wie het was. Sterker nog: ik wist zeker wie de klem geplaatst had. En Sirius, die mijn handen ruw weg had getrokken, zag het aan mijn ogen. Aan mijn ogen die nog nooit zo woedend hadden gestaan.

'Wie denk je dat het was?' vroeg hij met een doordringende blik. Ik schonk hem geen antwoord en begon dingen in mezelf te mompelen.

'S-schoft.. e-eikel.. ik zal h-hem.. met z'n h-halfmens..'

'Halfmens? Heeft iemand je een fucking halfmens genoemd? Wie was het, Remus? Wie zei dat?' Ik schudde mijn hoofd en gaf geen antwoord. Ik had namelijk net bedacht dat er ook iemand anders was die het had kunnen doen. 'Remus! Wie was het?!' Ik wist dat Sirius iets doms ging doen als ik zou vertellen wie mijn verdachten waren en gaf opnieuw geen antwoord. Hij schudde me door elkaar. 

'S-sirius? H-hou op!' Sirius keek even lichtelijk geschrokken en stopte met schudden. Blijkbaar wist hij niet helemaal wat hij deed. 'W-welke dag is het?'

'Woensdagavond.. wees maar niet bang.. je hebt niet erg veel gemist!' zei hij, toen hij mijn geschrokken blik zag. 'Oh en Evans zei dat ze je best wilde bijpraten over de lessen..' Hij rolde met zijn ogen.

'Oh.. oké.. p-prima.. moet jij trouwens niet g-gaan, Pads?'

'Nee.. ik laat je niet alleen hier! Vannacht blijf ik bij je! Ik hoorde namelijk dat je hard geschreeuwd hebt in je slaap..' Ik had wat? Geschreeuwd in mijn slaap? Oh ja.. ik had een nachtmerrie. 'Waar droomde je over?' Hij ging op het bed zitten. Eigenlijk wilde ik het niet vertellen. Het was namelijk niet iets wat ik graag deelde. Maar hij keek me zo bezorgt aan. Hij keek zo lief en behulpzaam.

'Ik droomde over de avond dat mijn leven verpest werd..' Een felle haat blonk in mijn ogen. Door deze haat klonk mijn stem niet meer zo zwak als het daarnet klonk. Het klonk eerder kwaad en krachtig. 'De avond dat Fenrir Greyback me beet..' De haat in mijn ogen werd dieper. Normaal had ik geen hekel aan mensen. Maar Fenrir Greyback was een uitzondering op die regel. Ik haatte hem niet alleen. Er kwam ook iets anders bij kijken. Ik verafschuwde hem.

'Oh..' zei Sirius en hij trok me tegen zich aan. Met zijn hand duwde hij mijn hoofd omhoog en hij kuste me langdurig op mijn lippen. Zijn lippen voelde fijn aan op de mijne en mijn woede werd iets minder heftig. Ik moest nu ook niet gaan zeuren om iets wat al tien jaar terug gebeurt was. Er waren genoeg dingen waar ik me nu het beste mee bezig kon houden. Ik voelde Sirius zijn tong tegen mijn lippen en opende ze een klein stukje. Ik hoorde een kuch en verwijderde meteen mijn lippen van die van Sirius. 

'Hij heeft rust nodig, meneer Black..' Madame Pomfrey's stem klonk lichtelijk geïrriteerd en ik kon het niet laten om te grinniken. Door het geluid van mijn lach leken haar ogen vuur te schieten. Foute boel. Je kon madame Pomfrey beter niet irriteren. Zeker niet als je een patiënt van haar was en dus sloot ik mijn mond. 

'Oké, oké.. ik ga al..' zei Sirius en hij stond op. Ik keek hem aan en moest moeite doen om niet te schreeuwen dat ik wilde dat hij hier bleef. Ik wilde namelijk niet alleen zijn. Ik wilde dat er iemand anders dan madame Pomfrey, en een paar zieke kinderen, in mijn buurt waren. Maar ik zei niks en liet me weer achterover zakken in mijn kussens. Sirius drukte nog een kus op mijn lippen en fluisterde iets. 'Ik kom zo terug..' Daarna liep hij weg en hoorde ik een deur dichtslaan. 

'Meneer Lupin? Ik denk dat je morgen de ziekenzaal kan verlaten.. wel met krukken..' Ik keek haar verward aan. Natuurlijk had ik weleens van krukken gehoord, maar ik wist niet echt wat het waren. Raar aangezien mijn moeder een dreuzel was. Maar zij gebruikte andere dingen om mijn wonden te laten genezen. Als het al een geneesmiddel was. Waar in Merlins beard waren krukken goed voor? Ze zag mijn blik en begon uit te leggen dat het een dreuzelvoorwerp was, ja zo ver was ik ook, en dat ze dat gebruikte als een soort steun.

'M-maar kan mijn b-been niet gewoon met m-magie geheeld worden?' Mijn stem klonk weer zwak, nu ik even geen haat voelde. Madame Pomfrey schudde zuchtend haar hoofd. 

'Zilver heeft een raar effect op mensen zoals jij.. het zal uit zichzelf moeten helen..' Met die woorden verliet ze de ruimte weer. Ik keek haar verbaasd na. Een raar effect op mensen zoals ik? Nou geweldig weer.. dan moest ik gaan stuntelen met een dreuzelvoorwerp waar ik niks van begreep. 

Een paar uur later, toen het donker was en madame Pomfrey naar bed was, hoorde ik de deur zachtjes krakend open gaan. Ik ging rechtovereind zitten. Ik dacht dat het Sirius was, maar had het mis. 'Weerwolven zijn slecht.. ze moeten stuk voor stuk uitgeroeid worden.. en jij, Remus.. bent mijn eerste slachtoffer..' De stem klonk ijzig en zat vol met haat. Ik wist meteen dat het Micheal was en ik begon te gillen. Meteen voelde ik een hand voor mijn mond en neus. 'Kom op.. het doet vast niet zoveel pijn..' Ik begon wild te spartelen. Ik liet gesmoorde kreten horen. Hij wilde me laten stikken. De deur ging open.

'Hé, Remus..' klonk de stem van Sirius. Zijn adem stokte toen hij me wild zag tegenstribbelen en naar het gezicht voor me zag klauwen. Oh god, bleef daar nou niet zo staan. Ik kreeg geen lucht. 'Wat gebeurt hier? Wie ben je en wat doe je?!'

'Ik probeer deze vieze, vuile weerwolf uit te roeien..' antwoordde Micheal. Ik begon me aan hem te irriteren. Hij mocht schelden wat hij wilde, als hij maar geen synoniemen gebruikte. Ik weet niet waarom ik daar ineens over zeurde. Maar ja.. ik deed het.

'Weerwolf? Ben je gek of zo?' Sirius liep in onze richting en mijn nagels maakte een lange kras in Micheals wang. 

'Au! Fuck! Wat ben jij voor een tering debiel? Weerwolf agressie is blijkbaar heel heftig.. je verdient het niet om te leven!' Die woorden raakte me niet. Ik kreeg geen adem en het kon me niet schelen hoe hij me noemde of wat hij zei. Als hij maar losliet. Maar dat deed hij niet. Zijn hand bleef op dezelfde plek en ik wist dat ik niet lang meer zonder adem kon.

What scars hide ~ Remus Lupin (Dutch)Donde viven las historias. Descúbrelo ahora