Hoofdstuk 24 ~ niet loslaten

586 37 2
                                    

Ik schrok op en trok met een snel gebaar mijn hand weg. Het brandde en prikte, maar gek genoeg leek de pijn me niet veel te doen. Ik draaide me nu pas naar degene die tegen me had gepraat. 'Oh, niks bijzonders, Sirius.' zei ik. Ik keek naar zijn gezicht en zag dat hij zich in moest houden om me niet te troosten. 

'Niks bijzonders? Je steekt je hand net in het haardvuur!' Zijn stem klonk nogal hysterisch. Raar dat hij zo klonk terwijl hij woedend was. Terwijl hij me haatte. 

'Weet ik.' was het enige wat ik zei en ik stond op. 

'Waarom deed je dat, Remus?'

'Alsof je dat ook maar iets kan schelen.' Sirius keek alsof hij een klap in zijn gezicht had gekregen. Ik begreep niet helemaal waarom hij zo zou kijken. 

'Natuurlijk kan het me wel schelen.. laat je hand eens zien.' Voor ik kon reageren pakte Sirius mijn hand vast en bekeek hij het aandachtig. Wetend dat Sirius er niks romantisch mee bedoelde, voelde ik toch een soort schok door mijn lichaam heen trekken. 'Dat ziet er niet echt goed uit.' deelde hij mee. Ik keek naar mijn eigen hand. "Niet echt goed" was zwak uitgedrukt.

'Sirius?' vroeg ik nadat hij, na een hele tijd, mijn hand nog steeds niet had losgelaten. Sirius keek me vragend aan. 

'Hm?' 

'Waarom heb je mijn hand nog vast? Het is maar een brandwond.' Sirius haalde zijn schouders op. Hij keek me met een diepe zucht aan en liet toen nogal abrupt mijn hand los. Hij draaide zich om en liep weg. 'Sirius? Het spijt me zo vreselijk erg.' fluisterde ik. Ik had geen idee waarom ik het fluisterde en niet gewoon hardop uitriep. 

'Zei je iets, Remus?' Sirius draaide zich om. 

'Het spijt me.' herhaalde ik, nu iets harder. 

'Wat spijt je? Dat je zoende met een ander?' En weer deed hij alsof het mijn schuld was. Een diepe zucht verliet mijn lippen. Daarna draaide ik me om en liep ik naar de leerlingenkamer, met nog steeds dat brandende gevoel aan mijn hand. Ik ging op mijn bed liggen en was niet van plan om daar nu nog vandaan te komen. Morgen was een ander verhaal.

De volgende ochtend werd ik vroeg wakker met een gespannen gevoel dat door mijn lichaam raasde. Even snapte ik niet waarom. Ik begreep het gevoel gewoonweg niet, tot ik Sirius iets hoorde mompelen over: 'En het is ook nog eens volle maan vandaag.. ik heb geen idee wat ik nu doen moet..' Ik viel zo'n beetje van mijn bed. Hoe kon ik vergeten zijn dat het volle maan was? Met een zucht stond ik op en kleedde ik me aan. Ineens voelde ik een misselijkmakend gevoel door mijn lichaam trekken. 'Uhm.. Remus? Ben je wel oké?' vroeg Sirius toen ik me op de grond liet zakken.

'Ja.. of nou, nee..' zei ik, voor mijn hele maaginhoud naar bovenkwam. Altijd leuk om de dag mee te beginnen..

'Kan ik iets voor je doen?' vroeg hij bezorgt en hij knielde naast me neer.

'Er is zoveel dat jij kan doen..' fluisterde ik.

'Zoals?' vroeg Sirius. Ik glimlachte trillerig, maar gaf hem geen antwoord. Hij trok me aan mijn hand, die ik in het vuur gestoken had, omhoog. Ik mompelde even een 'au.' 'Sorry.' zei Sirius snel. Nog steeds had hij mijn hand vast.

'Sirius?' Ik keek van zijn gezicht, naar onze handen.

'Waarom kan ik je niet loslaten, Remus? Waarom blijf je zo'n belangrijk onderdeel in mijn leven? Wat is dat toch met je?'

'Ik heb geen idee.' Ik trok mijn hand uit de zijne en pakte mijn toverstok. Ik mompelde een spreuk waardoor de vloer weer schoon werd. Terwijl ik dat deed staarde Sirius de hele tijd naar mijn gezicht. 'Als je me niet los kan laten is er een mogelijkheid om me gewoon te vertrouwen. Micheal was degene die me zoende, ik was zo verbaasd dat ik niks kon doen.' Ik liep langs hem de slaapzaal en ging op weg naar de grote zaal, waar ik aan de Gryffindor tafel neerplofte. Ik legde mijn hoofd op mijn armen en staarde niet specifiek ergens naar. Vandaag was weer een dag waarop ik me ziek zou voelen. Vandaag was weer een dag die eindigde in een verschrikking. Vandaag zou ik weer veranderen in een weerwolf. In een monster.


Onze eerste les van vandaag was gedaanteverwisselingen, al heb ik er niet veel van meegemaakt. Professor McGonagall dwong me namelijk bijna om naar de ziekenzaal te gaan, aangezien ik bezweet was, de hele tijd zachtjes kreunde en er gewoon heel ziek uitzag. Met een zucht stond ik op. 'Moet er iemand met u mee lopen?' vroeg ze. Ik schudde met mijn hoofd. Ik was nu al zo vaak naar de ziekenzaal geweest, dat ik het zelfs met mijn ogen dicht kon vinden. Ze keek me een beetje wantrouwig aan en stuurde toen toch Sirius met me mee. Waarom vroeg ze het dan? Nu moest ik met Sirius naar de ziekenzaal lopen, terwijl ik probeerde om niet toe te geven aan mijn misselijkheid. 

'Het is wel een wonder, zeg. Remus Lupin die luistert als iemand zegt dat hij naar de ziekenzaal moet.' zei Sirius, die ook opstond. Ik knikte langzaam en verliet het lokaal. Hij liep achter me aan. 

'Wat heeft het eigenlijk voor nut? Dat je met me meegaat, bedoel ik?' vroeg ik. 

'Misschien zodat ik je op kan vangen als je valt? Ik beloof je dat ik je zal opvangen als dat gebeurt..' Ik draaide me even om en liep op die manier even achteruit, zodat ik hem aan kon kijken, waardoor ik niet oplette en over iets heen struikelde. Typisch dit. Sirius pakte mijn arm vast, waardoor ik net niet op de grond viel. Hij had dus niet gelogen. Hij trok me terug, zodat ik weer recht stond. 'Je bent best lomp.' zei hij, met zijn gezicht net iets te dichtbij me dan goed voor me was. Ik staarde in zijn ogen. 

'Weet ik.' antwoordde ik zachtjes. Toen we zo nog langer stonden merkte ik dat ik echt snel achteruit moest stappen, voor ik hem zou zoenen of zo. 'Dus.. ziekenzaal?' Sirius knikte en deed een stap bij me vandaan. We liepen richting de ziekenzaal. Daar kreeg ik een bed toegewezen. Ik ging er met een diepe zucht opliggen.

'Remus? Ik weet niet of ik er vanavond bij kan zijn..' zei Sirius.

'Waarom niet?' vroeg ik fluisterend.

'Omdat ik je anders weer vergeef. Dat wil ik niet omdat.. je wel beter verdient dan ik. Ik vertrouwde je niet. Ik gaf jou de schuld.'

'Dat kan iedereen overkomen.' zei ik. Sirius schudde met zijn hoofd. Hij pakte voorzichtig mijn hand vast. Ik had geen idee waarom hij dat voorzichtig deed, alsof ik van porselein was gemaakt dat zo kon breken.

'Het kan niet iedereen overkomen. Het overkomt alleen mij..' zei hij. Ik zuchtte diep en opende mijn mond om er wat van te zeggen, maar deed het uiteindelijk toch maar niet. 'Je bent te geweldig om je door me te laten breken. Dat is al gebeurd en mag niet opnieuw gebeuren, oké?'

'Nee, dat is niet oké.' Sirius slaakte een diepe zucht, maar besloot om het erbij te laten. Beter, want ik dacht niet dat ik nog voor een lange tijd mijn igen open kon houden. Ik was namelijk ineens vreselijk moe. Ik sloot mijn ogen. Vlak voor ik in slaap viel voelde ik iets, of iemand, tegen mijn lippen. Ik hoorde een zacht gefluister. Ik kon vijf woorden horen.

'Ik hou van je, Remus.' Hoe graag ik ook wilde reageren, ik kon het niet en viel in een diepe slaap.

What scars hide ~ Remus Lupin (Dutch)Where stories live. Discover now