Hoofdstuk 20 ~ Dumbledore

610 34 5
                                    

'Waarom niet?' fluisterde Sirius. Ik schudde opnieuw met mijn hoofd.

'Laat hem maar, Pads.. hij vertelt het vast wel.. als hij er klaar voor is..' zei James. Ik knikte langzaam. 'Wat gaan we doen op zo'n mooie zaterdag als vandaag?'

'Hm.. ik heb geen idee. Heb jij een plan in gedachten, Prongsie?' vroeg Sirius. James knikte.

'Ja, eigenlijk wilde ik naar het meer gaan. Ik heb gehoord dat Lily daar heenging en.. ik wil gewoon in haar buurt zijn.' James staarde dromerige voor zich uit. Sirius grinnikte even.

'Prima, dan doen we dat. Al denk ik niet dat ik ga zwemmen..' zei Sirius en hij liep in de richting can de reusachtige eikenhouten voordeuren.

'Zie jullie straks!' zei James en hij liep weg. Sirius en ik liepen in de richting van het meer.

'W-waar is Peter eigenlijk?' vroeg ik, om me heen kijkend. Sirius haalde zijn schouders op.

'Ik zou het niet weten. Ik heb hem al een hele tijd niet gezien..' Ik liet me aan de oever op het gras zakken en Sirius plofte naast me. 'Wil je echt niet vertellen wat er is?'

'G-geloof me.. i-ik wil niets l-liever.. m-maar het gaat niet..' Micheal en Mason liepen "toevallig", of misschien was het echt toeval, langs ons.

'Oh, Lupinnetje.. je ziet er niet echt goed uit..' zei Micheal. Ik zond hem even een woedende blik. 'Ik zag je net nog met mijn vader..' Opnieuw kreeg hij een woedende blik te pakken.

'Met professor Hallows? Wat moest hij van je?' vroeg Sirius verbaasd.

'N-niks. Ik knalde t-tegen hem op, maar voor de rest niks! E-echt niet!' Ik loog dat ik barstte, maar met een beetje geluk had Sirius het niet door.

'Echt niet?' vroeg Micheal, met een lichte teleurstelling in zijn stem. Hij wist dus blijbaar niet wat zijn vader deed. Ik wist trouwens niet eens wanneer ik weer terug moest komen naar zijn kantoor. Ik wist wel dat ik al angstvallig rilde bij de gedachte. Sirius duwde mijn hoofd opzij en drukte daarna zijn lippen op de mijne. Ik zoende hem terug en zag vanuit mijn ooghoek hoe Mason en Micheal wegliepen. Mijn rillingen gingen zo hevig dat ik Sirius wel los moest laten. Hij keek me bezorgt aan, maar vroeg niks meer. Trillend liet ik me verder in het gras zakken, waardoor ik nu lag. Die cruciatusvloek was echt een hel.

'Meneer Lupin?' klonk het vanachter ons. Ik ging rechtop zitten en draaide me om.

'Ja?' vroeg ik aan professor McGonagall. Ze keek me aan, met een bezorgde rimpel die over haar voorhoofd liep.

'Porfessor Dumbledore wilt u spreken.' Ik trok mijn wenkbrauwen op.

'Professor Dumbledore?' herhaalde Sirius verbaasd en hij keek me vragend aan. Ik haalde mijn schouders op en kwam nogal moeizaam overeind. Professor McGonagall liep voor me uit en ik moest vrij veel moeite doen om haar bij te houden.

'Waarom wilt hij me spreken? Ik heb niks verkeerds gedaan, toch?'

'Nee, meneer Lupin. Het gaat om je ouders.' Mijn zicht werd wazig en ik bleef stilstaan.

'Hebben ze meer nieuws?' vroeg ik. McGonagall gaf geen antwoord en liep verder naar de ingang van Dumbledore's kantoor. Ze mompelde een wachtwoord en de twee waterspuwers sprongen opzij. Een beetje aarzelend stond ik onder aan de trap die ze hadden geopend.

'Kom op, meneer Lupin.' Professor McGonagall sloot haar vingers om mijn pols, toen ik nog steeds geen aanstalten maakte om mee te komen, en trok me de trap op. De trap draaide in een soort spiraal naar boven en stopte vlak voor de deur. Ze klopte op de griffioen-vormige klopper.

'Binnen.' klonk de stem van professor Dumbledore. McGonagall opende de deur en duwde me naar binnen. Zelfs stapte ze ook naar binnen en de deur sloot met een luide knal. 'Ga zitten, meneer Lupin..' Aarzelend nam ik plaats in de stoel tegenover hem. Ik voelde dat er iets op mijn schouder ging zitten en keek opzij. Het was Felix. Felix was de feniks van Dumbledore, die om de één of andere reden een soort contact met mij voelde. 'Het blijft wonderlijk..' zei Dumbledore, kijkend naar de feniks.

'Waarom ben ik hier, professor?'

'Nou, meneer Lupin.. vind je het erg als ik je Remus noem? Anders wordt dit gesprek weer zo formeel.' Ik schudde mijn hoofd. Ik was niet voor niks Remus genoemd. 'Oké, Remus. Je weet net zo goed als ik dat het voor je ouders een hele klus kan zijn om te ontsnappen aan heer Voldemort.' Ik knikte langzaam. Felix maakte een zacht krassend geluid. 'Gisteravond zijn er heel wat schouwers op onderzoek uitgegaan. Helaas is de reddingsactie, die ze dachten goed uit te hebben gewerkt, alles behalve goed geslaagd.'

'Oh.' was het enige woordje dat mijn lippen wist te verlaten.

'Voldemort voelde de bedreiging en is verdwijnseld, met jouw ouders. Over een nieuwe verblijfplaats is niet veel te zeggen.' Ik begreep niet waarom hij het nodig vond om dit met me te delen. Wat had ik eraan om te weten dat mijn ouders nog spoorlozer waren verdwenen dan ze al waren? 'We hebben echter wel contact gehad met je ouders..' Mijn ogen werden een beetje groot en ik keek hem verbaasd aan.

'Contact? Welke vorm van contact?' Dumbledore rommelde even in zijn la en haalde er een brief uit. Hij hield het voor me en aarzelend pakte ik het aan.

Beste professor Dumbledore,

Mijn vrouw en ik zijn, zoals u waarschijnlijk wel weet, sinds korte tijd vermist. Hope en ik zijn bang dat we niet meer vrij zullen komen. Maar dan zou ik niet weten waar Remus naartoe moet. Hij kan natuurlijk goed voor zichzelf zorgen, maar ik wil niet dat hij alleen woont. We vinden nog wel een oplossing. Hoe dan ook.. zou u onze zoon willen laten weten hoeveel we van hem houden? Ongeacht wat hij is.

Met vriendelijke groet,

Lyall Lupin

Ik haalde diep adem om niet in tranen uit te barsten. Waarom waren het perse mijn ouders die ontvoerd waren? Was mijn leven nog niet erg genoeg? Dat "niet in tranen uit barsten" werkte trouwens niet echt. Zouten tranen stroomden over mijn wangen en ik stond op. Felix vloog terug naar de stok waar hij meestal opzat. 'Wacht nog even, Remus.. heb je al les gehad van professor Hallows?' Ik knikte. 'Ga nu maar.' Verbaasd draaide ik me om en liep ik zijn kantoor uit. Professor McGonagall sloot de deur. Ik liep weer terug naar het meer.

'Wat wilde hij van je?' vroeg Sirius toen ik naast hem ging zitten. 

'Het ging over mijn ouders.' Ik merkte dat ik die brief nog steeds vast had en verfrommelde het. Daarna propte ik het in mijn zak. Sirius keek me bezorgt aan. 



'Hoe laat is het eigenlijk?' vroeg hij na een tijdje. Ik keek op mijn horloge en zag dat het al 13:00 was. Een beetje angstig keek ik naar de voordeuren, terwijl ik de tijd mompelde. Daarna stond ik op, aangezien ik professor Hallows zag. 'Wat ga je nu weer doen?' 

'Ik ben zo terug..' Tenminste.. dat hoopte ik. Langzaam liep ik in de richting van het kasteel. 

'Je bent verstandiger dan ik dacht..' mompelde professor Hallows. Hij duwde me nogal ruw het kasteel in. 

'Ik begrijp nog steeds het nut niet. Alsof je het uit me kan vervloeken..' zei ik, terwijl we in de richting van zijn kantoor liepen. 

'Geloof me.. het zal werken..'

'Of ik word gek door de cruciatusvloek en blijf een weerwolf..' mompelde ik. Er zijn zat mensen gek geworden door die vloek. En misschien was ik daar nog wel het bangst voor. Professor Hallows opende het lokaal en duwde me naar binnen, waardoor ik op de grond viel en mijn in verband gewikkelde been nogal erg bezeerde. Ik kreunde nu al van de pijn, en dan had hij zijn toverstok nog niet eens getrokken. 

What scars hide ~ Remus Lupin (Dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu