Hoofdstuk 7

1.6K 33 7
                                    

Er ontstaat een lange stilte. Iemand doorbreekt het door zich voor te stellen. 'Hey prinsesje, ik ben Mitch', zegt hij alsof het me iets interesseert. De andere beginnen zich ook voor te stellen. Ik probeer de namen te onthouden. Dan, Mitch, Jack, Brandon, Michael, James, Jayden en Ryan. Allemaal engelse namen. Ik probeer het in mijn hoofd te spellen zoals je het hoort. Den, Mitch, Jeck, Brendun, Maikul, Jeyms, Jeydun en Rayun.

'En hoe heet jij, babe?' Ik zwijg aangezien er tape op mijn mond zit. Ik mompel er iets door en dan hebben ze pas door dat het er nog op zit. 'Dat is toch niet meer nodig', zegt Mitch en hij trekt het er in één keer vanaf. Een pijnlijke kreun verlaat mijn mond wat hem laat grijnzen. Ook wordt de tape rond mijn polsen en enkels afgehaald. 'Hoe heet je nou?' Ik duw mijn lippen op elkaar om te laten zien dat ik niks zal vertellen.

Mitch zucht en gaat op mij zitten. Hij begint kusjes te geven in mijn nek. Net als ik van plan ben om op te geven en mijn naam gewoon te zeggen stopt de auto ineens. Mitch valt van mij af en stoot zijn hoofd tegen de kofferbak. Vanbinnen lach ik hem uit maar in het echt lijkt me dat niet zo'n goed idee.

'What the fuck is er zo ernstig dat je zo ineens moest stoppen, Dan?!', zeurt Mitch. 'We hebben bijna geen benzine meer... ' 'Ik had je toch gezegd dat we moesten tanken!' zegt denk ik Brandon. 'Sorry man, ik vergat het', verontschuldigt Dan zich. 'We kunnen toch niet te voet gaan?!' 'Het zal wel moeten.' Dan stapt de auto uit en doet de kofferbak open. 'Drie mensen moeten te voet gaan, die halen één van hun auto's en dan kunnen wij weer verder.'

'Wie gaat?' Niemand steekt zijn hand op. 'Ik zal wel gaan!' zeg ik opgewekt. 'Nee, prinsesjes mogen niet te voet.' 'Oh maar daar zit ik niks mee in, hoor!' zeg ik en sta al op om uit de kofferbak te lopen. Net voordat ik de kofferbak kan uitspringen en kan wegvluchten, pakt iemand mijn enkel vast. Ik struikel en val op Dan. Onze hoofden botsen tegen elkaar waardoor onze lippen elkaar raken. Ik wil me terug trekken maar Dan houdt me stevig vast.

Hij knijpt hard in mijn kont waardoor mijn mond een beetje open springt. Hier maakt hij natuurlijk gebruik van en zijn tong glipt naar binnen. De jongens achter ons juigen ons toe. Dit laat ik niet gebeuren! Eigenlijk is het al gebeurd maar het zal niet lang meer duren voordat het stopt!

Ik bijt zo hard als ik kan op zijn tong en voel er wat bloed uit stromen. Hij krijgt pijn en trekt zich terug. Missie geslaagd! Hij laat mij los en gaat snel naar de voorkant van de auto. Hij kijkt in de achteruitkijkspiegel naar zijn bloedende tong. Ik kijk achter mij en zie dat de jongens stil voor zich uit staren. Zijn ze zó snel in chock? Watjes zijn het!

Ik bedenk me snel iets. Dit is mijn kans! Ik begin zó hard te rennen dat mijn benen het bijna niet aankunnen. Gelukkig heb ik een goede conditie. In de verte hoor ik Dan naar de andere jongens schreeuwen: 'Waar is ze!' Ik kijk niet achterom. Straks val ik nog en dan zit ik diep in de nesten. Ik bedenk me net iets. Straks zien ze me nog! Ik kijk naar links een zie een veld met hoog graan. Ik twijfel geen moment en spring erin.

Ik kruip snel verder. Nu maar hopen dat ik net op tijd weg was! Ik hoor weer in de verte hard geschreeuw. 'Waar is ze?!' Yess, ze hebben me dus niet gezien. 'Ze moet of in het bos of in het veld gegaan zijn. Opsplitsen dus. Jason en Brandon gaan als groep en Michael en Jack gaan als groep. Jullie vier gaan het bos in. De andere twee groepen gaan in het veld zoeken en dat zijn Jayden met Ryan en Mitch met mij. Ieder van jullie krijgt een geweer. Die liggen in de auto. Opschieten!' hoor ik Dan roepen. Hij is overduidelijk de leider.

Ik kruip zo snel als ik kan door tot ik bij een klein wegje uitkom. Ik kruip nog een heel klein beetje door en zorg ervoor dat ik zeker niet in het zicht kan komen. Dan sta ik op en ren ik alsof mijn leven ervan af hangt. Gezien de feiten is dat ook zo, maar je weet wel wat ik bedoel.

Ik hoor een auto. Ik kijk om en zie dat het een kleine wagen is. Niet die van de jongens dus. Ik blijf zo snel als ik kan door rennen. Ineens hoor ik de jongens achter mij roepen: 'Daar is ze! Ze is te ver, dat gaan we nooit halen!' 'We zullen wel moeten! Ren haar achterna!' Ik begin nog sneller te rennen als eerst.

Ineens rijdt de wagen naast mij. Het raam wordt omlaag gedaan en de auto blijft op hetzelfde tempo rijden als ik ren. 'Zit je in de problemen? Je rent als een gek en er zitten wat mannen achter je aan!' Ik kijk naar binnen en zie een jongen zitten. Ik zie in zijn ogen dat hij geen slechte bedoelingen heeft dus zeg ik snel dat ik inderdaad diep in de problemen zit.

Hij gooit de autodeur open en zegt dat ik erin moet springen. Ik kijk hem twijfelend aan maar blijf zo snel als ik kan door rennen. De jongen ziet het en zegt: 'Volgens mij heb je niet zo veel keuze, en de beslissing zal snel genomen moeten worden. Kijk maar eens achter je!' Ik kijk naar achter en zie dat de jongens inderdaad al een aardig stuk dichterbij zijn gekomen. Shit!

Ik kijk de jongen nog eens aan en er is overduidelijk te zien dat hij goede bedoelingen heeft. Ik spring in de auto en doe de deur dicht. De jongen zorgt ervoor dat niemand die buiten de auto staat de deur kan openen en rijdt op volle snelheid door. Ik begin te wenen van geluk en angst tegelijkertijd. De jongen troost mij en stelt zichzelf voor: 'Ik ben Mike. Wat is jouw naam?' 'Gabriëla.' 'Mooie naam, past goed bij je', zegt hij.

'Waar woon je? Ik zal je wel naar huis brengen.' 'Ik woon in het centrum. Kokslaan 102.' 'Euhm, ik woon hier al sinds mijn geboorte en voor zover ik weet bestaat de Kokslaan hier niet...' 'Waar zijn we dan?' vraag ik aan Mike. 'We zijn in Amsterdam. Waarom?' Ik leg mijn hoofd in mijn handen. Shit! Shit! Shit! Shit! Shit! Shit! Shit! 'Ik woon in Maastricht', zeg ik geschrokken van de afstand.

Ik zie Mikes ogen vergroten. 'Deze mannen willen blijkbaar dat niemand je vindt...' 'Hoezo?' 'Ze weten dat iedereen gaat rond zoeken in Maastricht. Niemand zal verwachten dat je naar Amsterdam gebracht wordt!' Nu pas besef ik hoeveel geluk ik heb gehad. Vooral met dat Mike toevallig voorbij reed. 'Dank je', zeg ik oprecht. 'Je hoeft mij niet te bedanken, hoor. Ik deed wat ik moest doen.' Dat is wel waar.

_____________________

Hey mensen!

Fijn dat je dit hoofdstuk hebt gelezen. Zal Gabriëla veilig blijven? Zal ze ontkomen zijn aan de jongens? Was het een goed hoofdstuk? Zitten er schrijffouten in? Vergeet niet te dm'en en stemmen! Volgend hoofdstuk komt zo snel mogelijk!

X anoniemeloll X

ONTVOERD (Voltooid) Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu