14.

51 7 11
                                    

Zodra mijn gezicht vertoonbaarder was, begon ik weer met werken. Het voelde goed om weer bezig te zijn met dingen en niet de hele dag opgesloten te zijn in mijn eigen kamer. Sommige patiënten bekeken me nog steeds met geschokte blikken, maar ik had erger meegemaakt en negeerde ze.

'In Scias' naam wat een monsters waren dat,' mompelde Amelie terwijl ik aanschoof bij de lunch. Ze bekeek mijn gezicht van dichtbij waardoor haar korte zwarte haren haast mijn neus kietelden. Dani zat stilletjes naast haar, hij at kleine hapjes van zijn rijst. Onze blikken kruisten en ik herinnerde me het gesprek die we hadden gehad. Mijn geheim lag in zijn handen.

'Waar is Remia?' vroeg ik terwijl Amelie nog een zalfje op mijn beurse plekken probeerde te smeren.

'Ze is bij het hoofdgebouw, ze hadden daar een helpende hand nodig.' Ik knikte, toen de jonge dokter eindelijk klaar was met mij behandelen, bracht ik gauw de warme kom naar mijn mond. In snelle bewegingen schoof ik de hete rijst in mijn mond, ik wilde zo snel mogelijk naar Benjamin en Hilna. Mevrouw Oss had vorige week mijn wekelijkse bezoekje overgenomen, maar er leek geen enkele reactie van het koppel te zijn. Het baarde me zorgen.

'Eet langzamer, straks stik je nog,' proestte Dani uit, maar ik legde mijn lege kom al op de tafel. De rijst verwarmde mijn maag en ik bedankte Amelie voor het eten, voordat ik erop uit ging met mijn koffertje. Krabbend aan mijn slaap probeerde ik me te bedenken hoe ik Cyran hier kon krijgen. Hij was ergens op de wereld en de rode draad leidde me er wel naartoe, maar hij kon uren van me vandaan zijn.

Ik tikte op de jade armband, hoopte dat er een respons was, maar niks. 'Cyran, waar ben je?' vroeg ik geïrriteerd tegen mezelf.

'Hier.'

Mijn schouders sprongen op terwijl ik een gil onderdrukte. Cyran landde achter me met zijn staf in de grond gedrukt. 'U riep, jongedame,' grapte de God terwijl ik mijn hand op mijn hart rustte.

'Kan je niet een seintje geven voordat je er bent, ik schrik me dood.' Cyran lachte alleen maar.

'Nou ja, ik hoorde mijn naam dus ik kwam hier zo snel mogelijk naartoe.' Ik begon te lopen naar het huis, voordat mensen me op de weg zien stilstaan tegen mezelf pratend.

'Hoe hoor je dat van zo ver?' vroeg ik hem, het was niet alsof ik luidop praatte, meer een mompel in mijzelf.

'Als je het genoeg verlangt, zullen de Goden het horen.' Met een knipoog borg Cyran zijn staf op aan zijn rug, hij gooide zijn hoedje naar achteren waardoor zijn volle krullen te zien waren. 'Dus, je gaat op huisbezoek?'

Ik knikte, het was weer tijd om Benjamin en Hilna te zien. Ik zou Benjamins kruidenthee klaarmaken en ze een verhaal vertellen, voordat ik het huis zou schoonmaken.

Zoals gewoonlijk liep ik hun huis en kondigde ik mijn aanwezigheid aan met een luide begroeting, voordat ik naar hun kamer liep.

Waar Hilna's stoel leeg was.

Hij wiegde nog langzaamp, maar al gauw vond ik de vrouw aan het bed van haar man. Ze hield zijn rimpelige hand vast en had haar hoofd ernaast gerust. Ze ademde rustig terwijl ze daar sliep. Ik zou het haast schattig noemen.

Maar Benjamins deken bewoog niet en alle kleur was uit zijn gezicht.

'Hilna?' vroeg ik de vrouw terwijl ik dichterbij kwam. Mijn medicijnendoos viel op de grond terwijl ik gauw Benjamins adem checkte met mijn wijsvinger onder zijn neus, maar er was niks. Ik legde mijn hand op zijn voorhoofd en voelde de kou van de dood.

De vrouw werd wakker met tranen in haar ogen. Haar aandacht bleef niet lang bij mij, voordat ze weer haar blik vestigde op haar man. 'Hoe... Wat?' stotterde ik, maar Hilna was ongelofelijk rustig. Alsof hij al een tijdje dood was. Tranen stroomden geluidloos over haar gezicht en ze schudde haar hoofd.

Vergeten toornWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu