17.

55 6 11
                                    

Het was een opluchting om de weg te zien, en een emotionele bevrijding om door een stoet wagons te worden benaderd en water door mijn keel te krijgen. De kooplieden waren niet harteloos, en boden in hun ogen een zielig meisje en haar reis metgezel een plek tussen hun goederen. We waren geen bandieten en we hadden niks bij ons.

Als dank gaf ik ze de konpeito van Cyran, die hartgebroken leek toen ik het aan Geram overhandigde. 'Ik maak het later goed,' mompelde ik onder mijn adem naar de overdramatische God toen we in de wagon stapten. Hij was bomvol met kratten in verschillende maten, maar alles zat beter dan de oneven en natte grond van het bos. Ik nestelde me tussen de dozen en leunde gerustgesteld tegen de houten wand. Cyran zat tegenover me, hij had besloten om zichzelf zichtbaar te maken en als een mens voor te doen, om een keer te reizen als een mens. Op zijn minst kon de God de situatie licht bekijken.

'Waarom zijn jullie twee jongeren weggelopen?' vroeg Geram terwijl hij voor de wagon de paarden aanstuurde. De man begon al grijze haren te zien tussen de zwarte.

'Ons dorpshoofd keurde onze relatie niet goed, dus we wilden een kans wagen met zijn tweeën en Zavron leek de perfecte plek om te starten,' zei ik met een gespeelde glimlach. Cyran staarde me met ogen zo groot als schoteltjes aan, alsof hij nog nooit van een leugen had gehoord. Ik zette mijn vinger tegen mijn lippen om aan te geven dat Cyran stil moet zijn.

'Ah, gepassioneerde liefde, altijd mooi om dat te zien bij de jongere generatie,' zwijmelde Geram. Ik had inspiratie opgedaan op een verhaal die ik gehoord had op het slagveld, van een soldaat die met zijn geliefde naar de stad waren gevlucht. Ze hadden daar één kind en verdienden hun geld met een kleine kapperszaak die ze geopend hadden in een kleine steeg. Uiteindelijk riep de koning de man op om te vechten voor het land, waar hij gewond raakte en in de ziekenboeg geraakte. Dat was hoe het verhaal bij mij was gekomen.

'Wat verhandelt u?' vroeg Cyran beleefd, hij speelde met uitstekende splinters van de krat waarnaast hij zat.

'Olijven,' antwoordde Geram trots. 'Mijn familie groeit olijven in het zuiden van Xiera en ik breng ze richting Zavron. De kwaliteit is het beste van het beste.' Het was alsof hij praatte over goud in een potje, ik schudde de veldfles die de man me had gegeven luisterend naar het klotsende water. Mijn andere hand tastte mijn voorhoofd af, voelde mijn warme gezicht en mijn trillende lichaam.

'Is de handel goed?' vroeg Cyran door.

'De rijken bijten als uitgehongerde vissen,' lachte Geram. Mijn zieke lichaam was uitgeput. De twee voerden hun gesprek verder, hun stemmen susten me tot een droomloos dutje.

Pas toen het avond was, maakte Cyran me schuddend aan mijn arm wakker. Mijn lichaam deed ongelofelijk pijn, mijn kont zeurde van het zitten en mijn knieën wilden niet meer bewegen.

'Help me omhoog,' mompelde ik terwijl ik mijn vieze hand uitstak. De aarde was onder mijn nagelriemen gedroogd en ik zat onder de schrammen. De God pakte mijn hand vast en trok me overeind, mijn benen waren zo sterk als gekookte noedels, maar Cyran hield me overeind. Mijn shirt was vochtig en plakte op mijn rug.

'Je bent nog steeds ziek,' mompelde de God. Hij legde de rug van zijn hand tegen mijn voorhoofd, zijn aanraking was warm.

'Het gaat over,' mompelde ik. Mijn lichaam was nog niet bezweken, en nu ik niet meer achterna gezeten werd, kon ik mijn energie besparen om beter te worden.

'Weet je het zeker?' vroeg Cyran bezorgd. Ik had geen eens de energie om zijn warme handen weg te slaan, ik kon alleen simpel knikken.

'Wie van ons is de dokter hier?' grapte ik zwakjes, ik rechtte mijn rug, probeerde niet zwak over te komen. De sprong uit de wagon zorgde voor sterretjes in mijn beeld en ik greep mijn hoofd kreunend vast voor een seconde. Ik hoorde de God achter me te hulp schieten, maar ik herpakte mezelf, en liep naar het kampvuur waar iedereen omheen zat.

Vergeten toornWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu