21.

44 6 14
                                    

De ridders waren gestopt met bewegen, hun laarzen doordrenkt met het paarse sap van de clymura. Ze staarden naar de ring schorpioenen om ons heen en ik wist nu al dat we geen kans maakten. We hadden met zoveel moeite één kunnen neerhalen, laat staan zeven. Ze gooiden ons in het duister met hun grote lijven die de zon blokkeerden.

'We moeten gaan!' Geram hobbelde door het zand terwijl hij zijn handen naar me uitstak. 'Zit daar niet zo.' Hij trok me overeind, bevrijdde me van mijn vastgevroren betovering.

Ik probeerde Geram bij te houden, maar mijn voeten zakten weg door het zand en mijn ribben klopten pijnlijk met elke ademhaling. De oude man gevuld met adrenaline trok me naar het karkas van de vermoordde clymura. Ridders gleden moedig van het dode beest af en staken hun speren weer naar voren.

'Probeer een pad vrij te maken voor de burgers,' schreeuwde de leider. De moedige ridders omklemden hun wapens met klamme handen en ik zag ze trillen, maar toch stonden hun ogen vastberaden om ons te beschermen.

Geram duwde me in de cirkel van andere handelaren die tegen elkaar gedrukt stonden. Als een kudde bleven we bij elkaar, de warmte van hun lichamen zorgde voor rilling over mijn rug. De ellebogen die porden in mijn bovenlichaam zorgden voor pijnlijke steken.

'In het oosten is een gat!' commandeerde de leider verder, die hoog op de clymura bleef staan om de situatie te overzien. Hij hield zijn hand boven zijn ogen om de zon tegen te houden.

Door de bevende mensen heen zag ik hoe de ridders zich op één punt richtten, ze begonnen een clymura te bestormen. De grond trilde door de inkomende beesten van achteren en ik greep Geram die haast omviel vast. De soldaten schreeuwden terwijl de kooplieden in elkaar doken. We deinsden naar achteren richting de bescherming van de dode schorpioen, hopend dat de anderen ons niet zouden zien. Met bonkende hart liet ik me pletten tussen de warmte.

Het was een verloren strijd, maar toch bewonderde ik de soldaten die hun leven hier op het spel gooiden. De klauw van de clymura sloeg in het wild, waarbij één ridder zo hard weggegooid was dat hij niet meer bewoog.

Trillend keek ik achter me, naar het naderende clymura. De hoofdridder gleed van het karkas af en trok zijn eigen wapen, hij zou neergaan met zijn eer.

'Bij Scias,' mompelde hij terwijl hij langs ons de strijd instormde. Hij liet zijn strijdkreet horen en hief zijn speer omhoog. Mijn ogen hingen op het omhulsel van de clymura.

Het was een lijk.

Maar als ik hem in bedwang wil nemen, moest ik bij zijn hoofd komen, en een gigantische clymura die naar ons toeliep stond in de weg. Geram kneep mijn handen haast fijn. Ik gleed mijn zwetende handen weg van de zijne en keek naar de schorpioen die in mijn weg stond. Zijn looppoot was al groter dan dat ik was.

De clymura stopte, hief zijn paarswitte klauw in de lucht om een slag uit te voeren. Ik slikte nerveus, maar als ik toch zou sterven, dan had ik niet veel te verliezen. 'Zoek dekking!' schreeuwde een kooplied. En de cirkel waar we in duwden viel uit elkaar, mensen renden allemaal verschillende kanten op terwijl de schaduw van de klauw groter werd.

Meteen rende ik richting de clymura, de klauw landde achter me. De impact duwde mij naar de grond, maar ik klauwde weer overeind. Zo snel als het zand me toeliet, rende ik onder de schorpioen door. Zijn schaduw bewoog en zijn looppoten gingen wild heen en weer alsof hij een tapdans aan het uitvoeren was. Ik sprong weg wanneer een poot in mijn buurt weer het zand in stak, hij kon me zo omver lopen. Met elke stap die hij zette trilde de grond, en ik deed mijn best overeind te blijven.

Het einde van de duisternis en zijn lijf was te zien. De zon verblindde me voor een moment terwijl ik de kop van de dode clymura probeerde te vinden.

Vergeten toornWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu