Hoofdstuk ~ 8

999 59 1
                                    

ik opende mijn gesloten ogen. ik lag in een soort hok. er liep tralies boven mijn hoofd. ik was opgesloten. in een klein hok dat maximaal 2 vierkante meter oppervlakte had.

ik was nogsteeds in wolven vorm. ik probeerde op te staan, maar mijn spieren werkte niet mee. even kreeg ik een golf van paniek over me heen. kalm blijven, het is gewoon het verdovingsmiddel die nog niet is uitgewerkt.ik keek mijn kooi rond. veel ruimte was er niet.

ik keek iets verder om mij heen. mijn kooi stond in een ruimte met meerdere kooien en kisten die tot mijn verbazing allemaal leeg waren. de ruimte had een plafon wat meer dan 4 meter hoog hing. het leek op een verlaten pakhuis. aan het plafon hingen TL buizen die niet aan stonden waardoor het donker was in de ruimte. er scheen maanlicht door de hoge ramen waardoor het niet volledig donker was.
mijn moed zakte me in
de schoenen. een stem in mijn hoofd zij dat ik beter op kon geven. de vrijheid was mij al afgenomen, er bleef niet zoveel over.
maar het stemmetje had het mis. ik was nog over. ze konden mijn vrijheid afnemen, maar nooit mijn persoonlijkheid, en of hart . ik heb mij altijd voorgenomen om door te zetten, om te vechten. dus dat zal ik nu ook doen.
mijn ogen vielen dicht. op dit moment was op krachten komen mijn beste middel van verzet.

ergens, achter een stapel kisten klonk het geluid van een stalen deur die open werd geslagen.

"..leeftijd is nog onbekend, maar we verzekeren u dat dit nog een jong exemplaar is wat nog een lange tijd mee zal gaan!"
er klonken voetstappen, ik herkende de stem die sprak, maar kon mijn vinger er even niet op leggen. de voetstappen stopte en ik opende een oog. ik lag in de schaduw van het maanlicht, maar mijn witte vacht stak af tegen de zwarte ondergrond waardoor ik overal opviel.

"wakker worden, schatje." ik gromde van irritatie. mijn spieren deden het weer. ik probeerde op te staan en me om te draaien, maar ik zakte door mijn voorpoten waardoor ik op mijn kaak viel. er klonk gelach.

"wat heb je ermee gedaan?" vroeg een mannenstem spottend. ik herkende hem niet.

"een beetje slaapmiddel." zij de ander sinisch. oh ja, Marcus was zijn naam. de man die zei dat ik op mijn moeder leek. waarvan kende hij haar? en wat moest hij nu van mij?

"kom eens hierheen schat." zei Marcus alsof hij de kersman was.
ik was van plan alles behalve mee te werken, dus bleef ik lekker liggen. met mijn witte snuit op de koude vloer die sterk naar roestend ijzer rook.

hij zuchtte diep. Er klonk wat geschuif van metaal op metaal. het geluid van een klein luik wat open ging vulde mijn oren. het geluid van vrijheid.

ik draai me vliegensvlug om en maak mijzelf klaar voor een sprong. maar halverwege mijn sprong word ik bij mijn buik gegrepen en terug de kooi in getrokken. "Niet zo snel schat!" zei Marcus streng waardoor ik grom.
ik richtte mijn kaken op zijn been, maar hij had het zien aankomen en drukt mijn kaken op elkaar. doordat hij met zijn vingers in de holte van mijn onderkaak drukte, verslapt hij mijn kaakspieren zodat ik niet genoeg kracht heb om mijn bek weer open te trekken.

"jij moet nog zo veel leren, schat."
met één voet drukt mij mij plat tegen de grond. ik vond het vreselijk dat ik niet sterker was. waarom moest ik wit zijn? waarom moest ik klein zijn? waarom moest ik zwak zijn?

hij trok mijn bek open en bekeek mijn tanden. ik stribbel tegen, maar het heeft geen zin. in een snelle beweging had hij mijn mond weer dicht en snoerde hij deze vast met een ijzeren band die vanzelf strak leek te trekken. hij drukte mij nogsteeds naar beneden en bekeek mij grondig. ik gromde geïrriteerd maar kon niks doen.

"is dit wel gezond zo klein? ze lijkt net een jaarling." zei de man buiten de kooi.

"alles lijkt goed te zijn van wat ik nu kan zien, maar het medisch onderzoek word nog vervolgd." hij pakte mijn poten vast en bekeek hen grondig. ik voelde me zo machteloos.

"Bovendien.." hij kriebelde door mijn witte vacht heen, wat ik absoluut niet op prijs stelde. "Denk ik dat dit wolfje meer verschilt dan alleen haar mooie vachtje, is het niet schat?" Ik probeer de metalen band van mijn hoofd te halen, maar het lukt niet.
hij grinnikte.

"Verander."
Zei hij alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Ik deed niks. ik zou niet veranderen. Mijn witte kant kon ik niet meer geheim houden, maar als ik zou ontsnappen wou ik graag nog normaal over straat kunnen gaan. "Ik zeg het nog een keer lief schat, verander!" Zei hij strenger.
ik schudde mijn hoofd lichtjes.
wat wouden ze gaan doen? Mijn haren eruit trekken? succes ermee. maar ik zou niet veranderen en het enige wat ik nog had opgeven.

Hij zuchtte diep. Hij zocht in een van zijn binnenzakken. Maar ik kon niet zien wat het was.

Opeens voelde ik een steek in mijn schouder. Er kwam een zielig gepiep uit mijn gesnoerde bek.

"Dan zo maar, schat." Er ging een rilling over mij heen toen ik een koude vloeistof door mijn lichaam gleed. Even gebeurde er niets, maar ik voelde mijn armen kouder worden.
Nee..
Mijn snuit werd kleiner en kleiner. De band viel van mijn bek af. Mijn poten werden korter en mijn staart verdween.

Nee.. Nee.. Nee!

Mijn nagels kregen weer vingers en daar lag ik. Mijn sweater zat onder stof en de spijkerbroek zat onder de vlekken. Mijn afgetrapte nikes waren nog altijd even afgetrapt als altijd.
Ik had nog nooit gehoord van deze methode. Maar het had het laatste restje van mij bekend gemaakt.

Mijn menselijke spieren voelde nog stijver dan die van mijn wolf. Ik kreunde toen ik op mijn arm wou leunen, maar toch weer naar beneden zakte. ik werd omhoog getrokken door Marcus.

"Héhé, daar ben je weer schat."
Zei hij terwijl hij zijn gezicht voor het mijne plaatste en de band die om mijn bek zat gebruikte om mijn armen achter mijn rug vast te binden.
Mijn losse bruine krullen waren voor mijn gezicht gevallen. Langzaam schoof hij mijn haar aan de kant. Zijn ijsblauwe ogen keken mij diep aan.

Zo koud.

Zo kil.

Zo gevoelloos.

"Dochter van Livia, wat lijk je toch sprekend op je moeder, zo knap."
Er spookte allemaal vragen door mijn hoofd. Wat wist hij van mijn moeder? hoe kende hij haar?

"Zo.."

Ik keek hem doordringend aan. Een woord en hij had de verkeerde te pakken. Zijn blik was misselijkmakend.

Zijn grijns werd breder

"Zo lekker."

Er ging van alles door mij heen, maar mijn enige reactie was in zijn gezicht spugen.

Heeii lezertjess
Nieuwe deel, wat vinden jullie ervan? Zal ze ooit jog uit deze hel ontsnappen? Waar kende Marcus haar moedet van? En zal het nog allemaal wel goedkomen?

Don't forget to comment/vote
LoveyouallXx
(Ps: ik heb de 500 reads gehaald! Super bedankt allemaal!!)

The RunWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu