Hoofdstuk ~ 14

746 35 3
                                    

Trillend lag ik op de grond. Mijn ledematen hield ik niet meer onder controle. Ik snakte naar adem en kreunde van de pijn.

"Ik zeg het nog een keer, anders gebruiken we de oude manier." zei marcus terwijl hij voor mij langs wandelde voor de zesde keer.
Hij hield een spuit omhoog en wapperde er ligt mee zodat ik deze zeker zou zien.

"K..k-klootz-zak!" zij ik zonder controle te hebben over mijn stem.
Opnieuw vloeide de elektriciteit door mijn lichaam heen en spartelde ik in het rond.

"Alsjeblieft, laat me gaan. Uiteindelijk zullen we toch moeten veranderen."
Piepte mijn wolf voor de zoveelste keer.
"N-nee.. Ik zal niet.. Hou op!" zij ik dit keer hardop inplaats van tegen mijn wolfsgeest.

"Misschien is het verstandig om eens een keer naar je tweede zelf te luisteren, scheeld ons zoveel tijd en moeite." zei Marcus verveeld.

Hij hurkte voor mij neer en trok mij kin omhoog. "Verander!" zei hij kwaad.
De pijn van die armband was niet te houden toen de stroom weer door mijn ledematen heen vloog.
Mijn ogen waren fel blauw en mijn hoofdhaar werd al zo wit als de sneeuw, maar toch probeerde ik er tegen te vechten. Ik wou niet!

Het gekreun van de pijn vermengde zich samen met het gepiep en gegrom van mijn wolvenvorm. De verandering ging zo langzaam en pijnlijk! Zelfs mijn eerste transformatie was niet zo erg als deze. de labjassen keken met uitpuilende ogen naar de matreling waarin ik mijzelf op dit moment bevond.

ik hield vol. ik mocht niet verder veranderen. ik spartelde heen en weer maar stopte mijn wolf beetje bij beetje weg. mijn ogen bleven gloeien en mijn haren waren beschilderd met witte strepen, maar verder dan dit kwam mijn wolf niet.

"N-nee... Nee!" brabbelde ik. ik voelde mijn vingers niet meer en staarde naar de grond. ik opende mijn ogen en concentreerde mij harder en harder. "NEE!" schreeuwde ik en brulde vervolgens zo luid waar Apha Collin nog jaloers op kon zijn. ik bromde en hijgde en keek woedend naar Marcus, de labjassen, de dike man en vervolgens weer naar Marcus. hij grijnsde en schudde met de spuit. "zoals je wilt." hij maakte aanstalte om de naald in mijn arm te steken maar voodat hij de kans had beet ik hem keihard in zijn arm. mijn tanden waren puntiger dan voorheen en ik proefde zijn bloed. ik hoorde iets kraken en was er zeker van dat ik zijn arm had gebroken. "Doe iets!" gilde hei terwijl hij schreeuwde en kermde van de pijn terwijl hij mij van zijn arm probeerdee af te trekken. ik voelde hoe de stroom harder werd gezet maar omdat ik Marcus vast had stond hij ook onder stroom. na enkele seconden werd deze stop gezet en voelde ik een naald in mijn zij. vervolgens voelde ik een hand die mijn hoofd vast pakte en met zijn vingers tussen mijn kaken drukte. door het reflex liet ik het vlees van Marcus los. het was de dikke man die mijn hoofd los had gemaakt. ik gromde woest en staarde hem met afschuw aan met mijn gloeiende blauwe ogen. de labjassen snelden zich zo snel mogenlijk naar Marcus toe die schreeuwde van de pijn. zijn arm stond in een ongezonde houding en was sowiso gebroken. ik gromde woest en venijdig en probeerde mijn hoofd los te krijgen. maar de man wist waar de drukpunten op het menselijk lichaam en die van een wolf zaten en hield mij dus in bedwang door zijn vingers nogsteeds op de randen van mijn kaken te drukken. ik kreunde van ongemak en was bang dat ik mijn kaak zou breken als ik mij teveel zou verzetten tegen zijn hand.
"je zult hier nog wel problemen mee krijgen, schoonheid." grijnste de dikke man. ik bromde boos naar hem en probeerde zijn hand los te krijgen door met mijn nagels in zijn hand te krabben. hij siste en liet mijn kaak los. maar voordat zijn vingers mijn gezicht verlieten greep hij mijn armen beet en draaide deze achter mijn rug om. ik voelde me iets meer verzwakt door de vloeistof die door de naald in mijn zij was geïnjecteerd maar kon nog steeds helder denken en handelen. het leek wel alsof ik gewend raakte aan de troep die ze mijn lichaam telkens in spoten. ik spartelde heen en weer wat tot grote ergenis leidde van de dikke man. hij haalde geïrriteerd iets uit zijn zak wat ik niet kon zien aangezien ik voor hem hing. Marcus keek mij bozer dan bozer aan. hij was woedend! nee, ziedend! "dit ga ik je betaald zetten, schatje. hoor wat ik zeg!" een van de labjassen keek onze kant op. "Nee! wat denk je nou ze moet niet dood! die dosis zou een Alpha met haar gewicht in drievoud nog plat leggen voor een week!" schreeuwde hij. "zie je dan niet dat 500 mili maar amper wat doet!?" zei de dikke man fel voordat hij een injectiespuit in mijn nek stak en leeg spoot. ik schreeuwde. al binnen enkele seconden begon mijn beeld te draaien. ik probeerde overeind te blijven staan. de dikke man liet mijn kaak los en liet mij voorover op de grond vallen. de deur ging open. dit zou mijn kans zijn. ik gebruikte al mijn kracht om overeind te komen, wat de mensen in de kamer niet hadden verwacht. ik snelde mij de deur uit en rende door de gangen. de labjassen renden achter mij aan. ik botste tegen de muren aan en kwam maar langzaam vooruit. ik rende telkens maar een paar meter op topsnelheid voordat ik weer tegen de muur aan schuurde, mijn snelheid vertraagde en deze weer oppakte. "Grijp haar!" hoorde ik meerdere keren achter mij. het middel was sterk. vreselijk sterk. het beeld draaide steeds meer en ik kwam steeds moeilijker vooruit. ik struikelde over mijn eigen voeten en viel op de grond. ik keek op en het bloed in mijn aderen verlaagde met 10 graden. ik zag Alpha Collin. Hij grijnste met zijn valse lach en zijn ogen leken op de hel. "Ik heb je eindelijk gevonden, Kitten."
ik strompelde naar achter en binnen een seconde werd ik door vier labjassen vast gepakt. maar ik merkte het al niet meer. ik gilde en schreeuwde. "Nee! blijf uit mijn buurt! Nee ga weg!" schreeuwde ik. de labjassen dachten dat ik het tegen hun had. zagen ze hem niet!? ze sleurde me een hoek om en ik zag Alpha Collin opnieuw, maar nu een meter naast mij. ik gilde en viel naar de andere kant uit de greep van de labjassen. ik gilde en gilde. "Ga weg, moordenaar, Moordenaar!" de labjassen keken verbaasd op toen ik in een hoekje bleef zitten en mijn armen voor mij hield. Alpha Collin grijnte opnieuw en lachte. zijn lach klonk als vlammen die door mijn oorschelpen brandden. de dikke man en Marcus kwamen aangerend. "ik ben je geliefde niet! Ik ben je mate niet en ik zal altijd voor je blijven vluchtten, altijd!" schreeuwde ik naar alpha Collin. hij bleef maar lachen. ik sloeg mijn handen voor mijn oren. "jij bent van mij! voor altijd van mij, kitten. Van mij!" schreeuwde hij. de tranen stroomde over mijn wangen. mijn gloeiende ogen brandden als vuur. "ik ben niet van jou. ga weg!" huilde ik terwijl ik de handen van de labjassen om mijn armen heen voelde. ik wou ze weg slaan, maar het lukte niet. waarom reageerden ze niet op Alpha Collin? "Laat me gewoon met rust!" huilde ik. de labjassen hadden me meegenomen naar een lift waar we nu stonden te wachten. ik voelde de energie uit mijn lichaam stromen. ik huilde en huilde van angst. ik was doods- maar dan ook doodsbang voor alpha Collin. "ga weg.. ga weg.. ga weg.." mompelde ik. de lift ging open en ik gilde opnieuw . hij stond middenin de lift. ik probeerde weg te rennen, maar de labjassen hadden mij stevig vast en trokken mij de lift in. ik hield mijn ogen dicht, hopend dat dit een nachtmerrie zou zijn die ooit over zou gaan. "ga weg, ik ben niet van jou. Laat me met rust.. L-laat me met rust." brabbelde ik, hopend dat hij weg zou gaan. maar toen ik mijn ogen openden was hij niet weg. maar was enkel met een paar centimeter afstand verwijderd van mijn gezicht. ik staarde hem met doodstangs aan. "Je ben van mij. Volledig van mij!" galmde zijn stem door de lift. ik voelde me steeds slapper en slapper maar trapte toch naar voren en sloot mijn ogen. de labjassen drukten me naar de grond zodat ik mijn voeten niet meer in het rond zou laten spartelen. ze hadden tegen me lopen praten maar ik had het niet verstaan. de dikke man kwam voor me gehurkt en praatte met zijn lage forse stem. "Rustig Alice, Rustig!" hij hield mijn gezicht in zijn handen zodat ik hem aan moest kijken. mijn ogen vielen even dicht maar toen ik ze direct daarna weer openden was het niet de dikke man die mijn gezicht vast had. maar Alpha collin. ik staarde hem met angst aan. zijn bloedrode ogen waren duisterder en gevaarlijker dan de hel. "Moordenaar!" schreeuwde ik door mijn tranen heen. ik verborg mijn hoofd in mijn arm en huilde van angst verder. ik was nog nooit zo bang geweest. ik was zo slap dat ik voelde hoe mijn ogen zijn gloed verlieten en mijn haren weer hun originele kleur kregen en al trillend verloor ik het bewustzijn.

"M-moordenaar"

The RunWhere stories live. Discover now