Hoofdstuk ~ 12

916 49 7
                                    

Niks boeide me nog. Helemaal niets!
Alles en iedereen hier mocht oprotten en naar de hel lopen! Ik had niet voor dit leven gekozen, ik had niet voor een witte vacht gekozen, ik had niet voor een mutatie in genen gekozen!

Mijn ademhaling was zwaar, er gebeurde iets raars met me, maar ik wist niet wat het was. Ik had nog nooit een persoon verwond met mijn kracht, maar eens moet de eerste keer zijn toch?

Zo dacht ik in ieder geval wel, op dat moment.

"Don't blame us! You would have done the same thing right?"

Iedereen stond minimaal een paar meter van mij vandaan. Mooizo, wees maar bang. Denk maar eens na over wat jullie hier aan het doen zijn met deze levens!

Marcus lag nogsteeds op de grond. Zijn blik was niet veranderd. Niet alleen de mensen in mijn cel staarde mij vol ongeloof aan, ook de mensen in de overige cellen, die het vermogen hadden om dit tafereel te aanschouwen dan, staarde mij met veel ongeloof aan. Niemand durfde mij recht aan te kijken; niemand.

ik bleef naar de mensen in de andere cellen kijken, wat was er mis?

Ondertussen had ik niet door dat Marcus op een klein apparaatje had gedrukt. Er gebeurde niks, maar daar zou snelgenoeg verandering in komen. Waar moest ik heen? Waar kon ik heen?

De jongen die mij al eerder aan de grond gehaald had, stapte voorzichtig dichterbij. Ik had het alleen zelf niet door.

Ik was nogsteeds naar de andere halfbloeden aan het staren. Totdat ze begonnen te grommen als waarschuwing. Ik draaide me om en zag de jongen die mij opnieuw vast pakte. Hij was sterker dan mij en pinde me ditkeer tegen de muur aan.
Alle halfbloeden jankte en schreeuwde. In mensenvorm, of dierlijke.

Waarom leefde ze zo met mij mee?

Aan zijn bedenkelijke blik te zien, stelde Marcus zichzelf dezelfde vraag.

"Laat haar eens los." Zij Marcus met een bedenkelijke blik in zijn ogen, die nogsteeds op de andere halfbloeden waren gericht,-

Hij liet mij los, maar hield mij nogsteeds in de gaten, wat was zijn plan?
De halfbloeden stopte met janken en schreeuwen. wat gebeurde er Toch?
Marcus snapte er evenveel van als mij. Uiteindelijk schudde hij zijn hoofd en leidde de mensen mijn cel uit. Voordat de jongen de cel uit liep keek hij mij nog een keer aan met een verleidelijke grijns.
Ik draaide met mijn ogen.
Klootzak.
Maar Marcus was niet zo tolerant. Hij stapte de cel nog één keer in, pakte mij bij mijn kraag en tilde mij de lucht in. "Niet zo onrespectvol zijn kleintje.." ik staarde hem aan met een woedende blik en overwoog om in zijn gezicht te spuchen, maar deed het uiteindelijk wel. Hij keek mij nu even boos aan als ik naar hem keek. Hij duwde me met de voorkant van mijn lichaam tegen de muur aan, zijn vrije hand ging richting- en onder mijn trui.
Automatisch stonden al mijn spieren op scherp en stribbelde ik zwaar tegen, ookal had dat geen zin. Ik voelde hoe een metalen plaatje tegen mijn huid drukte. Het apparaatje wat ze in mijn rug hadden gestoken was nog niet verwijderd.
"Gedraag je voortaan."
Waren zijn laatste woorden voordat ik de controle over mijn spieren verloor en vervolgens het bewustzijn verloor.

Ik lag op mijn matras en staarde naar het betonnen plafon met mijn handen achter mijn hoofd. Ik was een uur geleden weer wakker geworden. Ik dacht na, over wat? Geen idee; over alles denk ik.
Hoe mijn leven in een paar dagen zo kon instorten. Al die sprookjes die mijn moeder me altijd had voorgelezen, legendes over de witte wolf. Legendes die waren gebaseerd op mij. Over hoe dapper ze was, hoe ze nooit gevangen genomen kon worden omdat ze daar te sterk voor was. En wat is er van mij gekomen?
Precies het tegenovergestelde.

Ik was niet dapper, ik was niet sterk en ik was helemaal niet moeilijk te vangen.
De ijzeren deur ging open en er scheen wat meer licht -dat afkomstig was van de gang- naar binnen.
"Laat me los jij.."
Het was een mannenstem die ik ergens van herkende, maar ik wist niet waarvan. Ik keek op en zag dat er iemand naar binnen werd geduwd door Marcus en nog vier andere. Het licht viel even op het gezicht van de gevangene. Ik was verbaasd hem hier te zien. Het was de jongen die mij probeerde te ontvoeren, voordat we werden aangevallen door Claus.
Lid van The black Wolves Roedel,
Broer van de Alpha.
Broer van de moordenaar,
Broer van mijn helper.

Hij had mij wel geholpen, ik kon dat zeker niet ontkennen. Maar hij was mijn mate niet, het kon niet zo zijn.

'Jawel, dat is hij wel!'

Mijn wolf stak ook even haar kop uit het zand, gezellig.

De jongen werd 3 cellen naast mij in zijn nieuwe huis gesmeten, Marcus kwam op mijn cel af, ookal had ik dat zelf amper door.

'Nee, dat is hij niet. Hij is een moordenaar, een moordenaars zeg ik je!'

'Hij is je mate, dat is hij!'

"Dat is hij niet."

Zij ik hardop. Ik moest mijn wolf niet geloven, ze sprak amper sinds de problemen hier, ze sprak de laatste paar weken alleen maar doordat ze haar energie niet kwijt kon. Ze heeft me nooit geholpen in tijden dat ik het zwaar had in het pleeggezin hiervoor. Ik had haar niet nodig, ook nu niet. En al helemaal niet een of andere moordenaar die mijn mate zou moeten voorstellen.

"Dat is hij niet. Hij is mijn mate niet."

Zij ik opnieuw. Mijn stem kraakte en was schor, ik had al een paar dagen niks gegeten of gedronken.

"Hij is een moordenaar, een gestoorde psychopaat. Niks meer, niks minder.

Hij is het niet."

Ik hoorde iemand grinniken, ik keek naar de tralies en zag Marcus staan.
"Volgens mij denkt hij daar ander over." Zijn blik viel op de jongen. Wat bedoelde hij?
Hij moest mijn verwarde blik hebben gezien tussen het donker door, want hij grinnikte opnieuw.
Vervolgens vertrokken alle hunters uit het cellencomplex en waren we weer alleen.

Wat bedoelde hij?

"Volgens mij denkt hij daar ander over." Citeerde ik uit mijn gedachten.
Ik hoorde een kreun uit de mond van de jongen komen.
Ik hoorde hoe hij op stond en het stof van zijn kleren afklopte.
Ik ging met mijn rug tegen de muur aan zitten zodat ik zijn cel in de gaten kon houden. Mijn handen waren losgemaakt in mijn slaap, gelukkig.
Hij was op gestaan, zijn ogen gleden over de cellen totdat hij mij zag.
Hij zij niets en sprak ook niet.
Een lange tijd keek hij mij gewoon aan en ik hem.

"Ik dacht dat jij door Claus was gepakt." Zei ik om de stilte te verbreken.

"Dat dachten we bij jou ook." Zei hij met een grijns op zijn gezicht.

Hij stak zijn hand omhoog als begroeting. "Stefano Collin, Broer en delta van Alpha Daniel Collin, The Black Wolves. Het is mij een eer u opnieuw te ontmoeten, mijn Luna."

Ik stond met mijn bek vol tanden, niet wetend wat te zeggen.

"Ik ben je facking Luna niet en alemaal niet zijn mate!" Zei ik neidig.
Hij grinnikte. "Ik begrijp uw reactie maar al te goed, maar hij is wel diegene die u hier uit zal halen."

Nee..

Als hij mij hier uit zou halen, was ik hem nog meer verschuldigd. Ik stond dan bij hem in het krijt, en dat zou iets zijn waar ik niet mee zou kunnen leven. Ik wou niets met hem te maken hebben, helemaal niets!

'Dat wil je wel.'

Ik negeerde mijn wolf.
Mijn ogen werden zwaar en vielen binnen enkele seconden dicht
Niet wetend wat mij de volgende dag te wachten stond.

Heeii lezertjes!
Een nieuw deel, ik weet dat ik niet veel update de laatste tijd, ook niet in Mysterious Creatures ll. Dat komt omdat ik nogal voor een blok sta bij dat verhaal. Dit verhaal gaat nog aardig omdat ik dit al helemaal uitgedacht had, maar de tijd nemen om het in woorden te verwerken heb ik soms niet.
Ik hoop dat jullie dat begrijpen.
Ik ga geen van beide verhale op ON HOLD zetten, maar de updates zullen niet heel erg regelmatig zijn. Soms 2 hoofdstukken in een week, soms 1 in 3 weken. Dat hangt er net vanaf. Ik ga sowieso verder, wees niet bang😂

Hope you liked it?
Comment/vote?

Thankss

The RunWhere stories live. Discover now