Hoofdstuk ~ 33

316 12 3
                                    

De deur ging open en een felle lamp verblinde mij. Vince trok mij mee het verhoogde podium op.
Een grote groep mensen stond in de zaal en er werd luid geklapt.
Vince kreeg een microfoon aangereikt. "Dankuwel, dankuwel. Ik dank jullie voor jullie komst. Vanavond zijn jullie hier bij ons uitgenodigd om mijn nieuwste aanwinst te aanschouwen. En u zult niet teleurgesteld naar huis gaan."

Hij liet mij los en draaide naar mij toe.
"Alice Scott, de enige witte wolf van de afgelopen decennia's."

Ik zag hoe hij naar zijn horloge tastte. Ik keek hem even hopeloos aan voordat hij de woorde vormde.

"Sorry schoonheid."

De naald uit de halsband prikte venijn in mijn nek en mijn ledematen begonnen zich te veranderen.
Ik zakte door mijn voeten en voelde hoe de jurk verdween. Mijn vacht werd uit mijn huid getrokken, mijn staart begon te groeien, mijn neus veranderde in een snuit.

Een moment later stond ik grommend op het podium. Woest keek ik Vince aan. Ik was niet snel beledigd. Maar dit was volstrekt onacceptabel.
Er werd hard geklapt door het publiek.

Ik zag Oliver aan de rand van de menigte.
"Wanneer vertrekken we?"
Vroeg ik hem woedend. Via de mindlink. Hij gaf mij een medelevende glimlach.

"Middernacht precies."

Ik was weer terug veranderd naar mijn menselijke vorm. Vince was mij door de menigte aan het slepen. Om de zo veel tijd stopte we om met groepen mensen te praten.
We waren net gestopt bij een groep mensen. De ouders van Vince waren ook aanwezig.

"Vince, je hebt het wel weer voor elkaar mijn jongen." Een man van middelbare leeftijd schudde Vince stevig de hand voordat zijn ogen de mijne raakte.
Ik keek hem verveeld aan.
"Wauw, mag ik?" Vroeg hij aan Vince, wijzend naar mij.
Ik keek hem verward aan. Vince knikte en knipoogde naar mij. De man stapte dichter naar mij toe.
Voor ik het door had zette hij zijn hand op mijn kaak en bekeek mij aandachtig. Ik schrok van zijn handeling en mijn ogen begonnen abrupt te gloeien. Voordat ik hem weg kon duwen liet hij mijn kaak los.

"Pracht exemplaar. Hoe groot is ze?" Ik was stomverbaasd over deze absurde behandeling.
De man draaide zich terug naar mij, maar ik was hem voor. Ik keek hem strak aan. Ik zag dat hij naar voren probeerde te stappen, maar hij kon zich niet meer bewegen.

De blik van de man stond stomverbaasd. Ik liet hem een stap naar achter zetten.

"Alice! Loslaten." Zei Vince dreigend.
Ik dacht na over de vrijheid die ik over enkele uren zou hebben. Ik zou nu hard weg kunnen rennen, ver weg van hier. Ik zou deze man nu tegen de achterwand van de ruimte aan kunnrn gooien.
Maar zonder de hulp van de andere zou ik het niet ver schoppen.

Ik liet mijn concentratie van de man af zakken en keek nu naar Vince.

"Hmm?" Mompelde ik onschuldig maar grijnzend. Vince keek mij waarschuwend aan maar zei niets. "Alice, dit is Professor Zwanenburg. Mijn docent en mentor." O geweldig. Deze man is dus ook al een geleerde wolvenkenner. Wie niet in deze ruimte?

De professor keek mij met een scheve lach aan terwijl hij zichzelf weer kon bewegen.
"Een diamant, dat is wat je in handen hebt mijn jongen. Ik zou maar goed oppassen. Maar ik ben er zeker van dat er veel te behalen valt nu."

Ik kon dit gezwijmel niet langer aan horen. Als een geluk bij een ongeluk rook ik de geur van Tobias en zijn eigenaar, Wouter. Ik draaide mij om en vond Tobias recht voor mijn neus. Net wat te dichtbij.
Ik stapte iets naar achter door zijn abrupte aanwezigheid.

"Wouter, volgens mij heb ik je nog niet voorgesteld aan mijn Docent. De heren schudde elkaar de hand. "Meneer Schipper, zou ik Alice even kunnen lenen om wat te drinken te gaan halen?" Vroeg Tobias beleefd aan Vince. De mensen in de groep keken positief verrast.

The RunDonde viven las historias. Descúbrelo ahora