Hoofdstuk ~ 23

617 28 5
                                    

"Fase één is niet genoeg voor ons kleine wolfje." Grijnsde hij.
Ik slikte zenuwachtig, dit kon niet goed zijn.

Het beeld vaagde weg en maakte plaats voor bomen. Een woud wat danste op de maat van de wind. Ik rende tussen het groen door, niet wetend waarheen. Ik werd voor het eerst in tijden niet opgejaagd, ik voelde me vrij.

Het aroma van munt en dennennaalden vloog mijn neusvleugels binnen. Waar kwam het vandaan?

Mijn witte poten gleden over de bruine grond terwijl de geur mij steeds verder naar zich toe trok.

Een poel verscheen tussen de bomen. Een klein riviertje mondde uit in dit kleine meertje. De oever was bedekt met de meest mooie beplanting. Vuurvliegjes dienden als kleine, vliegende lantaarntjes over het donkere water.

Daar, aan de oever stond een man van mij weg gedraaid. Bij het horen van mijn stappen draaide hij zich om en keek mij met de meest betoverende ogen aan.

"Vertrouw op hem."

Maar angst vulde mijn lichaam en ik liep langzaak achteruit.

"I-ik kan het niet."

De man kwam op mij afgelopen. Zijn prachtige ogen waren een illusie.
Het enige wat ik zag was de man die mijn familie had uitgemoord, stuk voor stuk.

Ik begon te rennen. Weg van de moordenaar. Ik hoorde zijn zware ademhaling door mijn oren galmen en voor ik het wist greep een grote zwarte wolf met bloed doorlopen ogen mij vast en sleurde mij de duisternis in.

"Eindelijk begin je te ontwaken"

Waar had de stem het over? Het voelde alsof ik nog volop droomde.

"Er is niet veel tijd, je zult haast moeten maken."

'Haast? Voor wat!?' -Vroeg ik mijzelf paniekerig af.

"De maan als een leidend licht in de duisternis.
De duisternis, een reden voor het licht om te schijnen op die wie het nodig heeft.
Al eeuwen in evenwicht zonder elkaar ooit werkelijk te kunnen vinden.
Altijd opzoek, maar tot heden nooit een weg.
Goed en kwaad bonden door een element zowel licht als duister.
Bind de twee onder de volle maan die niet zal schijnen en een oneindigheid aan rijkdom zal worden omarmd.

Hoop en afschuw. Leven en dood.

-Maan en wolf.-"

Een herinnering verscheen. Het was wazig maar ik herkende de woorden.

"Weet je zeker dat je haar nu op de markt wilt zetten, moeten we niet wachten tot het raadsel is ontcijferd, misschien..-" "nee!" Onderbrak een ander hem.
"Die mythe is maar een verhaal, en bovendien weten we niet waar het amulet is, die steen kan overal op de wereld liggen als het al bestond dus we hebben er toch niks aan!"

Ik snapte de woorden niet toen ik ze voor het eerst hoorde, en eerlijk gezegd was het nog steeds niet helder. Het raadsel? Marcus leek het niet te geloven. Maar wat bedoelde de stem met het ontwaken?
had dit iets te maken met de absurde krachten die zich steeds vaker lieten zien? Ik moest meer te weten zien te komen, maar hoe dan? Wou ik wel weten wat er mij wellicht te wachten stond?

Herinneringen van mijn eerste transformatie kwamen omhoog.
Beelden van mijzelf die angstig een kopje liet zweven boven mijn bed, een nieuwsgierig meisje wat zonder iets aan te raken een kussen tegen de muur kon gooien, De verbaasde blikken van de mensen in Claus zijn keep toen ik door het spiegelglas heen keek.
Ik keek terug op het moment dat ik Marcus omverblies tijdens de eerste ontmoeting met Vince en zijn achterlijke familie, Hoe ik met gesloten ogen mijn omgeving nog steeds kon zien.
Ik zag hoe ik Vince, Marcus en iedereen die mij gevangen wou nemen op magische wijze van mij af hield tijdens de aanval op de markt van Marcus, hoe ik Medeh vandaag te lijf ging zonder al te veel fysieke inspanning. Waarom had ik deze gaven?

The RunWhere stories live. Discover now