Hoofdstuk ~ 36

388 18 8
                                    

Stefano was aan het telefoneren met iemand op de gang terwijl ik verdwaasd naar mijn levenloze arm staarde. Hoe kon het dat ik hem niet meer kon bewegen?

Stefano kwam terug van de gang. "We gaan naar het ziekenhuis. De doktoren hadden je langer onder toezicht moeten houden."
Ik herinnerde mij weer hoe ik inderdaad in het ziekenhuis wakker werd. Stefano liep richting de gang. Snel volgde ik hem. Aan het einde van de gang opende Stefano een grote, brede deur. Het daglicht viel op mijn gezicht en de geur van het dauwige bos vloog mijn neusgaten binnen.
De gedachte om nu weg te rennen kwam mijn hoofd stiekem binnen dringen. Snel keek ik naar de pack buiten. Er stonden wat wolven naar mij te kijken, sommigen waren op weg dieper het bos in. Andere liepen de overige gebouwen in- en uit.
Opeens pakte Stefano mijn pols vast.
Ik schrok van zijn beweging en probeerde mijzelf los te trekken.
"Hey, hey! Rustig." Zei Stefano toen ik flink tegen stribbelde.
"Laat me los, nu." Zei ik boos. Stefano liet mij abrupt los. "We moeten alleen nu vertrekken voordat het erger word." Zei hij rustig. Mijn stress respons zakte af en langzaam knikte ik. De spanning verdween weer, maar ik was nog steeds op mijn hoede.

Stefano liep nu naast mij. Het was ongeveer tien minuten lopen naar het pack ziekenhuis. Overal staarde de roedelleden mij na. Helaas ik was er jammer genoeg wat gewend aan geraakt deze afgelopen weken.

Het huis waar we ons eerst in bevonden stond wat verhoogd aan de zijkant van het dorp. De andere huizen en straten doemden nu op. Winkels stonden strak aan elkaar in de straten terwijl meerdere open trainings vlakten tegenover hun lagen. Het was een uitermate vreemd contrast, en toch voelde het ergens vaag bekend.
Ik was al zo lang niet meer in een roedel geweest, dat ik vergeten was hoe het leven hier was.

Eenmaal aangekomen werd ik meteen een ziekenhuis kamer in gestuurd. Ik was op een kruk gaan zitten die stefano voor mij van de gang had gepakt. Een minuutje later kwam een halfbloed de kamer in gelopen. Zijn doktersjas was even stralend wit als mijn gewassen vacht. Hij had dezelfde groene ogen als mij, een licht getinte huid en een vol kort gewiekt  ringbaardje.
"Goedenmorgen Beta, Luna-"
"Noem me alstublieft niet zo." Zei ik zachtjes terwijl de gedachte van Alpha Collins mij abrupt liet rillen. De doktor deed weinig uit op mijn opmerking. "Mijn naam is dokter Hakim. Welkom terug, Ik ga kijken wat ik voor u kan doen."

Hij pakte mijn arm vast en begon er op te tikken. Hij vroeg of ik het voelde.
Maar ik voelde enkel een dof gekriebel, alsof er alleen een vlieg over mijn arm liep. De doktor stond weer op, zijn uitdrukking was peinzend.
"Ik ben bang dat we u ter observatie moeten laten blijven. Ik ga nu overleggen met mijn team wat we nu het beste kunnen doen." Hij wees naar het ziekenhuis bed achter mij.
Ik op het bed zitten. Er was nu niet veel wat ik kon doen. Ik moest mijn ledematen weer onder controle krijgen voordat ik ook maar een stap richting mijn vrijheid kon zetten.

Stefano was koffie gaan halen. Ik lag alleen in de kamer. Enkel het geluid van een tikkende klok hield mij gezelschap. Hoe moest ik mijzelf hier ooit uit gaan krijgen? Mijn ogen sloten zich langzaam. Het spijkerkruid had nog steeds een grip op mijn lichaam.

Een vage herinnering van vroeger sprong op in mijn gedachten. 

"Hoe moet ik ooit gaan slapen voor morgen?" Zei mijn zus gestrest. Morgen was haar eerste externe wedstrijd. Mijn zus was de snelste wolf die ik kende, maar ze was altijd al bloednerveus geweest als het om wedstrijden aan kwam. 
"Hier, neem wat thee. Dan slaap je wel vanavond." Zei Liva, onze kok en oppas voor vanavond. Mijn ouders waren op reis naar een andere roedel. Ik begreep nog niet waarom ze elke keer weg moesten naar andere roedels, ze hadden hier een roedel voor zich zelf. 

Mijn zus pakte de mok thee aan van Liva en nam een slok. Ze en keek Liva een moment raar aan. "Spijkerkruid, helpt tegen de zenuwen. Drink maar gauw op. Je hebt morgen een grote dag en wolfjes hebben hun slaap nodig." Ze gaf mijn zus een aai over haar hoofd en nam mij mee naar mijn eigen slaapkamer. 

The RunWhere stories live. Discover now