15

970 45 0
                                    

'Jongens' roept Molly ongeduldig. 'Ik ben een meisje' roep ik terug terwijl ik naar beneden kom. 'Waarom moeten wij trouwens mee' zucht George. 'Omdat het nu gevaarlijker is buiten' zegt Molly. 'Waarom, is er kans op onweer' zeg ik droog. 'Lezen jullie ooit wel eens de krant' vraagt Hermelien. 'Nee' zeggen we alle drie tegelijk. 'Sirius Black is ontsnapt uit Azkaban' zegt Arthur waardoor ik geschokt naar de jongens kijk en dan gaan we naar Harry. Wij neuzen wat rond en als we in de eetzaal komen zien we Ron bij Harry zitten, met de krant. 'Toch niet weer daarover aan het opscheppen Ron' vraagt Fred. 'Ik heb het aan niemand laten zien' zegt Ron. 'Nee, aan niemand' zeg ik sarcastisch. 'Behalve Tom' zegt George. 'De dag meid' zegt Fred. 'De nacht meid' zeg ik. 'Cook' zegt George. 'Die man die het wc repareerde' zegt Fred. 'En die tovenaar uit België' zeg ik en dan komt Molly Harry knuffelen. 'Ze zeggen dat Sirius is ontsnapt om Harry te vermoorden' zegt Fred zacht. 'Zodat je-weet-wel terug op kracht kan komen' gaat George verder. 'Hij heeft Lily en James Potter aan je-weet-wel verraden, hij wil gewoon alle Potters uitroeien' zeg ik. 'Er is nog wat' zegt Fred. 'Sommige denken dat hij opzoek gaat naar zijn dochter, volgens sommige de enige getuigen van de dood van haar moeder' zegt George. 'Hoe Sirius haar vermoorde' zegt Fred waardoor mijn maag omkeert. 'Je moet voorzichtig zijn, Audrey' zegt George. 'Hoe kan je je eigen vrouw vermoorden' vraag ik vol ongeloof. 'Als hij dat heeft gedaan. Er zijn geen bewijzen, het lichaam is ook nooit gevonden' zegt George. 'Waarom staat er nergens een naam' zucht ik. 'Dus die flashbacks' zegt Fred dan. 'Het is vreemd oké. Het is alsof ik dat moment her beleef, ik zie alles uit mijn eigen ogen' zeg ik. 'Waarover praten jullie' vraagt Ginny. 'Over onze grappen' zegt George. 'Daar wil ik niks mee te maken hebben' zegt Ginny en ze vertrekt terug. 'Onze grappen zijn nog zo grappig' zeg ik beledigt. 'Ze is gewoon bang voor problemen' zegt Fred. 'Alle Weasley's behalve jullie en Ron' zeg ik. 'Ja, maar die jongen brengt zich in gevaarlijke problemen' zegt George. 

We zitten nu op de trein en ik kijk naar buiten. 'Zo hoe was het in Egypte' vraagt Leo. 'Leuk, het was heel leuk om Charlie nog eens te zien' zeg ik. 'Ik zag jou niet op de foto staan' zegt Leo tegen mij. 'Ik heb hem getrokken, ik hou niet zo van foto's' zeg ik. 'Je staat nog zo mooi op foto's' zegt Fred waarna hij rood word en ik ook bloos. 'Ja, kijk' zegt George en hij pakt een album. 'Dat zijn foto's na onze grappen, dan ben je automatisch vrolijker' lach ik als ik de foto's zie, de helft is met een explosie op de achtergrond, we hebben echt iets met explosies. 'Houden jullie een album bij over jullie grappen' vraagt Leo. 'Niet alle grappen en jij staat ook vaak op de foto's' zegt Fred. 'Waarom stoppen we' vraagt Leo als de trein remt. 'We zijn er nog lang niet' zegt Fred en George staat op om in de gang te kijken maar zit al snel terug neer. 'Ik denk dat niemand het echt weet. 'Wat is er aan de hand' vraag ik als de trein nog een shock geeft. 'Geen idee' zegt Fred die naast me zit en dan gaan de lichten uit en terug aan. Ik pak Fred zijn hand omdat ik toch wel een beetje bang ben en dan gaan de lichten helemaal uit en wordt het koud. 'Ben ik de enige die door heeft dat het kouder word' vraag ik zacht, maar de paniek in mijn stem is goed te horen. Fred komt dichter naar me toe en slaagt een arm om me heen en dan krijgt de trein een harde shock en geef ik een klein gilletje. 'Het is oké Audrey. Wij zijn hier' fluistert Fred en dan zie ik een zwarte hand de deur open doen en komt er een zwarte schim binnen. 'Dementor' piep ik en dan voelt het alsof al mijn geluk word weggezogen en dan ineens is het voorbij. Ik knipper met mijn ogen en de Dementor is weg. 'Alles oké' vraagt Fred maar ik verstop mijn gezicht in zijn borst, als een klein kind. 'Audrey' vraagt George. 'Hij zoog al mijn geluk weg' zeg ik zacht en ik kijk hem met bange ogen aan. 'Het is voorbij nu, hij is weg' zegt Fred en dan komt er een man binnen. 'Alles oké hier' vraagt hij. 'Die demontor heeft Audrey aangevallen' zegt Leo en dan kijkt de man mij aan en schrikt hij even. 'Hier, eet wat chocola, dat helpt' zegt hij en hij geeft me een stuk. 'Chocola helpt tegen alles' grijns ik naar de jongens terwijl ik het in vier breek en ze alle drie een stuk geef. 'En daar is onze Audrey' lacht Fred die door mijn haar gaat. 'Ik ga even praten met de machinist' zegt de man en dan gaat hij weer weg. 'Wie zou dat zijn' vraagt Leo. 'Ik gok op leerkracht verweer tegen de zwarte kunsten, hopelijk. Smalhart was geen goede en hij is zijn geheugen kwijt' zeg ik. 'Ja, Ron kan toch iets goed' zegt George waardoor ik grinnik. De rest van de treinrit was oké en nu stappen we uit. 'Kijk andere koetsten' grijns ik. 'Jongens' zeurt Leo al meteen. 'Kom op Leo' lacht Fred en we lopen naar de voorkant. 'Ik ga zitten' zegt Leo en hij stapt in en wij beginnen te duwen. 'Wat het ook trekt, het is sterk' zeg ik terwijl ik duw. 'We komen nog te laat, alweer' roept Leo. 'Niet zeuren' roept Fred en we blijven duwen. Na een halfuur hebben we de kar naar achter gekregen en stappen we tevreden in, wel helemaal doorweekt, maar tevreden. 'Nu wil hij niet rijden' zegt Leo. 'Ja, dat kan gebeuren' zeg ik. 'Jullie zijn zo stom' zucht Leo. 'Ik los het wel op' zucht ik en ik stap weer uit en duw nu vanachter, na kwartier loopt de kar en kan ik er nog net in springen. 'We zijn nu zeker te laat' zegt Leo. 'Ach ja, dat zijn ze al gewoon, ze moeten het gewoon verlaten' zegt George. We komen aan op Zweinstein en zoals we al zeiden is alles leeg. 'We zijn bijna even nat als in ons eerste jaar' zegt Fred. 'Stomme bootjes ook' zeg ik grijnzend. We open de deur van de grote zaal en zien Perkamentus bezig is met zijn speech en iedereen ons aankijkt. 'Sorry' roep ik naar voor. 'Problemen met de kar' zegt George. 'Fijn dat jullie er dit jaar ook weer zijn' zegt Perkemantus. 'Fijn dat u er ook bent' zeg ik en we gaan snel aan onze tafel zitten. 'Hebben jullie soms gezwommen' vraagt Angelina. 'Echt niet, daar zitten monsters' zeg ik. 'Audrey, in je eerste jaar geloofde ik je, maar we zijn 15' zegt Angelina. 'Technisch gezien is Audrey 14' zegt George. 'Groei toch eens op' zucht ze. 'Ha, toch niet meer zo blij dat je fabeldieren hebt laten vallen. Ik heb les van Hagrid' zeg ik tegen Fred en George. 'Wij hebben bijna geen les' zegt Fred. 'Puh' doe ik. 'Puh' doet de tweeling me na. 

Don't let goWhere stories live. Discover now