24

861 41 2
                                    

De volgende dagen maak ik veel vrienden. 'Dus, wat dacht je van een wedstrijdje' vraagt Viktor ineens. 'Viktor, ooit gehoord van school' vraag ik lachend terwijl ik mijn boeken pak. 'Saai' grijnst hij. 'Dag Viktor' zeg ik en dan komen Fred en George. 'Kom je' vraagt George. 'Ja, kom eraan. Hebben we verweer tegen de zwarte kunsten' vraag ik. 'Ja, van Dolleman' zegt George. 'Hij maakt me bang' fluister ik en dan lopen we zijn lokaal in. 'George' roept Leo en Georga gaat snel naast hem zitten. Ik zucht en ga achter hun zitten met Fred naast me, die met tegenzin naast me zit. 'Ik ben professor Dolleman. Ik ben jullie nieuwe leerkracht verweer tegen zwarte kunsten en ik ben hier omdat Perkamentus me dat vroeg. Vragen' zegt hij snel en bot. 'Als het om zwarte kunsten gaat geloof ik in een praktische werking' zegt hij 'Maar eerst. Kan iemand me vertellen hoeveel onvergetelijke vloeken er zijn'. 'Dat was toch vorig jaar' vraag ik. 'Herhaling kan nooit kwaad' zegt hij bot. 'Er zijn drie onvergetelijke vloeken' zegt Alicia. 'Het minesterie zegt dat jullie te jong zijn om te zien wat ze doen. Ik vind van niet. Jullie moeten weten wat ze doen' zegt hij. 'Waarom praat hij zo luid' vraag ik. 'Dus welke vloek horen we eerst' vraagt hij 'Turner recht'. Ik sta geschrokken recht en kijk hem aan. 'Geef me een vloek' zegt hij. 'Imperio' zeg ik bang. 'Aha' zegt hij en hij pakt een spin en gebruikt de vloek, het is onmenselijk. 'Een andere' zegt hij. 'De vloek des doods' zegt Edward. 'Goed zo' en hij zegt Avada Kedacra' en de spin valt dood neer waardoor ik schrik. 'De laatste' vraagt hij maar niemand antwoord. 'Jij' zegt hij en hij wijst naar een stil meisje van Huffelpuf die rechtstaat. 'Cruciatisch vloek' zegt ze zacht. Hij knikt en hij pakt een andere spin. 'Crucio' zegt hij. 

'Mama' roep ik terwijl ik naar beneden ren. 'Mama' roep ik  'Mama is er niet' zegt een vrouw met zwarte krullen. 'Tante Bella' giechel ik. 'Kom maar meisje' zegt ze en ze pakt mijn hand en neemt me mee. 'Waar gaan we heen' vraag ik terwijl ik naast haar wandel. 'Naar een kamertje' zegt ze en ze opent een deur. 'Tante Bella, wie is mijn papa' vraag ik en ik ga op een hoge stoel zitten. 'Geen vragen over je vader' zegt ze bot. 'Later als ik naar Zweinstein ga kom ik Griffoendor, weet je dat al' zeg ik dan. 'Je wordt Zwadderich' zegt ze boos. 'Maar ik wil in Griffoendor' zeg ik op een zeurige manier. 'Zeg dat nooit meer, begrepen' zegt ze en dan komt een vrouw met blonde haren en fel blauwe ogen naar binnen. 'Hallo Audrey' glimlacht ze, het is geen oprechte glimlach. 'Mama' roep ik blij en ik spring van de stoel en knuffel haar benen. 'Jou dochter wil in Griffoendor zitten' zegt tante Bella. 'Dat wil je niet' zegt de vrouw met een donkere stem. 'Dat wil ik wel' zeg ik koppig. Ze pakt haar stok en richt die op mij. 'Wie is mijn papa. Papa zat in Griffoendor dat weet ik zeker' zeg ik. 'We praten in dit huis niet over je vader' zegt ze boos 'En ook niet over Griffoendor'. 'Maar in Zwadderich zitten domme mensen' zeg ik. 'Wij zaten in Zwadderich' zegt tante Bella. 'Ik word Griffoendor' zeg ik. 'Crucio' zegt mama dan en ik val neer op de grond en word overmeesterd door pijn. 'Stop' gil ik, huil ik. 'Crucio' zegt de vrouw nog eens en ik krijg nog meer pijn. Tranen lopen over mijn wangen. 'Stop' smeek ik zachtjes 'Stop alsjeblieft' en dan wordt alles zwart.

Ik kom terug in de realiteit en sta recht, zonder wat te zeggen loop ik het lokaal uit. Ik loop de trappen af en loop naar de plek in het gras waar ik vorig jaar met Fred had gekust. Ik kijk naar het meer dat voor me ligt en denk aan de monsters waarvan ik in mijn eerste jaar dacht dat het de ergste waren. Mijn moeder is een monster, ik dacht altijd, nou ja die paar maanden dat ik wist wie mijn vader was, dat hij het monster was, maar mijn moeder is het monster. 'Audrey' roept George die naar me toe komt rennen. 'Fred is bezorgt' zegt hij en hij ploft naast me neer. 'Ik had een flashback' zeg ik. 'Dat had ik al door' zegt hij. 'Van mijn moeder, George' zeg ik en ik kijk hem aan. 'Wat zag je' vraagt hij bezorgt. 'Ik ken haar niet, maar ik kende een andere persoon wel. Bellatrix. Ik ben de dochter van een dooddoener' zeg ik en ik leg mijn hoofd op zijn schouder. 'Ze sprak de cruciatisch vloek op me omdat ik niet wou stoppen met zeggen dat ik in Griffoendor wou komen' zeg ik. 'Het spijt me voor je' zegt George en hij slaagt zijn arm om mijn schouder. 'Een dooddoener' zeg ik zacht. 'Maar we hebben geluk dat jij op Sirius lijkt' zegt hij. 'Ik sla een jaar verweer tegen de zwarte kunsten over' zeg ik. 'Echt niet en ik zal wel naast je zitten. Ik zie dat je meer bang van hem bent dan van die spreuken' zegt hij waardoor ik toch lach. 'Ik schaam me dood. Ik ben uit de klas gerend, iedereen vindt me vast vreemd' zeg ik. 'Laat ze dan lekker denken. Jij weet hoe het zit, ik weet hoe het zit wat boeit de rest'. 'Dank je George. Je bent echt de beste vriend' zeg ik en ik geef hem een knuffel. 'Kom, laten we gaan' zegt hij en we lopen het lokaal in en gaan naar onze volgende les, bezweringen wat gelukkiger wat rustiger verloopt. Net als de rest van de dagen erna. 

Don't let goWhere stories live. Discover now