17

916 47 6
                                    

'Zweinsveld' zing ik blij terwijl ik naar buiten huppel. 'Jij bent ook zo'n vreemd meisje' zegt Fred die achter me loopt samen met George. 'Mijn voorraad snoep is op, want twee jongens hebben de helft opgegeten' zeg ik en ik kijk ze beschuldigend aan. 'Ja, Ronald en Harry' zegt George hoofdschuddend waardoor ik grinnik. 'Kom professor Lupin jullie ook zo bekend voor' vraag ik als we onderweg zijn. 'Nee' zeggen ze tegelijk. 'Oh, dan ligt het vast aan mij' zeg ik. 'Of je kende hem van vroeger' zegt George. 'Weet je dat ik nooit flashbacks over mijn moeder heb, altijd over Sirius of iemand anders, nooit haar' zeg ik. 'Vreemd' zeggen ze tegelijk. 'Ziet mijn lip er nog dik uit' vraag ik en ik draai me om. 'Nope, helemaal hersteld' zegt Fred. 'We moeten Eddie nog terug pakken' zegt George. 'Explosie' zeg ik meteen. 'Rustig met je explosies' lacht Fred. 'Nee, we zijn bezig met een experiment' zegt George. 'Kotssnoepjes' zegt Fred. 'We weten alleen niet of het werkt en of het gezond is' zegt George. 'Geef het hem maar gewoon' lach ik en we lopen de snoepwinkel in. 'Gaan we hier na naar Zonko's' vraagt George. 'Natuurlijk' zeggen Fred en ik tegelijk en ik pak wat snoep in een zak en betaal het dan, net als de tweeling. 'Jullie zouden jullie eigen fopshop moeten hebben' zeg ik terwijl ik rondkijk. 'Dat is het plan, alleen niet tegen mam zeggen' zegt Fred. 'Zij vermoord ons als ze weet dat we dat willen doen' lacht George. 'Oké, ik wordt jullie schoonmaakster' zeg ik. 'Waarom' vragen ze tegelijk. 'Jullie zijn te aardig om me te ontslaan dus ik word betaald om niks te doen' lach ik. 'Ontslagen' zeggen ze tegelijk waardoor ik harder lach. We betalen en gaan dan nog wat boterbier drinken en vertrekken daarna terug. Als we bij de ingang komen zien we dat de dikke dame weg is. 'Hoe kan ze nu weg zijn' vraag ik verbaasd. 'Hoe moeten we nu binnen' vraagt Fred. 'Ja, al onze schoolboeken' zegt George. 'Ach ja, ze kon toch niet zingen' zeg ik. 'Dat is niet grappig' bijt Percy ons toe. 'Sorry head boy' zeggen we tegelijk. Dan komt Perkamentus en kijkt aandachtig naar het schilderij. 'Vilder, haal de geesten en zeg dat ze overal moeten zoeken naar de dikke dame' beveelt Perkamentus. 'Dat is niet nodig. De dikke dame is daar' zegt Vilder en hij wijst naar een plek waardoor we allemaal naar daar lopen. Ze zit achter een groot dier en ook al is het niet echt een grappige situatie een grinnik ontsnapt toch uit mijn mond. 'Lieve dame, wie heeft jou dit aangedaan' vraagt Perkamentus. 'Hij had de ogen van de duivel en een ziel donkerder dan zijn naam. Hij is het, schoolhoofd. De persoon waar iedereen het over heeft. Hij is hier, ergens in het kasteel. Sirius Black' zegt ze waardoor alles lijkt stil te staan. 'Iedereen naar de grote zaal' roept Perkamentus maar ik blijf staan. 'Audrey kom op' fluistert Fred en hij pakt mijn hand en trekt me mee. 'Hij is hier' fluister ik bang. 'Wij zijn altijd bij je, hij kan niks doen' fluistert hij terug en we lopen naar de grote zaal. Het kasteel wordt afgesloten en Griffoendor slaap in de grote zaal, waar ik me eerlijk gezegd ook niet op mijn gemak voel, ik slaap tussen Hermelien en Ginny, al slaap ik niet echt. 

'Nonkel Remus, ik wil nog een beetje chocola' lach ik terwijl ik op zijn schoot klim. 'Wil je nog chocola' vraagt hij terwijl hij in zijn zak gaat. 'Ja een heel groot stuk' roep ik lachend. 'Sirius je hebt je kind veel te hebberig gemaakt' lacht nonkel Remus. 'Ze houdt gewoon van chocola, is het niet Rosalie' vraagt Sirius. 'Ja, ik heb vannacht gedroomd dat ik aan het zwemmen was in een chocolade rivier zo groot als de wereld' zeg ik en ik maak zo'n groot gebaar met mijn handen dat ik bijna van nonkel Remus zijn schoot val. 'Toe ome Remus, een klein stukje' smeek ik en ik zet mijn liefste ogen op. 'De puppy ogen zal je van je vader hebben' zucht nonkel Remus en hij geeft me nog een stukje chocola. Ik lach en begin het op te peuzelen. 'Dan moet je wel iets zeggen Rosalie' zegt Sirius streng. 'Dank je wel' zeg ik met volle mond. 'Soms lijk je te veel op je vader' lacht nonkel Remus. 'Ikke moe' zeg ik. 'Dan zullen we jou eens in bed stoppen' zegt Sirius en hij tilt me op. 'Dag dag' zeg ik en ik zwaai naar nonkel Remus. 'Droom nog maar eens over je chocolade rivier' glimlacht hij en dan gaan we naar een andere kamer. Sirius legt me in het bed en ik pak mijn vier knuffels. 'Slaap lekker Princess' zegt hij en hij drukt een kus op mijn voorhoofd. 'Papa' vraag ik zacht. 'Wat is er' vraagt hij. 'Ome Remus weet toch dat ik hem leuker vind als zijn chocola' vraag ik. 'Natuurlijk weet hij dat en anders vertel je het hem morgen maar' glimlacht hij. 'Ik hou van jou' zeg ik en dan doe ik mijn ogen dicht. 'En ik hou meer van jou' hoor ik Sirius nog zeggen. 

Ik knipper met mijn ogen en kijk verbaasd rond. Daarom kwam hij me zo bekend voor, hij is mijn nonkel. 

Don't let goWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu