16

976 44 3
                                    

We zitten te ontbijten en ik val serieus bijna in slaap. 'Zo te zien heb jij ook goed geslapen' zegt Ginny. 'Waarom begint school zo vroeg' geeuw ik. 'Zodat we een hele dag kunnen leren' zegt Hermelien. 'Weten jullie waarzeggerij trouwens zijn' vraagt Ron. 'Dat lokaal is onvindbaar' zegt George. 'Serieus, onvindbaar' zegt Fred. 'Ja, na twee jaar hebben wij het nog niet gevonden' zeg ik. 'Dat verklaar onze punten' zegt George. We lopen naar verweer tegen de zwarte kunsten en zien alle banken apart staan. 'We hebben herhaling van het derde, de boeman' zegt professor Lupin. 'We hebben het nooit echt gedaan professor' zegt Angelina. 'Ja natuurlijk niet. Krinkel was banger voor onze angsten dan wij' zeg ik droog. 'En toch heeft hij je bijna vermoord' zegt iemand van Zwaddericht, Edward. 'Ja, gelukkig was het bij mij een mens en niet een papiertje' zeg ik waardoor zijn gezicht betrekt. 'Rustig' sust professor Lupin. 'Ik hoop dat jullie het nog kennen, ga nu snel in een rij staan' zegt hij en dat doen we ook. Ik sta ergens in het midden, achter de tweeling. Fred is eerst en George en ik stappen hand in hand de kast uit waardoor George en ik elkaar verbaasd aankijken, maar voor er iets gebeurt roept Fred 'Ridiculus' en gaat met een rood gezicht vanachter staan terwijl George en ik van voor een tutu krijgen en mislukt ballet dansen. George komt naar voor en Fred komt uit de kast maar valt meteen dood neer. 'Ridiculus' zegt George en Fred begint een worm na te doen. Ik loop lachend naar voor en de boeman verandert in een zwarte wolk, maar neemt geen vaste vorm aan. En dan sta ik ineens oog in oog met Sirius Black. Mijn adem stokt in mijn keel en alle kennis verdwijnt uit mijn hoofd. Ik kijk in zijn grijnzende grijze ogen, dat monster dat daar staat is mijn vader. 'Ridiculus' zeg ik als klinkt het meer als een fluistering en is dus niet krachtig genoeg. Ik haal diep adem en kijk hem nu woedend aan. 'Ridiculus' zeg ik Sirius krijgt roze haar en een grote snor, al kan ik er niet mee lachen. Ik draai me om en loop naar vanachter waar de tweeling me bezorgt aankijk. 'Alsjeblieft, laat het' zucht ik. Als het middag is lopen we naar de grote zaal en zie ik Ron een beetje geschokt kijken. 'Wat is er nu weer met jullie' vraag ik terwijl ik naast Hermelien, over Harry ga zitten. 'Ron gelooft waarzeggerij en Harry had de Grimm' zegt Hermelien. 'Welkom bij de club' lach ik naar Harry. 'Wat' vraagt Ron verbaasd. 'Audrey heeft twee jaar de Grimm gehad' zegt Fred. 'Die vrouw geeft ieder jaar iemand de Grimm' zegt George. 'Echt een gestoord wijf. Ze haatte me omdat ik elke les zei dat ik nog steeds geen enge hond heb gezien' zeg ik. 'Zie je Ron. Ik zei toch dat het nergens op sloeg' zegt Hermelien. 'Ja, niks geloven van dat mens, ze is gek' zegt Fred. 'Al hebben we wel goed kunnen lachen' grijnst George. 'Ze is geweldig om voor de gek te houden' grijns ik. 'Hebben jullie ooit opgelet of niet' vraagt Ginny. 'Natuurlijk, anders had ik geen 11 slijmballen' grijns ik. 'Opschepper' lacht de tweeling. 'Hebben jullie al les gehad van de nieuwe' vraagt Ron. 'Ja, hij is wel goed, we hadden een praktijk les, ook de eerste keer' zegt Fred. 'Boeman, best grappig' zegt George. 'Op sommige momenten' vul ik aan. 'Boeman' vraagt Ron. 'Zie je wel als je les van hem hebt' zucht ik. 'Wat hebben jullie' vraagt Fred. 'Verzorging van Fabeldieren' zegt Harry. 'Oh vertel me hoe Hagrid het heeft gedaan, ik heb zijn les pas op vrijdag' zucht ik. 'Je hebt het niet eens nodig' zegt Fred. 'Het kan handig zijn' verdedig ik. 'Hij is gezien, hij is gezien' roept Simon die met een krant naar onze tafel komt. 'Wie' vraag ik en ik kijk meteen naar de krant. 'Sirius Black' zegt Simon. 'In Duff Town, dat is niet ver van hier' zegt Hermelien. 'Je denkt toch niet dat hij naar Zweinstein komt' vraagt Marcel bang. 'Alle ingangen worden bewaakt' zegt Fred. 'Ja, Demonters, hij is er al eens voorbij geraakt, niet? Wie zegt dat hij het niet nog eens doet' zegt Simon. 'Inderdaad, hij kan overal zijn' zegt iemand anders waardoor ik bang naar Fred en George kijk. 'Kijk Audrey, misschien komt je boeman nog eens langs' lacht Edward die langsloopt. 'Oh, wil je vechten Eddie' vraag ik en ik spring recht. 'Noem me niet zo' gromt hij. 'Zo noemt je moeder je toch? Oh wacht, ze zat de cel naast Sirius Black' zeg ik gemeen. 'Oppassen met we je zegt, Turner' gromt hij 'Jou ouders wouden je niet een'. 'Oh spelen we het zo? Want volgens mij zit je vader liever bij de familie Malfoy dan bij zijn eigen zoon' zeg ik boos. 'Ach ja, mijn vader legt me te minste niet op de stoep. Volgens mij wist hij dat als hij je naar een weeshuis brengt niemand je toch zou willen' zegt hij. 'Thuis behandelen ze mij te minsten niet als een huiself, het verbaasd me dat je kleren hebt gekregen, ben je eindelijk vrij' zeg ik, serieus ik ben nog nooit zo boos geweest. 'En toch is het mijn familie. Waar is de jouwe? Oh ja, die wouden niemand zo mislukt als jou' zegt hij. Ik pak mijn staf en richt die op hem. 'Wil je nog iets zeggen, Black? Want volgens mij ben jij familie van dat monster daar' grom ik. 'Ik heb te minste een familie. Hoe voelt het nou om te leven bij een familie waar je nooit zal bij horen' zegt hij en dan val ik hem aan, niet met mijn staf. Ik spring op hem en we vallen over de tafel van Zwadderich. Ik beuk mijn vuist op zijn gezicht, maar al snel lig ik vanonder en zijn de rollen omgedraaid. Na ik denk toch tien minuten worden we uit elkaar gehaald en word ik vastgehouden door Fred en Edward door iemand van Huffelpuf, ik denk Carlo Diggory. 'Wat is hier aan de hand' vraagt professor Anderling verbaasd. 'Die gek daar viel me aan' zegt Edward. 'Natuurlijk, laten we lekker het deel vertellen waar ik iets fout deed' grom ik. 'Juffrouw Turner mijn kantoor' zegt professor Anderling. 'En mister Black, mijn kantoor' zegt professor Snape en dan volg ik Anderling naar haar kantoor. 'Wat is er gebeurd' vraagt professor Anderling. 'Hij zei iets over mijn boeman en dan zei ik iets terug en toen daagde hij me uit en toen verloor ik mezelf en viel hem aan' zeg ik. 'Dus je geeft toe dat je mister Black aanviel' vraagt ze. 'Ja' zeg ik nors. 'Hij zei wat over mijn familie dat ik niet heb en ja' zeg ik. 'Twintig punten aftrek voor Griffoendor, ga nu maar naar de ziekenzaal' zegt ze. 'Dacht het niet' mompel ik en ik loop het lokaal uit. 'Alles oké' vraagt Carlo. 'Betere vraag, hoe zie ik eruit' vraag ik. 'Bebloed, heb je net in een gevecht gezeten' vraagt hij waardoor ik grinnik en hij me een geel met zwart gestreepte zakdoek geeft. 'Stomme Edward ook' zeg ik terwijl ik onder mijn neus veeg. 'Kom dan breng ik je naar de ziekenzaal' zegt Carlo. 'Dat hoeft niet. Het gaat vanzelf wel over' zeg ik en ik loop naar de andere kant. 'Ik hoorde jullie gesprek, nou ja... "gesprek". Ben je geadopteerd' vraagt hij. 'Zo kan je het noemen' zeg ik. 'Dat weten denk ik niet veel mensen...tot nut' zegt Carlo. 'Wel ja, ik loop er niet graag mee te koop' zeg ik en ik loop naar buiten. 'Hoe wist je zo veel over Edward' vraagt hij. 'Ik hou de mensen dat ik echt niet mag goed in de gate voor gevallen als dat en daarbij bijna iedereen weet dat zijn moeder in Azkaban zit' zeg ik schouderophalend. Carlo stopt me en draait me dan om, pakt de zakdoek en begint er mee over mijn wang te wrijven en dan over mijn onderlip. 'Daar zit nog wat' zegt hij. 'Audrey' roept Fred en hij komt naar me toe gerend waardoor ik een stap achteruit doe. 'Alles goed' vraagt hij, Carlo totaal negerend. 'Ik ben oké, wel twintig punten aftrek voor ons' zeg ik. 'Je loopt dus al voor' zegt George die rustig komt aangewandeld. 'Ik zie je nog wel' zegt Carlo. 'Later Carlo' glimlach ik. 'Moet je niet naar de ziekenzaal' vraagt Fred. 'Natuurlijk niet' zeg ik en ik stop snel de zakdoek van Carlo in mijn mantel. 'Kom dan gaan we naar de leerlingenkamer, dat opstel moet af' zeg ik grijnzend omdat de jongens meteen beginnen met zuchten.  

Don't let goWhere stories live. Discover now