3

799 33 1
                                    

Bella ☾

Netflix is geïnstalleerd en ik selecteer gelijk mijn lievelingsserie 'friends'. Ik kan me echter niet focussen op de hilarische serie. Ik kan niet eens lachen om de grappen. Telkens dwaalt mijn blik rond de ziekenhuiskamer. Dit wordt mijn huis voor de komende paar maanden van mijn leven. Misschien wel weken, niemand weet hoe lang ik nog zal leven. Een gevoel van misselijkheid komt omhoog en ik pak de emmer naast het bed vandaan. Ik heb nu al vier keer overgegeven.

"Moet ik ziekenhuisvoedsel eten?" vraag ik aan mijn vader. Mijn moeder is een half uur geleden de kamer uitgelopen en is nog steeds niet terug. 

"Dat lijkt me vrij logisch in een ziekenhuis" zegt mijn vader en hij doet zijn best te lachen. 

"Mag ik geen McDonald's meer eten?" vraag ik. 

"Ik denk dat het wel mag, maar dan zal je dat met mij en mama moeten regelen, want de dokters zullen het niet voor je gaan halen" zegt mijn vader. 

"Maar vanavond dus wel ziekenhuisvoedsel?" vraag ik. Mijn vader knikt en kijkt met me mee naar 'friends'. Ik heb de kots-emmer tussen mijn benen geklemd, zodat ik kan overgeven wanneer dat nodig is. Ik wist niet dat die chemokuur al zo snel zou aanslaan. Ik dacht dat ik me morgen pas ziek zou voelen, maar nog geen vier uur geleden is het infuus aangesloten en nu al zit de kots-emmer tot de helft gevuld. 

"Ik ga heel even een stukje lopen" zegt mijn vader. "Moet ik wat drinken voor je meenemen?" vraagt hij.

"Nee dankje" zeg ik en ik glimlach kort naar hem. Dan verlaat hij de kamer. Ik stap uit bed en loop met de emmer, en het infuus, naar mijn badkamer. Daar gooi ik de emmer leeg. Die stank is ondraaglijk. Met het infuus in mijn hand loop ik door de kamer. Het is zo leeg. Ik kan me niet voorstellen dat ik de overige dagen van mijn leven hier ga doorbrengen. 

"Hallo?" een verpleegster komt mijn kamer binnenlopen. Ik draai me om en glimlach naar haar. 

"Hallo" zeg ik. 

"Ik kwam even kijken hoe je je voelde" zegt ze. "Ik ben trouwens Esther" 

"Ik voel me goed" lieg ik en ik loop met het infuus in mijn hand naar mijn bed. Ik ga op mijn bed zitten en kijk weer naar 'friends'. "Ik had eigenlijk een vraag. Kan ik gewoon McDonalds eten?" vraag ik. 

"Dat kan, maar dan moet je dat even aangeven. Dan kunnen we het voor je bestellen" zegt ze. 

"Maar dan moet ik wel zelf betalen?" vraag ik. 

"Ja, dan wel" zegt Esther. 

"Oké" zeg ik. Esther kijkt even bij mijn infuus en loopt dan weg. Het is hier een komen en gaan van mensen. Mijn ouders zijn er een paar minuten en gaan dan weg met een slecht excuus. Waarschijnlijk gaan ze gewoon buiten mijn zicht huilen. Verder komen er om de minuut verpleegsters binnenlopen. En niemand wil geloven dat het prima met me gaat. Ze gaan altijd dat infuus controleren. Ik ben hier letterlijk een paar uur en ik word nu al gek. 


Ik kan niet slapen. Mijn telefoon geeft aan dat het 2 uur 's nachts is. Het is niet dat het bed niet lekker ligt of dat de kamer niet warm genoeg is. Het is gewoon het feit dat ik in het ziekenhuis lig. Dat ik mijn ouders naar huis heb gestuurd, omdat ik naar mijn gevoel prima alleen kon slapen. Dat ik dacht dat ik niet zou nadenken over de dood. 

Toch spoken alle gedachtes over de dood door mijn hoofd. Doet het pijn? Is er leven na de dood? Wanneer weet je dat je dood gaat? Hoe lang duurt doodgaan? Is er wit licht? 

Ik stap uit mijn ziekenhuisbed en loop met het infuus de hal van het ziekenhuis op. Het is heel stil. Anderen mensen kunnen kennelijk wel slapen. Ik loop naar de balie waar twee verpleegsters staan te praten. 

"Bella?" vraagt de verpleegster. Het is Esther. 

"Hey" zeg ik en ik loop door. 

"Bella, je kan beter proberen te slapen" zegt ze en ze komt naast me lopen. 

"Ja, weet ik. Ik... wilde alleen even een beetje rondlopen" zeg ik en kijk de hal rond. "Hoeveel mensen gaan hier dood?" vraag ik en stop met lopen.

"Waarom vraag je dat?" vraagt Esther. 

"Nou...Iedereen hier is ziek. Hoeveel gaan er dood?" vraag ik. 

"We doen ons best om het dodenaantal te beperken" zegt ze. 

"Oké veel dus" stel ik en ik loop verder. 

"Bella, misschien kun je beter naar je kamer gaan" zegt Esther. Ik zucht. Ik wil hier niet zijn. Ik wil gewoon thuis in mijn bed liggen. Gezond. Zonder de angst dat ik ieder moment dood kan gaan. 

"Prima" zeg ik en ik loop naar mijn kamer toe. Ik kijk de hal in en zie twee doktoren lopen. Één oudere man en een aanzienlijk jongere. Ze zijn druk in gesprek. 

"Bella, je kamer in" zegt Esther. 

"Wat is dit? Een cel ofzo?!" vraag ik  boos en ik loop mijn kamer in. Ik mag niet eens op de gang lopen. Nou sorry hoor dat ik niet kan slapen omdat ik denk dat ik plots dood zal gaan. Ik ben ziek en ik heb geen vrijheid meer. Twee dingen zijn me vandaag dus al ontnomen. Mijn gezondheid en mijn vrijheid. Ik ga op mijn bed zitten en voel een traan over mijn wang lopen. Ik hoor een klopje op de deur. Ik kijk richting de deuropening en zie de jongere dokter staan. Hij heeft donkerblond haar en blauwe ogen.

"Hey" zegt hij. 

"Hoi" zucht ik en ik frummel aan het infuus. 

"Mag ik binnenkomen?" vraagt hij. Ik knik en veeg mijn traan weg. De dokter komt naar me toe lopen en op het voeteinde van mijn bed zitten. "Ik hoorde je net tekeer gaan tegen de verpleegsters" zegt hij en gniffelt. "Je hebt je punt denk ik wel gemaakt" 

"Dat mag ik hopen ja" zeg ik. 

"Maar het is inderdaad vrij laat" zegt de man. "Dus ik snap wel dat ze je in bed wilden hebben" 

"Zeg me niet dat jij er ook zo één bent" zeg ik. 

"Wat voor één?" vraagt hij. 

"Zo'n ziekenhuisnazi" zeg ik. De man grinnikt kort en wordt dan serieus. 

"Die mensen willen je helpen. Ze zijn dan wel streng, maar ze doen het voor jou gezondheid" zegt hij. Ik rol met mijn ogen. 

"Het zal wel" zeg ik. "Dus, hoe heet deze ziekenhuisnazi?" vraag ik aan de man. Hij schudt lachend zijn hoofd. 

"Als je me dan gewoon Jack noemt in plaats van nazi zou dat fijn zijn" zegt hij. Ik knik en glimlach naar hem. 

"Oké, Jack" zeg ik. "Bella" stel ik mezelf enthousiaster voor en ik schud hem de hand. 

"Zachter" sist een andere verpleegster vanaf de gang. "Jullie maken veel te veel geluid!" 

"Wat een-" begin ik. 

"Nazi?" vraagt Jack. Ik lach en knik. 

"Ja inderdaad" zeg ik. Jack staat op. 

"Kom mee" zegt hij. Ik frons mijn wenkbrauwen. "De 'nazi's' willen niet dat je alleen door het ziekenhuis zwerft, maar als je een rondje loopt met mij moet het prima zijn" zegt Jack. Ik sta snel op en pak het infuus. 

"Oké" zeg ik. "Graag" 


forever and alwaysWhere stories live. Discover now