10

799 36 14
                                    

Bella

Er was iets. Voor die ene seconde dat ik hem aankeek was er iets. Noem het een vonk, noem het een simpele blik, maar het voelde geweldig. De liftdeuren gaan open. Jack kijkt me aan en laat me als eerste de lift uitgaan. Ik loop de lift uit en besluit in één keer door naar mijn kamer te gaan. Esther staat in mijn kamer met medicatie in haar hand. 

"Moet ik pillen?" vraag ik. "Morgen toch pas?" 

"Je moet je pillen iets eerder hebben" zegt Esther. Ik stel geen verdere vragen en pak de pillen uit haar hand. Ik pak de fles water van mijn nachtkastje en slik alle pillen tegelijk weg. Ik ga op mijn bed zitten en wacht tot Esther weer uit de kamer is. Ik mag haar niet. Ik weet niet waar het aan ligt, maar iets aan haar bevalt me niet. Ik kijk uit het raam en denk aan Fiene. Een meisje van net drie jaar, die nu al moet strijden voor haar leven. Een meisje die trots is op haar kralenketting. Volgens mij weet ze niet eens waarom ze hier is. Ik zucht. In vergelijking met haar vind ik mezelf niet meer zo heel zielig. Ik kijk de hal op en zie Esther en Jack voor mijn kamer praten. Jack kijkt me heel even aan en glimlacht. We hebben die ene seconde hetzelfde gevoeld.


"Gewoon," zeg ik tegen Lena. "Er was iets." Ik doe mijn best om uit te leggen wat ik heb gevoeld tussen mij en Jack, maar het valt moeilijk onder woorden te brengen. "Hij is gewoon... ik weet het niet," mompel ik. 

"Knap, aardig, sexy?" Lena en ik zitten in de kantine van het ziekenhuis en eten samen uit één schaal spaghetti. "Luister, hij is dat allemaal, dat weet ik, maar hoe oud is hij ook al weer?" vraagt Lena. Ik lach. 

"Leeftijd is maar een getal," zeg ik lachend. 

"Zeven jaar verschil en hij is trouwens je arts!" zegt Lena. 

"Hij is niet mijn arts. Hij is nog geen volwaardig oncoloog," zeg ik betweterig en pak een beetje spaghetti. Lena lacht en kijkt net langs me af. 

"De nog niet volwaardige oncoloog kijkt naar je," fluistert ze. Ik draai me zonder na te denken om en zie Jack bij de deur van de kantine staan. Hij staat tegen de deurpost aangeleund en heeft zijn armen over elkaar gevouwen. We kijken elkaar aan. Jack glimlacht. Ik draai me in noodvaart weer terug. Lena grinnikt. "Je had beter niet kunnen omdraaien," zegt ze. 

"Komt hij?" vraag ik. Lena kijkt weer naast me. 

"Die Esther praat met hem," zegt ze. Ik rol met mijn ogen. Tuurlijk, Esther praat weer met hem. Wat probeer ik ook eigenlijk? Word ik nou oprecht jaloers op die twee en wat zij hebben? Wat hebben ze eigenlijk? Overduidelijk meer dan Jack en ik. 

"Oké," zeg ik teleurgesteld en stop een grote hap spaghetti in mijn mond. 

"Ben je jaloers?" vraagt Lena lachend. Ik kijk haar boos aan.

"Nee!" sis ik. Nou het is dus waar. Ik ben wel jaloers. Maar waarom zou ik jaloers zijn? Jack en ik schelen inderdaad zeven jaar en ik ga toch dood. Dan kan ik beter geen gevoelens voor iemand ontwikkelen. 

"Jawel," zegt Lena. Ik zucht en prik met mijn vork in de spaghetti. 

"Ik vind het gewoon vervelend dat Esther zo fake is. Ze doet tegen mij echt super gemeen en tegen Jack helemaal super leuk," zeg ik geïrriteerd. Ik merk nu pas hoe vervelend ik Esther vind. Ik kijk naar Lena die me meelevend aankijkt. 

"Je vind het alleen vervelend omdat jij iets voor Jack voelt," zegt ze. Ik knik. Lena kijkt me verbaasd aan. "Wacht, je voelt oprecht iets voor hem? Ik dacht dat je hem alleen leuk vond, omdat hij knap was of zo," zegt ze. 

"Ja dat is ook zo. Ik heb geen gevoelens voor hem, maar ik vind hem gewoon leuk. Knap leuk," zeg ik, maar ik weet dat ik lieg. Ik heb wel gevoelens voor hem en ik voelde ze allemaal tijdens dat ene moment in de tuin, maar ik denk dat ze versterkt werden door de omstandigheden. Ik ben ziek en zoek steun bij Jack. Hij geeft de steun die ik nodig heb en dat wakkert de gevoelens misschien wat extra aan. 

"Oké, nou zolang je er maar geen relatie van maakt hè" grapt Lena. Ik glimlach kort en ga door met eten. Wat er tussen mij en Jack is, is er waarschijnlijk alleen aan mijn kant, want ik ben ziek en geniet van zijn steun. Hij doet wat iedere andere arts doet, steun geven aan patiënten en met ze praten. Hij praat waarschijnlijk zo met alle patiënten. 


Ik geef over in het toilet en veeg mijn mond af. Waarom voel ik me zoveel slechter? Ik weet dat ik vandaag mijn medicatie heb gekregen en dat die er even in kan hakken, maar zo ziek als nu heb ik me nog nooit gevoeld. Mijn ouders zijn net een half uurtje weg en nu begint het overgeven. Ik begin te huilen wanneer ik opsta van de vloer en mezelf in de spiegel van mijn badkamer zie. Ik zie er niet uit. Mijn ogen vallen niet meer langer op door de groene kleur, maar door de blauwe wallen, mijn wangen zijn ingevallen en mijn huid is bleek. Ik veeg mijn tranen weg en pak mijn make-up tasje. Ik ga op de badkamervloer zitten met een spiegeltje in mijn ene hand en een make-up kwast in mijn andere en begin mezelf op te maken. Half tien 's avonds en ik besluit mezelf op te maken. 

Ik ben net klaar met mijn make-up wanneer ik een klop op de badkamerdeur hoor. Ik sta op van de vloer en stap over mijn make-up producten heen. Ik open de deur en kijk in de blauwe ogen van Jack. 

"Hey," zegt hij. Hij kijkt me een tijdje onderzoekend aan. Ik ben verbaasd dat hij hier is. Hij kan beter met Esther gaan praten toch? "Ik heb snoep," zegt hij dan en geeft me een zak snoep aan. Ik glimlach en pak de zak van hem aan. 

"Je maakt me dik," zeg ik en open de zak. Ik bied Jack een snoepje aan en hij gaat er dit keer op in. Hij pakt een snoepje uit de zak en ook ik pak een snoepje. Ik loop de badkamer uit en ga op mijn bed zitten. Jack komt naast me zitten en kijkt me aan. Ik eet het snoepje op en zucht. 

"Hoe was het bezoek van je ouders?" vraagt Jack. Ik haal mijn schouders op. 

"Het was wel oké, maar we hebben niet veel gepraat," zeg ik. Mijn moeder zat met tranen in haar ogen en mijn vader zag er doodop uit. Ik heb halverwege het bezoek de tv aangezet en een film gekeken. Veel woorden worden er niet aan mijn ziekte verspild. Ik denk dat we daar nog niet klaar voor zijn en dat ook nooit gaan worden. 

"Ik zag ze een uurtje geleden weggaan," zegt Jack. "Ik heb nog heel even met ze gepraat," zegt hij. 

"Waarover?" vraag ik terwijl ik nog een snoepje in mijn mond stop. 

"Over jou," zegt Jack. "Ze wilden weten of je met veel mensen contact had op de afdeling." Jack pakt nog een snoepje. 

"Hebben jij en Esther een relatie?" flap ik eruit. Ik heb direct spijt. Waarom zei ik dat? Zelfs al zou het zo zijn, waar ik stiekem niet op hoop, dan had ik er nog steeds helemaal niks mee te maken. Jack lacht. 

"Nee, hoezo vraag je dat?" vraagt hij. Ik bijt op mijn lip. Nou moet ik dat ook nog gaan beantwoorden. Nou even oefenen, nou omdat ik gevoelens voor je heb en ik wil niet dat je met Esther omgaat en ik wil je zoenen en... Fuck. Ik wil hem zoenen. Natuurlijk wil ik dat. 

"Omdat ik jullie vaak zag praten," zeg ik. "En het zag er heel gezellig uit." Hier heb ik mezelf nog goed uit gered. 

"Nee, Esther en ik hebben niks," zegt Jack. 

"Oké," zeg ik en bijt op mijn lip. Dit gesprek is heel snel ongemakkelijk geworden. Jack staat op van het bed. 

"Wilde je morgen nog naar Fiene?" vraagt hij. Ik knik. 

"Graag," zeg ik. 

"Oké, dan neem ik je morgen weer mee naar buiten," zegt hij. Ik glimlach naar hem. Jack glimlacht naar mij. Het is te perfect om te werken. We passen te goed bij elkaar. Ik ben onverstandig, Jack verstandig. Ik ben onhandig, Jack handig. Ik ben grof, Jack is beschaafd. We vullen elkaar zo goed aan. Echter is er één verschil die het minder perfect maakt. 

Ik ben ziek, hij niet. 


forever and alwaysWhere stories live. Discover now