Hoofdstuk 11

62 8 8
                                    

Het is zaterdagavond. Het enige moment dat er wat leven in de brouwerij is in Kalsa, afgezien natuurlijk van woeste vreemdelingen die zonder geheugen aan de kant van de weg gevonden worden.
De bar doet goede zaken. De muziek is huppelend en nodigt uit tot een dans. Enkele ouderen doen dat daadwerkelijk, maar de jongeren vinden dat niet stoer genoeg en staan wat in groepjes te kletsen en te lachen.

Dion komt bij Jerinde staan en vraagt: "Wil je met me dansen?"

Jerinde, die zich zoals altijd qua leeftijd wat ongemakkelijk voelt bengelen tussen de oudere en de jongere generatie, kijkt hem wat onzeker aan. Zal dat zijn status niet aantasten? Dansen is niet stoer immers.
Maar dan beseft ze: daar staat hij boven, en dat zou zij ook moeten doen. Als je je leven leeft door hoe anderen over jou denken, leef je niet. Dan laat je dat aan een ander over. En dat is natuurlijk niet de bedoeling.

Ze knikt bevallig en algauw dansen ze op de maat van de muziek. Jerinde zegt verrast: "Ik weet niet wat jij was in je verleden, maar je kan in ieder geval heel goed dansen. Geen gekneusde tenen krijgen is ook wel eens fijn."

Hij kijkt haar aan en zegt: "Dat kan maar zo, ik weet het niet. Maar mijn lichaam heeft geen moeite met deze bewegingen, daar heb je helemaal gelijk in. Toch zie ik mezelf niet als een dansinstructeur."

Algauw zijn ze in een heel gesprek gewikkeld over wat hij dan wél was. Hij heeft geen last van valse bescheidenheid en weet zelf ook wel dat hij goed is in veel zaken. De bouw van het huis is een enorm succes gebleken en nu gaat dansen hem ook al goed af. Hij is sterk, knap, welbespraakt en welgemanierd. Jerinde zegt spontaan: "Je hebt alles mee in je leven."

Dions gezicht betrekt. Hij zegt zacht: "Nu zou ik graag mijn geheugen terug willen hebben."

Vol spijt kijkt Jerinde naar zijn gezichtsuitdrukking. In het vuur van hun gesprek heeft ze daar even niet aan gedacht. Troostend trekt ze hem dichter tegen zich aan, iets wat hij zich met plezier laat welgevallen.

"Wel, wel, wel. Wie hebben we daar?" Verschrikt draait Jerinde zich om bij het horen van de woorden. Haar gezicht betrekt als ze ziet wie die woorden uitspreekt.

"Silvester," zegt ze afkeurend. "Waarom zeg je dat?"

Ze kijkt dan goed naar de man en zijn achterban - Silvester zal nooit alleen zijn - en beseft dan dat de treiteraar het - natuurlijk - over Dion heeft. Schrik en vreugde wisselen elkaar af als ze bedenkt dat dit een nieuw tot dusver onbekend gedeelte van zijn verleden is. Jammer alleen dat het juist de eikel van het volgende dorp moet zijn die hem blijkbaar kent. Dit betekent vast niks goeds.

Dion kijkt de man aan, hij heeft geen idee wie hij voor zich heeft, maar hij merkt aan zowel het gedrag van de man als dat van Jerinde dat dit niet perse een goede zaak is.
Rustig zegt hij: "Hallo Silvester, wat is er?"

Zaak is natuurlijk om zo algemeen mogelijk te beginnen.

Silvester beseft dat hij misschien wat te hard van stapel is gelopen. In tegenstelling tot hun vorige handgemeen, is hij nu niet op eigen terrein en dat zou hem tot rust moeten manen. Dan ziet hij hoe de man Jerinde vasthoudt, alsof hij haar moet beschermen tegen hém, Silvester. Hoewel Dion misschien wel een punt heeft, wordt het hem rood voor de ogen en hij spreekt driftig: "Blijf van onze meisjes af!"

Hij springt al naar voren om ervoor te zorgen dat Dion de daad bij het woord voegt, maar die trekt Jerinde nu helemaal achter zich, als om haar te verdedigen en zegt rustig: "Ik kan me niet herinneren dat zij om jouw hulp heeft gevraagd. Zodra dat zo is, laat ik haar natuurlijk met rust."

Jerinde doet ook een duit in het zakje. Ze buigt zich achter Dion vandaan en zegt driftig: "En ik ben al helemaal niet jouw meisje. Silvester, wat doe je hier?"

Silvester kijkt naar het front dat Dion met deze dorpsgenoten vormt en zegt neerbuigend, Jerinde voor dat moment negerend: "Ik zie dat je je al helemaal hebt ingelikt in Kalsa."
Daarna richt hij zich tot haar: "Wij komen hier om te dansen."

Jerinde trekt Dion mee en zegt zacht: "Laat hem maar even afkoelen. Straks kunnen jullie praten."

Silvester beseft dat hij nu niet veel kans maakt bij Jerinde en kijkt zoekend om zich heen. Hij merkt Lina op en ziet in haar een makkelijk slachtoffer.
Ongehaast loopt hij haar richting uit en Lina - die dat merkt - begint ongemakkelijk te kijken. Hoewel ze absoluut geen zin heeft in een dans met Silvester, heeft ze het idee dat hij geen nee zal accepteren. Maar ze kan geen kant uit en besluit hem daarom toch het voordeel van de twijfel te gunnen.

Silvester ziet haar kijken en beseft dat zij hem af zal wijzen als hij haar de kans geeft. Met een snelle blik achter zich, ziet hij dat Jerinde en Dion samen verderop weer begonnen zijn met dansen. Zijn vrienden blokkeren het zicht van Abel en enkele andere jongemannen van dit dorp. Hij grijpt zijn kans.
Lina, al vastbesloten om alleen haar hoofd te schudden op zijn vraag en hem verder zoveel mogelijk zal negeren totdat ze weg kan komen, schrikt als hij niets van dat al doet, en haar ruw bij haar arm pakt.

Zonder dat ze er iets tegenin kan brengen, dwingt hij haar met zich te dansen en tegenstribbelend laat ze zich leiden.
Ze beseft dat ze dit niet alleen op kan lossen en opent haar mond om om hulp te roepen.

Alsof hij daarop heeft gewacht, zoent Silvester haar, zijn mond neemt de hare compleet over. Lina verstijft van schrik en doet daarna alle mogelijke moeite om los te komen. Ze raakt in paniek en de tranen stromen over haar wangen.

Met een zware bons vliegt er een lichaam dusdanig tegen ze aan dat Lina los wordt gekoppeld van haar kwelgeest.

De verloofde [onc2021]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu