Hoofdstuk 19

59 8 9
                                    

Jerinde vraagt: "Wat is er aan de hand?"

De broers zijn vrij vlot na hun ritje alweer teruggekeerd naar de koets en hebben sindsdien de tijd in stilzwijgen doorgebracht. De verontwaardiging die van Jerinde afgolft is in geen vergelijking met de broeierigheid die Nathaniel tentoonspreidt. Als blikken konden doden, was Yunus een rokend hoopje geweest.

Nu ze dit ook tijdens het avondeten wensen voort te zetten, vindt Jerinde dat ze er wat van mag zeggen.

Het is alsof ze de kraan openzet. De verontwaardiging van Nathaniel stroomt over en hij barst los: "Je geeft mij misschien de schuld van deze situatie, maar eigenlijk mag je Yunus daarvoor bedanken. Hij is het brein van het hele plan."

Verward kijken de twee nu naar Yunus die er inderdaad iets té onschuldig uitziet. Hij begint op een lichte toon te praten: "Ja, daarover gesproken. Het kan zijn dat ik de overvallers heb betaald om een bepaald stofje zijn systeem in te brengen waardoor hij zou vergeten. Het leek me... goed dat hij zonder zichzelf te verraden, te kúnnen verraden, verhalen over zichzelf zou horen.
Eerlijk gezegd is hij heftiger in elkaar geslagen dan ik heb geregeld. En daarvoor," hij kijkt zijn broer aan, "heb ik herhaaldelijk sorry gezegd."

Nathaniel kijkt of hij gebroken is. Zijn stem klinkt in elk geval wel zo als hij zegt: "Ik ben haar tegengekomen en nu wil ze me niet. Wat heb je daarvoor bedacht?"

Lina bemoeit zich er nu ook mee en zegt voorzichtig: "Bekijk het van de andere kant; zonder inmenging van je broer zou je Jerinde waarschijnlijk nooit ontmoet hebben. Zonder hem zou je nooit voor haar gevallen zijn zoals nu het geval is."

Daar zit natuurlijk wat in en Nathaniel vervalt in stilzwijgen. Yunus is zo verstandig om dat er niet in te wrijven en zo zitten ze alsnog zwijgzaam aan het eten, bereid door de dienstknechten die meereizen.

Om de sfeer wat te verlichten vraagt Jerinde aan Yunus: "Hoe is het leven in de hoofdstad?"

Yunus komt los, en nu merk je pas echt dat hij een kroonprins is. Zijn welbespraaktheid is onovertroffen, en hij weet zijn toehoorders mee te slepen in zijn beschrijvingen van Merunos, de stad van hun gelijknamige land die half in de rotsen is uitgehouwen en daardoor een uniek uiterlijk heeft.

De straten zijn schoon, de olijfbomen zijn vol en de gebouwen zijn wit. Het is er prettig om te wonen en uit zijn woorden komt duidelijk naar voren hoe trots hij is op zijn stad en land.

Jerinde zegt: "En binnenkort ben jij de koning over het hele land."

Ongemakkelijk zegt Yunus: "Niet al het land, een flinke strook die tien procent van het land beslaat, is van Nathaniel."

Nathaniel reageert daar niet op. Natuurlijk weet hij dit, maar het voelt niet alsof het over hem gaat, maar over de tweede prins van dit land. Dat hij dat is, slaat hem nog steeds met stomheid.

Jerinde zegt ondertussen in kinderlijk ongeloof: "Dat is veel, Nathaniel, wat een land! Wat kun je daar veel goeds mee doen."

Yunus denkt bij zichzelf aan alle keren dat Nathaniel uit zijn slof is geschoten over dat 'fooitje' dat hij heeft gekregen. Aan alle onvrede en slaande ruzie die hij hierover gemaakt heeft.
Die reacties zijn natuurlijk de hoofdreden geweest dat hij heeft gedaan bij Nathaniel wat hij heeft gedaan en hij bedenkt hoe geweldig het lot heeft bedacht om deze verstandige vrouw aan zijn onbesuisde broertje toe te wijzen.
Een voorzichtig glimlachje kruipt over zijn lippen. Misschien komt dit allemaal toch nog goed.

De vrouwen slapen in de koets en de prinsen in een tent.
Ze worden vroeg weer gewekt, want de reis is lang. Op deze manier duurt het enkele dagen voordat ze in de hoofdstad belanden.

De mannen zitten net weer een uur op hun paard als Yunus zich al rijdend naar het raampje in de koets buigt. Hij zegt: "Als jullie nu naar buiten kijken, zie je in de verte Merunos. Die aanblik wil ik jullie niet ontzeggen."

Vol trots ziet hij hoe zowel Jerinde en Lina als Nathaniel die eerste blik indrinken. Een korte scheut van spijt gaat door hem heen, hij zou er heel wat voor geven om dit als volwassene ook voor het eerst te zien.
Maar niet genoeg om daar een vergetel drankje voor in te slikken. Voor het eerst beseft hij echt wat hij zijn broer aan heeft gedaan. De uitwerking van het middel is op zijn zachts gezegd controversieel en of Nathaniel ooit zijn geheugen terug gaat krijgen moet nog blijken.

Hij schudt zijn hoofd als om die gedachten te verdringen en zegt: "Straks ga ik jullie voorstellen aan onze ouders en wijs ik jullie je slaapplaatsen. Dan kunnen we het morgen over het vervolg van dit avontuur hebben."

Hij ziet de mooie ogen van Jerinde triest worden en rijdt snel weg van haar raam om dat niet aan te hoeven zien.
Hij is niet trots op de rol die hij in hun ontmoeting heeft gespeeld, maar het is Nathaniels vorige leven waar zij moeite mee heeft en dat mag die daarom zelf oplossen.

De verloofde [onc2021]Where stories live. Discover now