Hoofdstuk 18

66 9 8
                                    

De twee vrouwen zitten naast elkaar in de koets en houden elkaar vast. Nathaniel ziet vol spijt dat de gouden spikkeltjes in de ogen van zijn verloofde slechts zwakjes door elkaar dwarrelen. Haar ogen zijn droog en haar rug is recht, maar het verdriet komt in golven van haar af. Ze kijkt hem recht aan en laat haar ogen spreken. Dit is niet juist, en dat laat ze hem maar al te duidelijk merken.

Yunus kijkt het een tijdje aan en gaat dan over op de orde van de dag. Hij vraagt geïnteresseerd aan Nathaniel: "Weet je ook wat er gebeurd is, dat je geen geheugen meer hebt?"

Nathaniel krimpt in elkaar, zijn eerste herinnering is de mooie blonde vrouw voor hem die hem nu in gedachten voor van alles en nog wat aan het uitmaken is. Het is te pijnlijk om daarover te praten terwijl ze hem zo beschuldigend aan blijft kijken. Het is sowieso te pijnlijk om op deze manier in haar bijzijn te vertoeven.

Hij kijkt abrupt naar Yunus en zegt dwingend: "Ik wil graag rijden in de open lucht. Kom mee."

Yunus begrijpt de boodschap en laat de koets halt houden. Ze laten de vrouwen daar alleen achter en hij wijst enkele paarden aan die voor deze gelegenheid mee zijn genomen.

Nathaniel bestijgt zijn paard met het natuurlijke overwicht van een ervaren ruiter en maant zijn rijdier aan tot een draf. Samen rijden ze een tijdje zwijgend voort en dan zegt Nathaniel, die met zichzelf aan het worstelen was wat hij deze in principe onbekende man kan vertellen, uiteindelijk: "Ik ben in elkaar geslagen, waarschijnlijk beroofd en voor dood achter gelaten op het land van haar en haar broer, vlakbij het dorp. Ik werd bij haar gebracht, want ze is de plaatselijke dokter. Van het één kwam het ander en ik heb daar een huis gebouwd met het plan me daar te settelen en te trouwen. Ik heb haar net voordat jij kwam ten huwelijk gevraagd. Ze heeft me beloofd dat ze met me zou trouwen, ook al wist ze niks van mijn achtergrond. Ze zei dat dat niet uitmaakte. Dat onze liefde voldoende was." Bij die laatste woorden breekt zijn stem, en hij kan een snik niet inhouden.

Yunus kijkt zwijgend naar zijn broer. Zo open heeft hij hem nog niet eerder meegemaakt. Zo kwetsbaar. Als het inderdaad zo is dat geheugenverlies dit met hem heeft gedaan, dan is het te hopen dat hij dit karakter aanhoudt, mocht hij zijn geheugen wel weer terugkrijgen. Het is zonder meer een hoop plezieriger om met deze nieuwe man een drankje te drinken, dan met zijn eerdere chagrijnige en hooghartige broer. Maar de tijd zal dat leren. Hij geeft in stilte zijn aanstaande schoonzus groot gelijk dat ze haar twijfels heeft. Maar hij snapt zijn broer ook wel, zeker nu hij het verdriet ziet dat hij heeft. Misschien zal dit een goede les voor hem blijken en komt hij er alleen maar beter uit.

Hij zegt slechts: "Je hebt ontzettend veel bereikt in de kleine maand dat we je kwijt waren."

Ondertussen in de koets zegt Lina zachtjes: "Maar, je wordt wel een prinses. Had je dat gedacht?"

Jerinde produceert een geluid tussen een lach en een snik in en zegt half lachend: "Nog niet in mijn wildste dromen."

Lina merkt dat deze afleiding werkt en gaat door, met een gek accent, wat naar haar idee gesproken wordt aan het hof: "Madame, hier is uw port en hier uw malse levertje. Dat het u goed mag smaken."

Jerinde proest even. Maar betrekt dan haar gezicht en ze zegt treurig: "Het spijt ons u te moeten meedelen dat u verloofd bent. Wij wensen u veel succes met uw nieuwe verloofde."

Lina trekt Jerinde weer in een knuffel, en zo blijven ze even zitten. Dan zegt Lina: "Hij zou dit karakter kunnen houden, weet je. Je hebt bewust ja gezegd tegen déze man. Iedereen doet domme dingen in zijn jeugd. Die van hem waren alleen wat afschrikwekkender doordat zijn macht zoveel groter is. Voor hetzelfde geld is hij nu klaar met lanterfanten en wordt hij de meest wijze van allemaal."

Jerinde knikt. Dat zou kunnen natuurlijk, net zoals het zou kunnen dat hij zijn geheugen terugkrijgt en dan nog verschrikkelijker wordt dan hiervoor. Dat is alleen maar gissen.
Met een zucht leunt ze achterover en sluit haar ogen. Ze zegt: "We wachten het af. Het is niet zo dat ik nu een vrije keuze heb."

Nathaniel kijkt naar de omgeving, waarin akkers worden afgewisseld door bos en heide. Ze komen langs enkele dorpjes en opeens bedenkt hij zich iets. Hij kijkt naar zijn broer en zegt nadenkend: "Je zocht mij in Kalsa, je wist dat ik daar was. Hoe wist je dat?"

Hij vindt het eerst belachelijk dat hij zijn broer van zoiets beschuldigd. Wáár beschuldigd hij hem eigenlijk van?
Totdat hij de stiekeme blik op Yunus' gezicht ziet verschijnen. En hij weet dat hij beet heeft. Yunus heeft iets gedaan, en is daardoor schuldig aan de rotzooi waarin híj zich nu bevindt.

Nathaniel houdt abrupt halt en zegt dreigend: "Wat heb je gedaan?"

De verloofde [onc2021]Where stories live. Discover now