Hoofdstuk 16

55 8 8
                                    

Jerinde ziet als eerste dat het er daar anders uitziet dan hoe ze het vanochtend achter hebben gelaten. Ze zegt bezorgt: "Volgens mij is de afgezant van de prins er al. Hij is eerder dan normaal, dat voorspelt niet veel goeds, vrees ik."

Dion zegt: "Afgezant?"

"Ja," zegt Jerinde. "De prins verwaardigt het zich natuurlijk niet om, in eigen persoon, in zo'n onbetekenend dorpje als het onze te verschijnen. Daar heeft hij zijn ondergeschikten voor."

Ze naderen het dorp steeds dichter, en kunnen nu een blik werpen op het dorpsplein, het centrum van het dorp. Het plein is ongebruikelijk vol en zelfs Dion heeft door dat al deze pracht en praal niet thuishoort in dit eenvoudige lieflijke dorp. Er is overduidelijk bezoek.

Jerinde zegt fronsend: "Er zijn veel meer mensen dan bij een normale maandelijkse inning. Ik ben benieuwd wat er aan de hand is."

Het plein stroomt langzaam steeds voller, want dit hoge bezoek is blijkbaar nog maar net aangekomen. Zich van geen kwaad bewust, maar wel nieuwsgierig aangelegd, verlaten dorpsbewoners hun koele huizen en scharen zich in een ruime kring om de net aangekomen groep heen.

Een grote koets vormt het middelpunt en een lakei heeft daar net de deur van open gedaan. Een grote hand houdt de deur tegen en dan stapt er een man uit het voertuig.
Jerinde zegt: "Ik neem mijn woorden terug, dat zal de prins zijn."

Dion is het met haar eens. De man is ontzettend chique uitgedost, zijn kleren zijn duur en voornaam. Hij kijkt letterlijk neer op het bijeen gedromde volk.
Maar Dion ziet meer. Hij ziet een vitale man - enkele jaren ouder dan hijzelf - in de open lucht verschijnen. De man heeft donker sluik haar en donkere priemende ogen. Zijn brede borst en smalle heupen komen hem bekend voor. De man staat te ver om verdere aparte trekken van het gezicht te kunnen zien, maar Dion kan zich zo voorstellen dat ze arrogant staan. Hoog verheven boven het gepeupel.

Dit is de man die dit dorp, dit prinsendom zo onder de duim heeft. De dictator die met harde hand regeert, maar geen compassie heeft. Die bewust de familie Cohen en anderen uit zijn land laat trekken, omdat hun leven te ondraaglijk werd.
Aan deze man moet hij toestemming vragen om hier zijn leven op te bouwen. Na alles wat hij hier met eigen ogen heeft gezien en gehoord, heeft hij daar weinig zin in. Maar als hij dan naast zich kijkt en de hoopvolle blik in de ogen van zijn prachtige verloofde ziet, weet hij dat hij zijn trots in gaat slikken en dat het precies is wat hij gaat doen. Voor haar. Voor hen.

Hij zegt zacht: "Kom mee," en betreedt het plein, haar achter zich aan trekkend.

De prins staat nu op de grond en kijkt zoekend rond. Hij wordt daarin gestoord door Abel, die namens de dorpelingen spreekt. Abel treedt uit de kring en zegt met een halve buiging: "Welkom uwe hoogheid, in dit dorp. Komt u hier alleen voor het innen van de belasting, of is er iets anders aan de hand?"

Ook Abel heeft natuurlijk door dat dit niet de normale gang van zaken is. De prins kijkt Abel schattend aan en zegt dan, zijn stem diep en welluidend: "Ik kom niet voor de belastingen, ik ben niet de prins voor wie je me aan ziet."

Verrast zegt Abel enigszins oneerbiedig: "U bent Yunus, de oudste prins?" Zijn onbesproken woorden, wat híj hier te zoeken heeft in dit onbeduidende dorp, zijn duidelijk hoorbaar voor de oplettende toeschouwer.

Yunus lacht een halve mysterieuze lach en zegt: "Inderdaad." Ondertussen blijft hij zoekend om zich heen kijken.

Omdat hij niet verder praat, dringt Abel aan, zich ervan bewust dat dit wellicht onbeleefd over kan komen: "Mijn heer, waar kan ik u mee helpen?" De zoekende beweging van de prins is voor hem reden om te vragen: "Zoekt u iemand?"

"Ja," zegt de knappe man. "Ik zoek mijn broer, en ik heb hem gevonden."

Dion beseft tot zijn grote schrik dat de prins, zijn toekomstige zwager en het halve dorp hem allemaal aankijken. Als hij naast zich kijkt, ziet hij dat zijn verloofde lijkbleek naast hem staat, worstelend met zijn hand die hij muurvast om de hare heeft geklonken. Hij voelt hoe zijn toekomst voor zijn neus verbrokkelt.

De verloofde [onc2021]Όπου ζουν οι ιστορίες. Ανακάλυψε τώρα