30

1K 40 6
                                    

Pov Amara

Ondertussen ben ik al vijftien dagen verwijderd van mijn vrienden, mijn broer, mijn familie, mijn leven. Nu bestaat mijn leven uit eenzaamheid. Ik zit de hele dag te staren naar de lege muren in mijn kamer, dagenlang alleen. Wanneer ik Jake zie doet hij erg bot. Hugo voelt zich schuldig, waardoor hij me niet meer komt opzoeken. Waardoor ik alleen ben.

Ik zit in de woonkamer op de bank, starend naar de donkere bossen. De donkere bossen, waar het regent, waar het leeft. Waar ik niet kan en mag zijn.

Een piepende beltoon doorboordt mijn gedachten. Jake's woorden vullen de ruimte. Ik besteed er geen aandacht meer aan, ik probeer mezelf af te sluiten.
"Vierenzestig doden" hoor ik Jake zeggen. Mijn dagdromen vervagen en ik beland weer in de realiteit. "Ik kom er nu aan" er wordt opgehangen ik hoor voetstappen mijn kant op komen. Jake staat achter me, ik kan bijna precies voelen waar hij staat.

Iedere dag voel ik de mateband sterker worden. Met Jake in de buurt is mijn huid gevoeliger, mijn gehoor scherper en ik voel zijn hart kloppen.
Ik twijfel er niet over dat Jake het ook voelt, we kiezen er beiden voor het te negeren.

"Wie zijn er dood" vraag ik bot. Ik werp een blik over mijn schouder. Jake staart naar de bossen, met zijn zwarte v-hals shirt strak over zijn borstkas gespannen.
"Aan de rand van mijn territorium is een dorp uitgemoord, verder is er nog niks bekend. Clint is al onderweg, wij volgen zo" verteld Jake.
"Hoe bedoel je 'wij'" ik spring op "waarom zou ik meegaan, je sluit me toch de hele dag op. Waarom zou je me nu ineens meenemen?" Jake blaast een lange zucht uit.

"Je bent al meer dan een week niet buiten geweest en ik wil je niet alleen thuis laten" het laatste spreekt hij snel en zacht uit. Ik barst bijna in lachen uit. Kan hij zichzelf überhaupt serieus nemen? Ik betwijfel het namelijk enigszins heel erg.

-_-

Ik zwaai mijn been de auto uit en plaats mijn voet in de modder. Het spat omhoog op mijn schoen en broek. Ik verwelkom de kille lucht van het naaldbos. Snel been ik naar Jake toe. Ondanks dat ik Jake voor geen ene meter vertrouw, vertrouw ik een boos waar vierenzestig wolven zijn vermoord nog minder. Dus besluit ik in de buurt van Jake te blijven.

Hij loopt snel naar het slagveld. Zijn stappen zijn groot, ik kan hem amper bijhouden. Wanneer hij abrupt stil blijft staan, loop ik nog een paar meter door om zelf te kijken of er iets opvalt.
De mos onder mijn voeten voelt zacht aan, ik moet uitkijken dat ik niet op de overblijfselen van een lichaam ga staan. Ik moet een braakneiging onderdrukken wanneer ik iets onder mijn voet hoor kraken. Het was een takje, het was een takje blijf ik tegen mezelf herhalen.

"Amara stop" roept Jake hart. Geschrokken sta ik stil. Snel werp ik een vragende blik over mijn schouder. Jake beent naar me toe, hij let amper op waar hij staat waardoor ik meer 'takjes' hoor breken.

"Hier loopt de grens tussen het terrein van Eregan en mij. Overal hier zijn ogen en oren, Eregan heeft alles in de gaten." Ik kijk onder me, het valt me nu pas op. Er loopt een lijn van kleine blauwe bloemetjes over het mos. Als je er niet op zou letten valt het niet op, zodat mensen het niet opvalt.

"Dat is de scheidingslijn" vertelt Jake, wijzend naar de kleine bloemetjes. "het is een eeuwenoude grens, ontstaan door de kracht van de machtige wezens. Er gaan verhalen rond dat hier in de bossen ooit het hard lag van een groot koninkrijk genaamd Daimivol. De scheidingslijn is ontstaan door een oorlog tussen de machtige wezens." Plotseling beseft Jake waarover hij praat en stopt hij abrupt. Hij kucht. "Je hoeft niet bang te zijn hoor, het zijn maar verhalen" grapt hij.

"Het klinkt mistirieus hoor" glimlach ik, "het zou bijna een boek kunnen zijn".

We staren de over de grens. Ik heb het gevoel dat we worden bekeken. Dat we niet de enige zijn in dit bos. Plots besef ik dat Clint hier helemaal niet is en hij er wel zou moeten zijn volgens Jake.

"Zou Clint hier niet al zijn?" Vraag ik. Jake kijkt geschrokken op en knikt. Dit is een slecht teken. Angstig kijk ik om me heen. Plotseling verschijnen er tien paar glimmende rode ogen. Weerwolven.
Door de mateband voel ik Jake's hart sneller kloppen, hij dat van mij zeer waarschijnlijk ook.

Jake grijpt mijn hand vast. De weerwolven komen steeds dichterbij. Ze sluiten ons in. Ik ben doodsbang. Langzaam stappen we steeds verder weg van de grens, maar de wolven komen steeds dichterbij.

"Ren naar de auto op drie" fluistert Jake zacht. Ik kijk op en knikt snel.

"Één" de wolven komen steeds dichterbij. Ik knijp in Jake's hand.

"Twee" ze beginnen nu te grommen, sommigen sluipen al sneller op ons af.

"Drie" de wolven beginnen te rennen. Met een ruk draai ik me om en sprint ik naar de auto. Ik hoor Jake achter me transformeren. Eenmaal in de auto hoor ik alleen maar geschreeuw, gegrom en berekende botten. Met opgetrokken knieën zit ik op de stoel. Ik wil Jake helpen, maar ik heb geen controle over mijn wolf.

Ik voel me machteloos.


Hallo hallo,
Daar ben ik weer hoor haha
Dat was echt heel erg lang geleden. Ik hoop dat jullie het hoofdstuk leuk vonden.

Ik heb de verhaallijn helemaal uitgeschreven (wel samengevat) dus ik hoef alleen nog maar de hoofdstukken te schrijven en dan ben ik klaar. Woohoo!:)

Hoe gaat het met jullie?
Gaat online school goed?

Ik zit in de examenklas dus ik heb gewoon op school les, wat ik echt heel erg fijn vind!

Fijne ochtend, middag of avond!!

Xxx- Donna



Found Where stories live. Discover now